In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een kort geding, is de omvang van een erfdienstbaarheid van weg aan de orde. De eisende partijen, aangeduid als '[eisende partij sub 1 c.s.]', hebben een vordering ingesteld tegen Chronos Participatie B.V. met betrekking tot het gebruik van een weg op perceel I, dat ten behoeve van de ontsluiting van recreatiewoningen en aanlegsteigers zou worden gebruikt. De eisende partijen stellen dat dit gebruik een verzwaring van de bestaande erfdienstbaarheid met zich meebrengt, terwijl Chronos betoogt dat het beoogde gebruik in overeenstemming is met de bestaande erfdienstbaarheid.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de erfdienstbaarheid is ontstaan door verjaring en dat de omvang ervan moet worden beoordeeld aan de hand van de plaatselijke gewoonte en de feitelijke uitoefening. De voorzieningenrechter concludeert dat de erfdienstbaarheid in elk geval strekt tot exploitatie van een kampeerterrein, met daarop 26 stacaravans of recreatieve onderkomens. De voorzieningenrechter oordeelt dat de vorderingen van de eisende partijen worden afgewezen, omdat onvoldoende aannemelijk is gemaakt dat het beoogde gebruik van de weg leidt tot een verzwaring van de erfdienstbaarheid. Chronos heeft bovendien maatregelen aangekondigd om eventuele overlast te compenseren, zoals snelheidsbeperkingen en het vestigen van een erfdienstbaarheid van beperking van geluiden.
De voorzieningenrechter heeft de eisende partijen veroordeeld in de kosten van het geding, omdat zij in het ongelijk zijn gesteld. Dit vonnis is gewezen door mr. T.F. Hesselink en openbaar uitgesproken op 8 juli 2022.