ECLI:NL:RBDHA:2022:6934

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 juli 2022
Publicatiedatum
13 juli 2022
Zaaknummer
09/276303-21
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervoer van 40 kilogram cocaïne met gebruik van ANOM-chatberichten

Op 14 juli 2022 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het vervoeren van ongeveer 40 kilogram cocaïne. De verdachte, geboren in 1994 en gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Dordrecht, werd beschuldigd van het opzettelijk vervoeren van deze hoeveelheid cocaïne in de periode van 13 april 2021 tot en met 20 mei 2021. Het onderzoek vond plaats tijdens meerdere zittingen, waarbij de rechtbank kennisnam van de vordering van de officier van justitie, mr. E.J. van Drongelen, en de verdediging door zijn raadsvrouw, mr. D. Wiedeman.

De tenlastelegging omvatte het telen, bereiden, bewerken, verkopen, afleveren, verstrekken en vervoeren van cocaïne, een middel dat onder de Opiumwet valt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 13 april 2021 in een loods in Vianen een hoeveelheid van 40 bruinkleurige blokken in een huurauto heeft geladen en deze naar een woning in Alphen aan den Rijn heeft vervoerd. De verdachte ontving hiervoor een betaling van 1.000 euro, wat de rechtbank als een indicatie van de waarde van de vracht beschouwde.

De rechtbank heeft de bewijsbeslissingen gebaseerd op verklaringen van de verdachte, proces-verbalen van bevindingen en chatberichten van een criminele organisatie die betrokken was bij de diefstal van de cocaïne. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, ondanks zijn verweer dat hij niet wist dat hij cocaïne vervoerde, op zijn minst voorwaardelijk opzet had op het vervoeren van de verboden middelen. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, waarbij de rechtbank rekening hield met zijn beperkte rol in het geheel en zijn persoonlijke omstandigheden.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 09/276303-21
Datum uitspraak: 14 juli 2022
Tegenspraak
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1994 te [geboortedag] ,
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Dordrecht.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzittingen van 11 januari 2022 en 6 april 2022 (beide pro forma) en 30 juni 2022 (inhoudelijke behandeling).
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. E.J. van Drongelen en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsvrouw mr. D. Wiedeman naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 13 april 2021 tot en met 20 mei 2021 te Vianen, gemeente Vijfheerenlanden en/of Alphen aan den Rijn en/of Nieuwkoop, althans (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 40 kilogram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

3.De bewijsbeslissing

3.1.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit.
3.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit. De raadsvrouw heeft hiertoe gesteld dat de verdachte weliswaar op 13 april 2021 bruine blokken heeft ingeladen in de door hem gehuurde auto en heeft vervoerd en afgeleverd, maar dat niet kan worden vastgesteld dat het cocaïne betrof. Daarnaast heeft de raadsvrouw gesteld dat geen sprake was van (voorwaardelijk) opzet bij de verdachte op het vervoeren en afleveren van cocaïne, omdat de verdachte niet wist dat de blokken cocaïne bevatten. Voor zover van belang zal de rechtbank de standpunten van de raadsvrouw hierna nader uiteenzetten en hierop ingaan.
3.3.
Gebruikte bewijsmiddelen [1]
De rechtbank heeft hierna opgenomen de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.
1. de verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 30 juni 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
[medeverdachte 1] vroeg mij of ik wat voor hem wilde ophalen bij een loods in Vianen. Ik ben op 13 april 2021 naar de loods in Vianen gereden. [medeverdachte 2] was er al. Ik stond daar buiten toen ene [naam 3] naar buiten kwam lopen en vroeg of ik naar binnen wilde rijden. Dat heb ik gedaan. [naam 3] kwam vervolgens met een heftruck met twee dozen erop aanrijden die ik moest inladen. Er werden handschoenen aangegeven en die heb ik aangetrokken. De pakketten die in de dozen zaten, kreeg ik aangereikt en stopte ik in een laadruim dat zich onder de achterbank bevond. Ik had een slecht gevoel bij dit alles. Ik kreeg 1.000 euro voor de rit vanaf de loods in Vianen naar de woning van [medeverdachte 1] in Alphen aan den Rijn. Toen ik aankwam bij de woning van [medeverdachte 1] , heb ik de blokken in zijn woonkamer gezet. Ik heb toen mijn geld gekregen van [medeverdachte 1] .
