ECLI:NL:RBDHA:2022:7128

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 juli 2022
Publicatiedatum
18 juli 2022
Zaaknummer
C/09/628615 / FA RK 22-2684
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot meerderjarigverklaring van een minderjarige moeder met betrekking tot ouderlijk gezag

In deze zaak heeft de kinderrechter te Den Haag op 21 juli 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot meerderjarigverklaring van een minderjarige moeder, geboren op [geboortedatum 1] 2005, die in Nederland woont. Het verzoek is ingediend door de minderjarige moeder zelf en haar grootmoeder, die het ouderlijk gezag uitoefent. De kinderrechter heeft kennisgenomen van de relevante stukken, waaronder een verslag van de Raad voor de Kinderbescherming en een F9-formulier. De minderjarige moeder heeft een kind gekregen en is van mening dat zij in staat is om voor haar kind te zorgen, ondanks haar minderjarigheid.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft op basis van de gewone verblijfplaats van de minderjarige moeder in Nederland. De kinderrechter heeft ook overwogen dat het Griekse recht, dat van toepassing is op de minderjarige moeder, geen figuur van meerderjarigverklaring kent. Dit betekent echter niet dat het verzoek moet worden afgewezen, aangezien de minderjarigheid van de moeder haar niet belemmert om het gezag over haar kind uit te oefenen volgens het Griekse recht.

De kinderrechter heeft geconcludeerd dat, hoewel de minderjarige moeder 17 jaar oud is en volgens Nederlands recht niet van rechtswege het ouderlijk gezag uitoefent, het in het belang van zowel de minderjarige moeder als haar kind is dat zij meerderjarig wordt verklaard. De kinderrechter heeft het verzoek toegewezen en de minderjarige moeder met ingang van de uitspraak meerderjarig verklaard, waardoor zij ook het ouderlijk gezag over haar kind verkrijgt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 22-2684
Zaaknummer: C/09/628615
Datum beschikking: 21 juli 2022

Meerderjarigverklaring

Beschikking op het op 25 april 2022 ingekomen verzoekschrift van:

[minderjarige moeder] ,

de minderjarige moeder,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat mr. N. Çiçek te ’s-Gravenhage,
en

[grootmoeder] ,

de grootmoeder moederzijde,
wonende te Griekenland,
advocaat mr. N. Çiçek te ’s-Gravenhage.

Procedure

De kinderrechter heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- het verzoekschrift met bijlagen;
- het verslag van het verificatieonderzoek van 3 juni 2022 van de Raad voor
de Kinderbescherming (hierna: de Raad), met kenmerk [kenmerk] ;
- het F9-formulier van 21 juni 2022 namens verzoekers, met bijlage, waarmee de
stukken behorende bij het verzoekschrift zijn gecompleteerd.

Verzoek

Het verzoek strekt ertoe [minderjarige moeder] , met ingang van de in deze te wijzen beschikking meerderjarig te verklaren, voor zover mogelijk met uitvoerbaar verklaring bij voorraad.

Feiten

- Verzoekster, [minderjarige moeder] , is geboren op [geboortedatum 1] 2005 (hierna: [voornaam minderjarige 1] ).
- [voornaam minderjarige 1] is op [geboortedatum 2] 2022 te [geboorteplaats] bevallen van [minderjarige] .
- De grootmoeder moederzijde oefent alleen het ouderlijk gezag uit over [voornaam minderjarige 1] .
- [voornaam minderjarige 1] heeft een relatie met [naam] .
- [voornaam minderjarige 1] verblijft met [voornaam minderjarige 2] en [naam] bij zijn ouders.

Beoordeling

Gelet op de gewone verblijfplaats van [voornaam minderjarige 1] in Nederland, komt de Nederlandse rechter op grond van artikel 3 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) rechtsmacht toe. De kinderrechter te Den Haag is daarom bevoegd om van het verzoek kennis te nemen.
[voornaam minderjarige 1] heeft de Griekse nationaliteit. Artikel 10:11 van het Burgerlijk Wetboek (BW) bepaalt dat of een natuurlijk persoon minderjarig is en in hoeverre hij bekwaam is rechtshandelingen te verrichten, wordt bepaald door zijn nationale recht. Op grond van dit artikel is Grieks recht van toepassing op het verzoek tot meerderjarigverklaring.
Het Griekse recht kent de figuur van meerderjarigverklaring niet. Naar het oordeel van de kinderrechter betekent dit in dit geval niet dat het verzoek moet worden afgewezen. Dat niet is voorzien in een mogelijkheid de minderjarige moeder meerderjarig te verklaren hangt immers samen met de omstandigheid dat de minderjarigheid van de moeder er naar Grieks recht niet aan in de weg staat dat zij het gezag over haar kind uitoefent.
De vraag of [voornaam minderjarige 1] gezag heeft over haar kind wordt op grond van artikel 16 van het Haags Kinderbeschermingsverdrag 1996 evenwel bepaald door het recht van de Staat van de gewone verblijfplaats van het kind en dus door Nederlands recht. Een minderjarige is naar Nederlands recht in beginsel onbevoegd tot het gezag. De meerderjarigverklaring biedt de minderjarige naar Nederlands recht de mogelijkheid om desondanks het gezag over het kind te verkrijgen.
[voornaam minderjarige 1] is 17 jaar. Vanwege haar minderjarigheid oefent zij niet van rechtswege het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige 2] uit. Er is sprake van een gezagsvacuüm. [voornaam minderjarige 1] en haar moeder zijn van mening dat [voornaam minderjarige 1] in staat is om [voornaam minderjarige 2] zelfstandig te verzorgen en op te voeden. De grootmoeder vindt dat [voornaam minderjarige 1] een voldoende mate van rijpheid heeft om de verantwoordelijkheid van het gezag over haar kind aan te kunnen. Bovendien zal [voornaam minderjarige 1] door haar moeder (en ook door haar schoonfamilie en vriend) ondersteund worden. Uit het bericht van 3 juni 2022 van de Raad volgt dat er ook van de zijde van de Raad geen inhoudelijke bezwaren bestaan tegen het inwilligen van het verzoek tot meerderjarigverklaring van [voornaam minderjarige 1] .
De kinderrechter is alles afwegende van oordeel dat het in het belang van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] is dat [voornaam minderjarige 1] het gezag over [voornaam minderjarige 2] kan uitvoeren. Daarvoor is naar Nederlands recht nodig dat [voornaam minderjarige 1] meerderjarig verklaard wordt. Een redelijke toepassing van het Griekse recht, dat zich niet verzet tegen uitoefening van het gezag door een minderjarige moeder, brengt naar het oordeel van de kinderrechter onder deze omstandigheden met zich mee dat het verzoek van [voornaam minderjarige 1] wordt toegewezen. De kinderrechter zal [voornaam minderjarige 1] daarom met ingang van heden meerderjarig verklaren. Als gevolg van de meerderjarigverklaring is [voornaam minderjarige 1] met ingang van heden van rechtswege ook met het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige 2] belast.

Beslissing

De kinderrechter:
verklaart [minderjarige moeder] , is geboren op [geboortedatum 1] 2005 met ingang van heden meerderjarig;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A. Emmens, kinderrechter, bijgestaan door E. Verweij-Steen als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 juli 2022.