ECLI:NL:RBDHA:2022:709

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
27 januari 2022
Publicatiedatum
3 februari 2022
Zaaknummer
C-09-602161-HA ZA 20-1079
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mondelinge uitspraak in civiele procedure over hoofdelijke aansprakelijkheid en borgtocht

Op 27 januari 2022 heeft de Rechtbank Den Haag een mondeling deelvonnis uitgesproken in de civiele zaak tussen Alfa Commercial Finance B.V. en meerdere gedaagden, waaronder Dari Financial Services B.V. en 2Trust B.V. De rechtbank heeft de vorderingen van Alfa tegen de gedaagden beoordeeld, waarbij de hoofdschuldenaren Dari, 2Trust, GARR, Don Edoardo en Salutaris hoofdelijk zijn veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 405.922,13, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. Daarnaast zijn de borgen, [gedaagde sub 6] en [gedaagde sub 7], elk veroordeeld tot betaling van € 100.000 op grond van hun borgtocht.

Uitspraak

proces-verbaal
RECHTBANKDEN HAAG
Team Handel
Proces-verbaal van de zitting van 27 januari 2022, tevens houdende een mondeling (deel)vonnis
in de zaak met
zaak/rolnummer C/09/602161 / HA ZA 20/1079van:
ALFA COMMERCIAL FINANCE B.V., te Alphen aan de Rijn,
eisers,
advocaat mr. S.A. Kruijt te Utrecht,
tegen

1.DARI FINANCIAL SERVICES B.V., te Naaldwijk,

2.
2TRUST B.V., te Den Haag,
3.
GARR B.V., te Den Haag,
4.
DON EDOARDO B.V., te Den Haag,
5.
SALUTARIS B.V., te Den Haag,
6.
[gedaagde sub 6], te [plaats 1],
7.
[gedaagde sub 7], te [plaats 2],
gedaagden,
advocaat mr. R. Willemsen te Den Haag (ter zitting ook gesteld namens gedaagde sub 1),
en

8.CC GROUP B.V., te Rijswijk,

gedaagde,
advocaat mr. A.S. Douma te Den Haag.
Partijen zullen hierna elk afzonderlijk ‘Alfa’, ‘Dari’, ‘2Trust’, ‘Garr’, ‘Don Edoardo’, ‘Salutaris’, ‘[gedaagde sub 6]’, ‘[gedaagde sub 7]’ en ‘CC Group’ worden genoemd. Gedaagden sub 1 tot en met 7 worden hierna samen ‘2Trust c.s.’ genoemd.
rolverrichtingen/aantekeningen betreffende het verdere verloop van het geding:
ten aanzien van 2Trust c.s. (gedaagden 1 tot en met 7)
- verstek tegen Dari gezuiverd (mr. Willemsen heeft zich ter zitting ook als advocaat van Dari gesteld);
- mondelinge behandeling gesloten;
- mondeling deelvonnis ten aanzien van de vorderingen tegen 2Trust c.s.
ten aanzien van CC Group (gedaagde sub 8)
- mondelinge behandeling gesloten
- naar de rol van 16 maart 2022 voor akte aan de kant van Alfa, waarin Alfa op de conclusie van antwoord kan reageren; daarna krijgt CC Group een termijn van zes weken voor het nemen van een antwoordakte
Ter zitting zijn aanwezig mr. R.C. Hartendorp, rechter, bijgestaan door mr. A. Vogelaar, griffier.
Verder zijn aanwezig:
- namens Alfa: dhr. [director operations], director operations (gemachtigd om Alfa ter zitting te vertegenwoordigen) en mw. [accountmanager], accountmanager, bijgestaan door mr. Kruijt voornoemd als advocaat;
- namens 2Trust c.s.: [gedaagde sub 6] en [gedaagde sub 7] (in persoon en in hoedanigheid van (indirect) statutair bestuurders van de vennootschappen), bijgestaan door mr. Willemsen voornoemd als advocaat.
- namens CC Group, dhr. [algemeen directeur], algemeen directeur, en [statutair bestuurder], statutair bestuurder, bijgestaan door mr. Douma voornoemd als advocaat.
Mr. Willemsen deelt mee dat hij zich ook namens Dari stelt en het tegen Dari verleende verstek hierbij zuivert. Verder verzoekt mr. Willemsen alles wat in de conclusie van antwoord namens gedaagden 2 tot en met 7 is aangevoerd ook als aangevoerd namens Dari te beschouwen. Mr. Kruijt en mr. Douma verklaren daartegen geen bezwaar te hebben.
Partijen hebben ter zitting vragen van de rechtbank beantwoord en een toelichting gegeven op hun standpunten. Na een schorsing heeft de rechtbank met toepassing van artikel 30p van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv)
mondeling uitspraak gedaan ten aanzien van de vorderingen tegen gedaagden 1 tot en met 7.De beslissing en gronden van de mondelinge uitspraak worden hierna op de volgende pagina’s weergegeven.
Ten aanzien van de vordering
tegen CC Groupwordt bepaald dat schriftelijk wordt verder geprocedeerd (door middel van een akte- en antwoordakte). De beslissing daarover is vastgelegd in een afzonderlijk opgemaakt proces-verbaal, waarin – op nagekomen verzoek namens CC Group – ook een kort verslag van het verhandelde op de zitting is opgenomen.
MONDELING VONNIS (tussen Alfa en 2Trust c.s.)

