In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 12 juli 2022, is het beroep van eisers tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Leiden ongegrond verklaard. Het betreft een omgevingsvergunning voor het afmeren van een terrasboot in de Oude Singel te Leiden. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder voldoende gemotiveerd heeft dat aan de voorwaarden van de planregels is voldaan en dat er geen sprake is van geluidhinder. De eisers, die zich verzetten tegen de vergunning, hebben aangevoerd dat de afwijking van het bestemmingsplan in strijd is met de keuze van de planwetgever en dat er onvoldoende rekening is gehouden met geluidsoverlast voor de omwonenden. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de vergunning in redelijkheid kon worden verleend, omdat de vergunninghoudster voldoet aan de voorwaarden van de planregels en de geluidseisen. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat het beroep van de door eisers genoemde belanghebbenden niet-ontvankelijk is, omdat hun identiteit niet binnen de beroepstermijn kenbaar is gemaakt. De uitspraak benadrukt het belang van de ontvankelijkheid van beroep en de noodzaak om de identiteit van belanghebbenden tijdig te communiceren.