ECLI:NL:RBDHA:2022:7087
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag Algerijnse eiser wegens ongeloofwaardig asielrelaas
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 juli 2022 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Algerijnse man geboren in 1983, had op 25 september 2021 een asielaanvraag ingediend in Nederland. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag op 20 april 2022 afgewezen, omdat de asielrelaas van eiser als ongeloofwaardig werd beschouwd. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting op 22 juni 2022, terwijl de gemachtigde van de staatssecretaris wel aanwezig was.
De rechtbank heeft overwogen dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij problemen ondervindt van een grote familie in Algerije vanwege het stelen van drugs. Eiser heeft zijn problemen gebaseerd op vermoedens van zijn familie en heeft zelf verklaard nooit direct bedreigd te zijn, maar alleen bespioneerd. De rechtbank oordeelt dat de enkele stelling van vrees voor moord onvoldoende onderbouwd is en dat eiser vaag en summier heeft verklaard over de desbetreffende familie.
Daarnaast heeft de rechtbank meegewogen dat eiser voor zijn vertrek veilig in Mahniya heeft kunnen verblijven en meerdere keren naar Algerije is teruggekeerd zonder problemen. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris niet ten onrechte heeft overwogen dat eiser naar een ander gedeelte van Algerije veilig kan terugkeren. De rechtbank heeft de aanvraag van eiser als ongegrond afgewezen en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na bekendmaking.