2. Het proces-verbaal van bevindingen (beelden 13 april 2021: inladen blokken), opgemaakt op 7 september 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (p. 114-151):
Het inladen van de dozen met verdovende middelen heeft plaatsgevonden in een loods van het [bedrijf] te Vianen. Op de mobiele telefoon van de eigenaar van het bedrijf is een filmpje veiliggesteld waarop het inladen van ‘blokken’ te zien is. De starttijd van het filmpje kan worden gelezen als 13 april 2021 7.24 uur.
Ik zag een grijskleurige Honda Jazz met [kenteken] . De bestuurder van het voertuig (persoon A) komt de loods binnenrijden en verlaat aan het einde van het filmpje weer als bestuurder de loods. Ik zag dat de bestuurder zeer sterke gelijkenissen vertoont met [verdachte] , geboren op [geboortedag] 1994.
Ik zag dat [medeverdachte 2] handschoenen aantrok en richting de openstaande voordeur van de loods liep om deze vervolgens te sluiten. Ik zag dat persoon A uit het voertuig stapte om vervolgens met [medeverdachte 2] achterlangs het voertuig te lopen richting het rechterachterportier. Ik zag dat persoon A geen handschoenen droeg. Ik zag dat [medeverdachte 2] doos 1 opende. Ik zag dat [medeverdachte 2] uit de doos drie bruinkleurige op blokken gelijkende pakketjes (blokken) uit de doos haalde. Ik zag dat [medeverdachte 2] hierbij handschoenen droeg. Ik zag dat [naam 3] handschoenen aan persoon A gaf. Ik zag dat persoon A de aangereikte zwartkleurige handschoenen aandeed. Ik zag dat [medeverdachte 2] (in totaal) 20 blokken uit doos 1 overdroeg aan persoon A en dat persoon A de blokken achterliet in het voertuig. Ik zag aan de beweging van persoon A dat hij de blokken mogelijk achter de achterbank op de bodem van het voertuig in een mogelijk verborgen ruimte plaatste. Ik zag dat [naam 3] doos 2 opende. Ik zag dat [medeverdachte 2] vier blokken uit doos 2 aan persoon A overhandigde. Ik zag dat het wat langer duurde voordat deze vier blokken in het voertuig werden geplaatst door persoon A. Opmerking verbalisant: mogelijk was de ruimte waar de blokken werden geplaatst door persoon A vol. Ik zag dat [medeverdachte 2] doos 2 dichthield, terwijl [naam 3] de doos met tape dicht deed. Ik zag dat [medeverdachte 2] doos 2 oppakte en in de achterbak van het voertuig plaatste. Ik zag dat [medeverdachte 2] instapte aan de bijrijderszijde van het voertuig en dat persoon A instapte aan de bestuurderszijde.
Uit de politiesystemen bleek mij dat bij de auto op 1 juni 2021 onder de gehele achterbank een verborgen ruimte werd aangetroffen.
De persoon aangeduid met letter B is de persoon die reeds in de loods aanwezig is als het voertuig komt binnenrijden, de deur sluit en aan het eind van de film als bijrijder in het voertuig de loods verlaat. Ik zag dat [medeverdachte 2] , geboren op [geboortedatum 1] , zeer sterke gelijkenissen vertoont met [medeverdachte 2] .
De persoon aangeduid met letter C is de persoon die reeds in de loods aanwezig is als het voertuig komt binnenrijden, het rolluik opent en aan het eind van de film het rolluik sluit en als enige persoon achterblijft in de loods. Op 31 augustus 2021 is verdachte [medeverdachte 3] gehoord. Desgevraagd gaf [medeverdachte 3] aan dat [naam 3] , [naam 3] (geboren op [geboortedatum 2] ) betrof.