1.De beslissing

De rechtbank
ten aanzien van de hoofdschuldenaren:
1.1.
veroordeelt Dari, 2Trust, GARR, Don Edoardo en Salutaris hoofdelijk tot betaling van (a) een bedrag van € 405.922,13, te vermeerderen met de wettelijke rente (artikel 6:119 van het Burgerlijk Wetboek, BW), te rekenen vanaf 29 juni 2020 tot aan de dag van volledige voldoening, en (b) een bedrag van € 5.103,85 aan buitengerechtelijke incassokosten;
ten aanzien van de borgen:
1.2.
veroordeelt [gedaagde sub 6] uit hoofde van de door hem afgegeven overeenkomst van borgtocht tot betaling van (a) een bedrag van € 100.000, te vermeerderen met de wettelijke rente (artikel 6:119 BW), te rekenen vanaf 21 juli 2020 tot aan de dag van volledige voldoening, en (b) een bedrag van € 1.775 aan buitengerechtelijke incassokosten;
1.3.
veroordeelt [gedaagde sub 7] uit hoofde van de door hem afgegeven overeenkomst van borgtocht tot betaling van (a) een bedrag van € 100.000, te vermeerderen met de wettelijke rente (artikel 6:119 BW), te rekenen vanaf 21 juli 2020, en (b) een bedrag van € 1.775 aan buitengerechtelijke incassokosten;
1.4.
veroordeelt 2Trust c.s. hoofdelijk tot betaling van de proceskosten en de beslagkosten, deze kosten aan de kant van Alfa begroot op in totaal € 23.936,88;
1.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
1.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.

