ECLI:NL:RBDHA:2022:708
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Marokkaanse eiser op grond van veilig land van herkomst
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 januari 2022 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, van Marokkaanse nationaliteit, had een asielaanvraag ingediend die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank heeft het beroep van eiser behandeld, waarbij eiser en de staatssecretaris zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. De rechtbank heeft na de zitting onmiddellijk uitspraak gedaan.
De rechtbank overwoog dat het asielrelaas van eiser geloofd werd, maar dat Marokko als veilig land van herkomst is aangewezen. Dit houdt in dat er een algemeen rechtsvermoeden bestaat dat eiser bij de Marokkaanse autoriteiten bescherming kan zoeken tegen de gestelde problemen. De rechtbank concludeerde dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij geprobeerd heeft om bescherming te zoeken bij de Marokkaanse autoriteiten, en dat hij zich bovendien niet onverwijld heeft gemeld voor het doen van een asielaanvraag. De redenen die eiser hiervoor aanvoerde, werden door de rechtbank niet als rechtvaardigend beschouwd.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt en er werd een rechtsmiddel vermeld tegen deze uitspraak, waarbij hoger beroep mogelijk is bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na bekendmaking.