3. Het proces-verbaal van bevindingen (drugstransport en verkoop [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en [verdachte] ), opgemaakt op 2 september 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (p. 62-86):
In het onderzoek Monza worden een aantal bedreigingen en explosies onderzocht waarbij [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] als bedreigde personen betrokken zijn. Gedurende het onderzoek is duidelijk geworden dat de bedreigingen zijn gepleegd door leden van een criminele organisatie en dat er kennelijk 40 kilo cocaïne, eigendom van deze organisatie, op 13 april 2021 is verdwenen. Uit het onderzoek dat de criminele organisatie naar deze verdwijning heeft ingesteld blijkt dat deze 40 kilo cocaïne is gestolen. De criminele organisatie houdt [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en [verdachte] verantwoordelijk voor deze diefstal.
In onderzoek Monza wordt onder andere gebruik gemaakt van informatie uit de inhoud van chatberichten binnen het cryptocommunicatie-platform ANoM. Op het ANOM platform blijkt veelvuldig te worden gecommuniceerd over bovengenoemde diefstal van drugs.
Uit onderstaande chats blijkt dat er kennelijk een transport is opgezet van 40 blokken Fenix. Uit foto's wordt duidelijk dat dit om blokken van circa 1 kilo cocaïne gaat met het stempel FENIX erin. Deze blokken zijn gestolen en van de diefstal zijn screenshots.
Tekst
Datum/tijd
Deelnemers gesprek
Actor
Komt eraan heer. Zit ff met gezeik want die 40 heeft iemand gestolen. Ik ben gelukkig niet verantwoordelijk.
Maar is wel ff kk herrie overal
2021-04-15 08.41:11
[username 1] , [username 2]
[username 2]
Tp e 40 blok verdim, hollander is tp
man
2021-04-15 13:42:43
[username 3] , [username 4]
[username 4]
Ze hebven gestolrn
2021-04-15 13:42:51
[username 3] , [username 4]
[username 4]
Dit xijn fotos ervan
2021-04-15 13:43:25
[username 3] , [username 4]
[username 4]
[screenshot verdachte en [medeverdachte 2] ]
[screenshot auto met [kenteken]
Welke stempels zateb erop
2021-04-15 07:53:06
[username 2] , [username 4]
[username 4]
Fenix
2021-04-15 07:55:06
[username 2] , [username 4]
[username 2]
Hou effe je oren open en je ogen ook, of je 40 fenix tekoop krijgt aangeboden
2021-04-15 10:58:22
[username 1] , [username 5]
[username 1]
Opmerking verbalisant: Bovenstaande screenshots zijn screenshots uit een filmpje van de beveiligingsbeelden van [bedrijf] ., gevestigd te Vianen. Op de hierboven zichtbare screenshot zijn [verdachte] en [medeverdachte 2] te zien zijn voordat zij de vermoedelijke cocaïne in de Honda Jazz laden.
Uit onderzoek Eagles is toegang gekregen tot ANOM gebruikers-accounts met bijnaam [username 6] , geïdentificeerde gebruiker [medeverdachte 2] en bijnaam [username 7] / [username 8] , geïdentificeerde gebruiker [medeverdachte 1] .
Uit chats blijkt dat [medeverdachte 1] en ongeïdentificeerde gebruiker [username 9] het op 12 april 2021 hebben over '40 stuks' welke wel nog eerst in handen gekregen moeten worden. Dit zou dus zeer vermoedelijk over de 40 blokken cocaïne gaan welke de volgende dag, op 13 april 2021 weggenomen zijn. [medeverdachte 1] stuurt op 13 april 2021 om 07:18 uur (UTC+0, dus werkelijke tijd 09:18 uur in Nederland UTC+2): "Piel heb ze voor je ". Op de camerabeelden van [bedrijf] is op 13 april 2021 om 06:24 uur (vermoedelijk werkelijke tijd 1 uur later, dus 07:24 uur) te zien dat vermoedelijk (de gestolen) cocaïne in een Honda Jazz wordt geladen.
Daarna volgen diverse chats van [medeverdachte 1] waaruit blijkt dat hij samen met [username 10] een partij drugs met het stempel FENIX ter beschikking heeft en aan het verkopen is. De partij is kennelijk van goede kwaliteit en 25.000 euro per kilo waard. De blokken hebben een stempel van een vogel met de naam FENIX.
