ECLI:NL:RBDHA:2022:7100

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 juli 2022
Publicatiedatum
15 juli 2022
Zaaknummer
R.09/18/223
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling zonder schone lei

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 11 juli 2022 uitspraak gedaan in het kader van de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) van de saniet, geboren in 1961. De saniet had een verzoek ingediend tot tussentijdse beëindiging van de WSNP, omdat hij in staat was om zijn schulden volledig te betalen. De bewindvoerder steunde dit verzoek, en de rechtbank heeft dit verzoek toegewezen. De rechtbank legde uit dat bij deze beëindiging geen 'schone lei' wordt verleend, wat betekent dat de saniet niet automatisch vrijgesteld wordt van eventuele toekomstige schulden die niet zijn voldaan. De rechtbank benadrukte dat de saniet, hoewel hij zijn verplichtingen kan nakomen, niet kan rekenen op de voordelen van een schone lei, omdat dit alleen kan worden verleend onder andere voorwaarden. De rechtbank heeft de vergoeding van de bewindvoerder vastgesteld op € 5.438,48, inclusief omzetbelasting. De beslissing is openbaar uitgesproken en de saniet heeft de mogelijkheid om binnen acht dagen in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANKDEN HAAG
Team Insolventies
insolventienummer: C/09/18/223 R
vonnis van 11 juli 2022
in de zaak van:
[saniet],
geboren op [geboortedatum]1961 te [geboorteplaats],
woonadres: [postcode woonplaats en adres],
advocaat: mr. S.M. Diekstra.
Waar deze zaak over gaat
[saniet] zit in de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). De looptijd van die regeling is nog niet verstreken. De bewindvoerder heeft in overleg met [saniet] een verzoek tot tussentijdse beëindiging van de regeling gedaan, omdat hij de vorderingen ten aanzien waarvan de regeling werkt volledig kan betalen. Bij beëindiging van de schuldsaneringsregeling om deze reden wordt niet de zogenoemde “schone lei” verleend.
De rechtbank zal het verzoek toewijzen en legt hierna uit waarom zij zo beslist.

1.Verloop van de procedure

1.1.
[saniet] is op 25 juni 2018 toegelaten tot de WSNP. Daarbij is, voor het laatst, mr. A.C.M. Höppener tot rechter-commissaris en, voor het laatst, N.T. van den Deijssel (Sociaal.nl Schuldsanering BV) te Purmerend, tot bewindvoerder benoemd.
1.2.
Bij vonnis van 9 november 2020 heeft de rechtbank de looptijd van de schuldsaneringsregeling met 24 maanden verlengd, of korter in het geval de boedelachterstand volledig is ingelopen. Daarbij is bepaald dat de looptijd, afhankelijk van het verloop van de regeling, niet eerder dan 25 juni 2021 eindigt, maar uiterlijk eindigt op 25 juni 2023.
1.3.
Op 15 oktober 2021 heeft de rechter-commissaris een voordracht gedaan tot tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling in verband met het feit dat [saniet] zijn verplichtingen uit hoofde van de schuldsaneringsregeling niet voldoende nakwam. Bij vonnis van 13 december 2021 is weliswaar aan de orde gekomen dat [saniet] zijn verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling niet voldoende nakwam, maar heeft de rechtbank de voordracht van de rechter-commissaris toch afgewezen. Bij [saniet] was toen kort ervoor PTSS vastgesteld. Voorts bleek dat hij met terugwerkende kracht recht had op bepaalde financiële uitkeringen. De toen geschatte boedelachterstand van
€ 4.500 zou daardoor waarschijnlijk afnemen. Naar verwachting zou [saniet] ook zijn overige schulden binnen afzienbare tijd volledig kunnen betalen. Daarom was de rechtbank toen van oordeel dat een tussentijdse beëindiging niet in het belang van de schuldeisers was.
1.4.
De bewindvoerder heeft op 4 april 2022 schriftelijk advies uitgebracht over de beëindiging van de schuldsaneringsregeling. Uit dit verslag blijkt dat de vorderingen die ingediend zijn bij de bewindvoerder uit de beschikbare middelen geheel kunnen worden voldaan. Immers, op de boedelrekening staat een bedrag dat toereikend is om deze vorderingen en de vergoeding van de bewindvoerder te betalen. Dat betekent dat het niet langer nodig is dat de schuldsaneringsregeling op [saniet] van toepassing is omdat [saniet] in staat is zijn betalingen te hervatten. De bewindvoerder heeft daarom verzocht de schuldsaneringsregeling tussentijds te beëindigen. De beoordeling van de vraag of [saniet] zijn verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling voldoende is nagekomen is dus niet langer aan de orde en kan achterwege blijven.
1.5.
De rechter-commissaris ondersteunt het verzoek van de bewindvoerder.
1.6.
Het verzoek is op de zitting van 4 juli 2022 behandeld. Op verzoek van [saniet] heeft de behandeling telefonisch plaatsgevonden. De rechtbank heeft aldus telefonisch gesproken met [saniet] , zijn advocaat en de bewindvoerder.

