ECLI:NL:RBDHA:2022:6971
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor minderjarige
Op 8 juni 2022 heeft de kinderrechter in de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek tot machtiging voor de uithuisplaatsing van een minderjarige in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp. De zaak is ingediend door de gecertificeerde instelling, Stichting Jeugdbescherming West Haaglanden, naar aanleiding van zorgen over de ontwikkeling en veiligheid van de minderjarige, die onveilige contacten heeft met jongens en volwassen mannen. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij de minderjarige in raadkamer is gehoord. De vader van de minderjarige is opgeroepen maar niet verschenen.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige, die sinds maart 2022 onder toezicht is gesteld, nog steeds in een gesloten accommodatie verblijft. De kinderrechter oordeelt dat de machtiging voor een periode van drie maanden wordt verleend, uitsluitend ter overbrugging tot de volledige terugplaatsing bij de ouders. De kinderrechter heeft daarbij overwogen dat de minderjarige nog niet voldoende heeft kunnen profiteren van de hulpverlening en dat er zorgen zijn over de draagkracht van de ouders. De kinderrechter heeft het verzoek om een langere machtiging afgewezen, omdat dit niet in het belang van de minderjarige zou zijn.
De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door de kinderrechter, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak. De schriftelijke uitwerking van de beschikking is vastgesteld op 13 juli 2022.