Tekst
Datum/tijd
Deelnemers gesprek
Actor
50
2021-04-12 19:09:03
[username 9] ; [username 8]
[username 9]
We zijn er nog niet
2021-04-12 19:09:08
[username 9] ; [username 8]
[username 8]
Nee 40
2021-04-12 19:09:13
[username 9] ; [username 8]
[username 8]
Nee je moet ze eerst in je handen hebben
2021-04-12 19:09:26
[username 9] ; [username 8]
[username 9]
Ja dat heb je goed piel
2021-04-12 19:09:55
[username 9] ; [username 8]
[username 9]
Piel heb ze voor je
2021-04-13 07:18:21
[username 9] ; [username 8]
[username 8]
Alles is top gegaan
2021-04-13 07:31:38
[username 9] ; [username 8]
[username 8]
Kan je een foto sturen
2021-04-13 09:14:05
[username 9] ; [username 8]
[username 9]
[stuurt foto]
2021-04-13 09:16:58
[username 9] ; [username 8]
[username 8]
[stuurt foto]
2021-04-13 09:17:20
[username 9] ; [username 8]
[username 8]
Zitte in originele verpakking
2021-04-13 09:18:16
[username 9] ; [username 8]
[username 8]
Een Fenix vogel staat er op
2021-04-13 09:19:31
[username 9] ; [username 8]
[username 8]
Het is fenix stempel zijn er genoeg in nl maar pas op er mee je weet is jack spul
2021-04-14 07:09:08
[username 8] ; [username 10]
[username 8]
Kwalie is echt goed
2021-04-14 07:09:40
[username 8] ; [username 10]
[username 8]
En wat kosten ze mijn danb
2021-04-14 07:11:48
[username 8] ; [username 10]
[username 10]
25
2021-04-14 07:12:06
[username 8] ; [username 10]
[username 8]
[stuurt foto met blok, opschrift ‘# 1 FENIX’]
2021-04-14 07:40:58
[username 8] ; [username 10]
[username 10]
Me neus zit dicht
2021-04-14 20:22:41
[username 9] ; [username 8]
[username 8]
Haha ja dan neem je een halve blok moet je kijken hoe die open gaat hahah
2021-04-14 20:23:33
[username 9] ; [username 8]
[username 8]
Heb je vrouwtje nog oxpams legge een strippie anders kan ik nooit meer slapen als ik deze neem
2021-04-14 20:25:03
[username 9] ; [username 8]
[username 8]
4. Het proces-verbaal (vragen aan het team forensische opsporing/narcotica naar aanleiding van twee foto’s verzonden in ANOM-chat hiervoor opgenomen), opgemaakt op 3 augustus 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (p. 53-56):
Vraagstelling: zijn er bij de ploeg narcotica van het team forensische opsporing van de eenheid Den Haag, zaken bekend waarin blokken met het logo Fenix werden aangetroffen/onderzocht? En zo ja, betrof het hier bij onderzoek dan ook daadwerkelijk blokken cocaïne?
Ik verbalisant zag hier:
Foto 1
Een rechthoekig blok, verpakt in doorzichtig laag/lagen tape, met daaronder kennelijk donker tape, met onder de 1e doorzichtige laag tape, een afbeelding in blauwe letters/tekens op een witte achtergrond, van het logo "# 1 FENIX".
Foto 2
Een rechthoekig blok, verpakt in een (gedeeltelijk opengesneden) laag/lagen doorzichtig tape, met daarin een enigszins glinsterend rechthoekig blok, voorzien van een indruk, met de letters/logo "FENIX".
Bij mij verbalisant zijn bij onderzoek in de geautomatiseerde systemen een drietal zaken bekend, waarbij ik verbalisant, en/of andere leden van de ploeg narcotica onderzoek hebben verricht op (aanzienlijke partijen) inbeslaggenomen pakket(ten) met vermoedelijke cocaïne. In alle drie genoemde zaken werden van de substanties monsters gemaakt, waarbij afgezien van positief indicatiefonderzoek, in het kader van het Nfi dent project, werd bevestigd dat het hier om cocaïne (HCL) ging. In deze drie zaken was er sprake van pakketten met cocaïne die onder een eerste laag tape voorzien waren van het logo ‘#1 FENIX’, een (blauw) logo op een witte achtergrond. Vrijwel alle blokken hadden voorts een indruk van het logo Fenix.
