Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.De feiten in conventie en in reconventie
- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] te [plaats] ; en
- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] te [plaats] .
Rechtbank Den Haag
In deze zaak, die op 18 mei 2022 door de Rechtbank Den Haag is behandeld, gaat het om een kort geding tussen een vrouw en een man die samen de ouders zijn van twee minderjarige kinderen. De vrouw, eiseres in conventie en verweerster in reconventie, vordert onder andere het voortgezet gebruik van de huurwoning en een bijdrage in de kosten van opvoeding van de kinderen. De man, gedaagde in conventie en eiser in reconventie, vordert het gebruik van de woning en dat de vrouw zich uitschrijft uit de woning om financiële voordelen te verkrijgen. Tijdens de mondelinge behandeling op 4 mei 2022 hebben partijen afspraken gemaakt over de omgang met de kinderen en de kinderalimentatie, welke afspraken zijn vastgelegd in een overeenkomst. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de vorderingen van beide partijen moeten worden afgewezen. De vrouw heeft niet aangetoond dat de huidige woonsituatie onhoudbaar is en de man heeft recht op het voorlopig gebruik van de woning. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.