ECLI:NL:RBDHA:2022:7181

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 juli 2022
Publicatiedatum
19 juli 2022
Zaaknummer
NL22.8542
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielprocedure

In de zaak tussen [naam], verzoeker, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 13 juli 2022 uitspraak gedaan. Verzoeker had een aanvraag ingediend voor de verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure, welke door verweerder op 12 mei 2022 was afgewezen als kennelijk ongegrond. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij recht zou hebben op opvang in Nederland gedurende de behandeling van het beroep.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 16 juni 2022 behandeld in Breda, waar verzoeker, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. S. Jalouqa, aanwezig was. Verweerder werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. H.C.Ch. Kneuvels. In de uitspraak van dezelfde dag in de zaak met nummer NL22.8541 heeft de rechtbank het beroep van verzoeker ongegrond verklaard. Gezien deze uitspraak heeft de voorzieningenrechter besloten het verzoek om een voorlopige voorziening af te wijzen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door mr. W. Anker, voorzieningenrechter, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
Zaaknummer: NL22.8542

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], verzoeker

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. H.C.Ch. Kneuvels),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. S. Jalouqa).

Procesverloop

Bij besluit van 12 mei 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker om verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoeker heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, inhoudende dat hij gedurende de behandeling van het beroep recht heeft op opvang in Nederland.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak met nummer NL22.5841, op 16 juni 2022 op een zitting behandeld in Breda. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag in de zaak met nummer NL22.8541 heeft de rechtbank het beroep waarop dit verzoek om een voorlopige voorziening betrekking heeft ongegrond verklaard. Om die reden wordt het verzoek afgewezen.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W. Anker, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.A.S. Hamans, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl. De uitspraak is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.