Mij verbalisant is uit ervaring en vele eerdere (grootschalige) cocaïne onderzoeken en uit informatie van het Landelijk Faciliteit Ontmantelen (LFO) bekend, dat cocaïne HCL (poedervorm), vrijwel altijd rechthoekige blokken betreft. Het merendeel van de aangetroffen en inbeslaggenomen blokken cocaïne is voorzien van (ingedrukt) logo (handels/kwaliteitskenmerk). Deze blokken hebben vaak
door de bewerking een glinsterende uiterlijke verschijning.
3.4.
Bewijsoverwegingen
De rechtbank is met betrekking tot het ten laste gelegde feit van oordeel dat dit feit, gelet op de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen, wettig en overtuigend is bewezen.
De rechtbank overweegt dat uit de bewijsmiddelen blijkt dat de verdachte op 13 april 2021 in een loods in Vianen een hoeveelheid van 40 bruinkleurige blokken in een door hem gehuurde auto heeft geladen en hiermee naar een woning in Alphen aan den Rijn is gereden. Om te kunnen bewijzen dat er sprake is van een stof of substantie in de zin van lijst I behorende bij de Opiumwet, zijn alle omstandigheden van het geval van belang. De (omstandige) manier waarop de blokken door de verdachte werden ingeladen in de auto en vervolgens werden vervoerd, wijst erop dat het ging om een kostbare vracht van verboden middelen. De verdachte reed zijn huurauto de loods in die direct hierna werd gesloten. De verdachte stapte uit en liep direct naar het rechterachterportier van de auto, alwaar de toegang tot de verborgen laadruimte onder de achterbank zich bevond. De verdachte kreeg handschoenen aangereikt die hij aantrok voordat hij de blokken aanpakte. De verdachte legde 20 blokken uit de eerste doos en 4 blokken uit de tweede doos één voor één in de verborgen ruimte onder de achterbank van de auto. Toen deze ruimte kennelijk vol was, werd de tweede doos met daarin de resterende blokken dicht getapet en in de achterbak gelegd. De omstandigheid dat de verdachte niet alleen met deze vracht op pad werd gestuurd, maar werd vergezeld door [medeverdachte 2] , wijst er eveneens op dat het om een kostbare vracht ging.
Dat het om een kostbare vracht ging, wordt naar het oordeel van de rechtbank eveneens bevestigd door de hiervoor opgenomen ANOM-chatberichten. Uit de chatberichten die door de leden van een criminele organisatie zijn verstuurd, blijkt dat 40 blokken Fenix van circa 1 kilogram waren gestolen en dat zij in het bezit waren van screenshots van de diefstal waarop de verdachte, [medeverdachte 2] en het nummerbord van de door de verdachte gehuurde auto te zien zijn. De criminele organisatie heeft een onderzoek naar de diefstal van de blokken Fenix ingesteld, wat uiteindelijk heeft geleid tot bedreigingen en explosies aan het adres van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . De rechtbank acht het onaannemelijk dat een criminele organisatie onderzoek zou doen naar een diefstal en in dat verband bedreigingen zou uiten en explosies zou doen plaatsvinden, als die diefstal geen kostbare goederen zouden betreffen. Uit de ANOM-chatberichten die voorafgaand aan het tijdstip van vervoer van de blokken en erna werden verstuurd door de [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] , blijkt dat zij op 13 april 2021 de beschikking hebben gekregen over de blokken. In die chatberichten werd niet alleen gesproken over de 40 blokken, maar werden ook foto’s verstuurd van de blokken waarop het logo ‘#1 FENIX’ stond. Gelet op hun uiterlijke verschijningsvorm zijn deze blokken door de politie herkend als een bepaald soort blokken cocaïne. In de chatberichten tussen de medeverdachten wordt schertsend gesproken over het gebruik en de werking van de stof waaruit de blokken bestaan (‘Me neus zit dicht’, ‘Haha ja dan neem je een halve blok moet je kijken hoe die open gaat hahah’) hetgeen hierbij aansluit. Verder past, volgens de politie, de wijze van verpakken en de door een medeverdachte genoemde handelsprijs bij (de handel in) cocaïne.
De rechtbank gaat gelet op al het voorgaande voorbij aan het verweer inhoudende dat niet vaststaat dat de door de verdachte getransporteerde en afgeleverde bruinkleurige blokken cocaïne bevatten.
