ECLI:NL:RBDHA:2022:6910
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging ZW-uitkering en weigering WIA-uitkering na verzekeringsgeneeskundig onderzoek
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 juli 2022 uitspraak gedaan in de beroepen van eiseres tegen de besluiten van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) tot beëindiging van haar Ziektewet (ZW) uitkering en tot weigering van haar aanvraag voor een WIA-uitkering. Eiseres, die voorheen als productiemedewerkster werkte, had zich op 12 november 2018 ziekgemeld en ontving vanaf 4 februari 2019 een ZW-uitkering. De Uwv beëindigde haar ZW-uitkering per 3 oktober 2020, omdat zij meer dan 65% van haar loon kon verdienen, en wees haar aanvraag voor een WIA-uitkering af, omdat zij niet gedurende 104 weken recht had op een ZW-uitkering. Eiseres voerde aan dat de Uwv onvoldoende rekening had gehouden met haar medische klachten en dat haar beperkingen waren onderschat. De rechtbank heeft de beroepen op 22 juni 2022 behandeld, waarbij eiseres werd bijgestaan door haar gemachtigde en haar moeder. De rechtbank oordeelde dat de rapporten van de verzekeringsartsen zorgvuldig waren opgesteld en dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de juistheid van hun beoordelingen. De rechtbank concludeerde dat de Uwv terecht de ZW-uitkering had beëindigd en de WIA-aanvraag had afgewezen, en verklaarde de beroepen ongegrond.