2.De beoordeling

2.1.
De rechtbank geeft hiervoor de volgende motivering.
2.2.
Met ingang van 30 maart2018 hebben Dari en 2 Trust elk afzonderlijk met Alfa een factoringovereenkomst gesloten (hierna: de Overeenkomst). Tot zekerheid hebben [gedaagde sub 7] en [gedaagde sub 6] zich elk borg gesteld tot een bedrag van maximaal € 100.000. Verder hebben GARR, Don Edoardo, Salutaris, Dari en 2Trust in november 2019 in een hoofdelijkheidsakte verklaard dat zij zich over en weer verbinden tot terugbetaling van al hetgeen Alfa op grond van de Overeenkomst te vorderen heeft. Op 30 november 2019 heeft Alfa met 2Trust c.s. een nadere overeenkomst gesloten (hierna: de Nadere Overeenkomst) waarin (in artikel 5.1) onder meer een door 2Trust c.s. aan Alfa te betalen beëindigingsvergoeding is opgenomen in verband met de tussentijdse beëindiging van de Overeenkomst door de verkoop van de activa van Dari en 2Trust aan CC Group.
2.3.
Niet in geschil is dat 2Trust c.s. op basis van de Nadere Overeenkomst gehouden is een geldsom te betalen. Tussen Alfa en 2Trust c.s. is wel in geschil of de door Alfa gevorderde beëindigingsvergoeding van € 240.000 verschuldigd is. Partijen zijn deze vergoeding van € 240.000 in artikel 5.1 van de Nadere Overeenkomst overeengekomen. Vast staat dat tussen partijen over de hoogte van die vergoeding is onderhandeld. De hoogte van de te betalen vergoeding stond daarmee tussen partijen vast. Er hebben zich nadien geen feiten en omstandigheden voorgedaan waaruit 2Trust c.s. mochten afleiden dat Alfa afstand van de afgesproken vergoeding € 240.000 heeft gedaan. Er is nooit een expliciete toezegging gedaan dat afstand van de vergoeding werd gedaan. Weliswaar hebben partijen gesproken over een mogelijke nieuwe factoringsovereenkomst, maar uit niets blijkt dat Alfa daarmee afstand heeft gedaan van de afgesproken beëindigingsvergoeding. Ook het beperkte tijdsverloop tussen het sluiten van de overeenkomst en de mededeling van Alfa op 10 april 2020 dat geen nieuwe factoringsovereenkomst zal worden gaan, is onvoldoende voor 2Trust c.s. om het vertrouwen aan te mogen ontlenen dat Alfa af zag van de eerder overeengekomen beëindigingsvergoeding van € 240.000.
2.4.
Evenmin slaagt het beroep van 2Trust c.s. dat het, mede gelet op de vanaf 2020 opgetreden economische gevolgen van het COVID-19 virus, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is als 2Trust de volledige vergoeding van € 240.000 is verschuldigd. Een beroep op de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid als bedoeld in artikel 6:248 lid 2 BW kan alleen in uitzonderlijke omstandigheden worden gedaan. In dit geval hebben partijen kort geleden, na onderhandeling, een onderlinge afspraak gemaakt over de hoogte van de te betalen beëindigingsvergoeding. Er zijn geen bijzondere feiten en omstandigheden gebleken die maken dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat 2Trust c.s. aan die overeengekomen beëindigingsvergoeding worden gehouden. De enkele verwijzing naar de economisch zware tijden in april 2020 is daarvoor niet genoeg.
2.5.
De rechtbank komt daarmee tot de conclusie dat de volledige gevorderde hoofdsom, inclusief de beëindigingsvergoeding van € 240.000, door de vijf hoofdelijke schuldenaren (Dari, 2Trust, GARR, Salutaris en Don Edoardo) is verschuldigd. Datzelfde geldt voor de gevorderde wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten. Anders dan Alfa betoogt, ziet de rechtbank geen aanknopingspunten dat de buitengerechtelijke incassokosten al besloten liggen in de door Alfa gerekende overschrijdingsprovisies. Het betreft verschillende soorten schade.
2.6.
Verder worden [gedaagde sub 7] en [gedaagde sub 6] in verband met de bovenstaande schuld elk als borg veroordeeld tot betaling van een bedrag van maximaal € 100.000, op grond van de overeenkomst van borgtocht die zij elk met Alfa zijn aangegaan. De jegens [gedaagde sub 7] en [gedaagde sub 6] gevorderde wettelijke rente en incassokosten worden eveneens als onweersproken en op de wet gegrond toegewezen.
2.7.
Als de in het ongelijk gestelde partij worden 2Trust c.s. hoofdelijk veroordeeld tot betaling van de proceskosten van Alfa. Ook de vordering tot betaling van de kosten van de conservatoire beslagen wordt toegewezen. De proces- en beslagkosten aan de kant van Alfa worden begroot op in totaal € 23.936,88 (€ 83,38 aan dagvaardingskosten, € 4.131 aan griffierecht, € 10.080,50 aan (exploot)kosten voor het beslag en € 9.642 (3,0 punten x tarief VII € 3.214) aan salaris advocaat).
Deze mondelinge uitspraak is op 27 januari 2022 in het openbaar gedaan door mr. R.C. Hartendorp, in de aanwezigheid van de griffier, waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal dat is verzonden op 1 februari 2022.
WAARVAN PROCES-VERBAAL