De rechtbank gaat eveneens voorbij aan het verweer dat de verdachte niet wist, althans niet bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard, dat hij cocaïne vervoerde. De rechtbank overweegt hiertoe dat de verdachte – naar eigen zeggen – een groot geldbedrag kreeg voor de rit van Vianen naar Alphen aan den Rijn (€ 1.000,‑) en dat hij een slecht gevoel had bij het hele gebeuren. Op de vraag wat de verdachte dacht te vervoeren die dag, heeft de verdachte geen antwoord kunnen geven. De rechtbank is van oordeel dat de verdachte, gelet op deze en de hiervoor genoemde omstandigheden tijdens het inladen en vervoeren van de blokken, minst genomen het voorwaardelijk opzet had op het vervoeren en afleveren van 40 kilogram cocaïne. De verdachte heeft immers willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaard dat de blokken die hij vervoerde in zijn huurauto bestonden uit cocaïne.
3.5.
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
hij op 13 april 2021 te Vianen en Alphen aan den Rijn, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk heeft afgeleverd en vervoerd, ongeveer 40 kilogram cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.

4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht.
6.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft (subsidiair) een strafmaatverweer gevoerd, gebaseerd op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.
6.3.
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
De verdachte heeft zich samen met een ander schuldig gemaakt aan het vervoeren en afleveren van 40 kilogram cocaïne in een huurauto met een verborgen laadruimte. Het is een feit van algemene bekendheid dat met de smokkel en handel in cocaïne aanzienlijke financiële belangen zijn gemoeid en grote winsten worden behaald. De grootschalige smokkel van en handel in cocaïne is in handen van de georganiseerde misdaad die haar (financiële) belangen veiligstelt met behulp van omkoping en geweld, hetgeen een ontwrichtende invloed heeft op de samenleving. Het gebruik van cocaïne brengt bovendien grote schade toe aan de volksgezondheid. De verdachte heeft door zijn handelen hier een bijdrage aan geleverd.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het (recente) strafblad van de verdachte waaruit blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld voor (soortgelijke) misdrijven.
De rechtbank heeft kennisgenomen van een reclasseringsadvies over de verdachte van 16 februari 2022. De reclassering stelt hierin dat de verdachte zijn leven sociaal-maatschappelijk op orde leek te hebben voordat hij werd aangehouden. De verdachte had werk en huisvesting. Er was geen sprake van schulden, verslavingsproblematiek of psychische problemen. De reclassering onthoudt zich van advies nu zij het weliswaar zorgelijk acht dat de verdachte niettemin in de onderhavige situatie terecht is gekomen, maar er verder geen aanknopingspunten zijn om tot een plan van aanpak te komen.
Ter terechtzitting heeft de verdachte – desgevraagd door de rechtbank – verklaard geen hulpvraag te hebben.
Gelet op wat hiervoor is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden volstaan met een lichtere of andere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming van 36 maanden met zich brengt. De rechtbank zal bij de bepaling van de hoogte van de straf rekening houden met de beperkte rol die de verdachte heeft gespeeld in het geheel, zowel in tijd als in verantwoordelijkheid (het betrof één rit waarbij de verdachte bovendien door één medeverdachte werd vergezeld). Dit brengt de rechtbank ertoe een lichtere straf op te leggen dan door de officier van justitie is gevorderd. De rechtbank ziet, net als de officier van justitie, geen aanleiding om een deel van deze straf voorwaardelijk op te leggen.

7.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen:
- 47 van het Wetboek van Strafrecht;
- 2 en 10 van de Opiumwet, en de daarbij behorende lijst I.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

8.De beslissing

De rechtbank:
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, zoals hierboven onder 3.5 bewezen is verklaard en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 36 (zesendertig) maanden;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Dit vonnis is gewezen door
mr. A.P. Sno, voorzitter,
mr. M.M. Meessen, rechter,
mr. P.C. Goilo-Kam, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. J.M. Molenaar, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 14 juli 2022.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het onderzoeksnummer DH7R021042/67MONZA21, proces-verbaalnummer 2021131435, van de districtsrecherche Alphen aan den Rijn-Gouda, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 1082).