ECLI:NL:RBDHA:2022:7226
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Toestemming voor reis naar Marokko met minderjarige in kort geding
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 24 juni 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een moeder en een vader over de toestemming voor een reis naar Marokko met hun minderjarige kind. De moeder, die in Nederland woont, heeft verzocht om vervangende toestemming om met haar kind van 1 juli 2022 tot en met 27 juli 2022 naar Marokko te reizen. De vader heeft deze toestemming geweigerd, wat heeft geleid tot de procedure. De moeder heeft aangevoerd dat het belangrijk is voor het kind om zijn familie in Marokko te bezoeken, vooral omdat zijn oma ernstig ziek is. De voorzieningenrechter heeft de feiten en omstandigheden in overweging genomen, waaronder de band van het kind met zijn Marokkaanse familie en de huidige situatie van de moeder in Nederland. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de moeder voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij en het kind in Nederland zijn geworteld en dat de reis naar Marokko in het belang van het kind is. De voorzieningenrechter heeft daarom toestemming verleend voor de reis, met de voorwaarde dat de moeder de vader op de hoogte houdt van hun terugkeer.