2.De beoordeling

2.1.
De rechtbank beschouwt het verzoek van de bewindvoerder als een verzoek op de grond dat [saniet] zijn betalingen kan hervatten zoals bedoeld in artikel 350 lid 3 sub b van de Faillissementswet (Fw). Hij kan zijn schulden, voor zover deze zijn ingediend bij de bewindvoerder, volledig betalen.
2.2.
De rechtbank heeft [saniet] ter zitting uitgelegd – zoals hem door de griffier al bij e-mail van 28 juni 2022 is bericht – dat het (rechts)gevolg van deze wijze van beëindiging is dat de beoordeling of [saniet] zijn verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling is nagekomen achterwege kan blijven, dat hij géén schone lei krijgt, maar dat hij in voorkomend geval wél binnen tien jaar na het beëindigen van de regeling opnieuw kan worden toegelaten tot de WSNP. Dit betekent dat wanneer toch nog schulden uit het verleden bekend worden die nu niet worden voldaan, deze alsnog door [saniet] moeten worden betaald. [saniet] heeft verklaard dat hij vanwege stress toch graag nu de zogenoemde “schone lei” wil krijgen.
2.3.
De rechtbank begrijpt dat [saniet] graag een schone lei wenst. Ook is duidelijk dat [saniet] onrustig wordt van de gedachte dat schuldeisers zich misschien toch nog bij hem zullen melden. Deze omstandigheden maken echter niet dat nu aan de voorliggende beëindiging van de schuldsaneringsregeling door de rechtbank de schone lei kan worden verbonden. De schone lei is nu eenmaal geen rechtsgevolg van deze wijze van beëindiging van de schuldsaneringsregeling. De schone lei is een gevolg van andere wijzen van beëindiging van de schuldsaneringsregeling, in welk kader de rechtbank moet beoordelen of en vaststellen dat een schuldenaar niet (toerekenbaar) is tekortgeschoten in de nakoming van de verplichtingen die voortvloeien uit de schuld-saneringsregeling (of, als sprake is van een toerekenbare tekortkoming, dat die tekortkoming buiten beschouwing moet blijven), welke beoordeling pas plaatsvindt met het verstrijken van de looptijd van de schuldsaneringsregeling. De looptijd van de onderhavige regeling verstrijkt – als de regeling nu niet wordt beëindigd vanwege de mogelijkheid van volledige betaling – pas op 23 juni 2023. [saniet] wenst echter niet langer te wachten met de beëindiging van de schuldsaneringsregeling en wenst evenmin een beoordeling van de vraag of hij (toerekenbaar) is tekortgeschoten in de nakoming van de verplichtingen die voortvloeien uit de schuldsaneringsregeling.
2.4.
De bewindvoerder heeft ter zitting haar verzoek herhaald om beëindiging van de schuldsaneringsregeling vanwege de omstandigheid dat alle bij haar ingediende vorderingen voldaan kunnen worden en dat [saniet] derhalve in staat is zijn betalingen te hervatten. Na de voormelde toelichting heeft [saniet] ter zitting bevestigd de schuldsaneringsregeling niet langer te willen laten voortduren en de voorkeur te hebben voor de door de bewindvoerder verzochte wijze van beëindiging van de schuldsaneringsregeling.
2.5.
Het voorgaande brengt mee dat de rechtbank het verzoek zal toewijzen en de schuldsaneringsregeling zal beëindigen.
2.6.
De rechtbank zal de vergoeding van de bewindvoerder vaststellen.

3.De beslissing

De rechtbank:
- stelt vast dat [saniet] in staat is zijn betalingen te hervatten;
- geeft te kennen dat de verplichtingen van [saniet] zijn geëindigd op 4 april 2022, maar dat de schuldsaneringsregeling eindigt op het moment dat dit vonnis in kracht van gewijsde is gegaan;
- stelt de vergoeding van de bewindvoerder vast op € 5.438,48 (inclusief de verschuldigde omzetbelasting).
Dit is een beslissing van mr. J.R. Hagendoorn, rechter, in samenwerking met R. Becker, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 11 juli 2022.
Wat kunt u doen als u het niet eens bent met deze uitspraak?
Tegen deze uitspraak kan degene die dat volgens de Faillissementswet mag gedurende acht dagen na de dag van deze uitspraak hoger beroep instellen. Dat kan door een advocaat een verzoekschrift in te laten dienen bij de griffie van het gerechtshof in Den Haag.