3.7.Tijdens het einde van de mondelinge behandeling is nog op de valreep verklaard dat [verweerder] een beroep op de wettelijke schuldsaneringsregeling (hierna WSNP) zou willen doen in het geval zijn faillissement dreigt te worden uitgesproken. Omdat niet op voorhand, dan wel in aanloop naar of op de zitting een verzoekschrift tot toepassing van de WSNP is ingediend, kan de rechtbank hierop geen beslissing nemen. Uiteraard staat het [verweerder] vrij om in het faillissement een verzoek tot opheffing van zijn faillissement onder gelijktijdige toepassing van de WSNP in te dienen.
- verklaart [verweerder], voornoemd, in staat van faillissement;
- verstaat dat deze insolventieprocedure een hoofdinsolventieprocedure is als bedoeld in artikel 3, eerste lid, Verordening 2015/848 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie (herschikking IVO);
- benoemt tot rechter-commissaris mr. M.C. Snel-van den Hout
en stelt aan als curator mr. J. Smael,
advocaat te Rotterdam;
- dat de taken die de wet in een faillissement aan de rechtbank opdraagt, met uitzondering van de tegen de faillietverklaring in te stellen rechtsmiddelen, na deze beslissing en de publicatie daarvan, door de rechtbank Rotterdam, locatie Rotterdam, worden uitgevoerd;
- dat de rechtbank Rotterdam, locatie Rotterdam, vanaf heden alle taken die de wet aan de rechtbank opdraagt zal vervullen;
- dat door de griffier een afschrift van dit vonnis en de overige op de zaak betrekking hebbende stukken per post aan de rechtbank Rotterdam, locatie Rotterdam, worden verzonden;
- dat de griffier van de rechtbank Rotterdam, locatie Rotterdam, wordt verzocht de ontvangst van genoemde beschikking en genoemd vonnis en het overnemen van de behandeling van het faillissement schriftelijk te bevestigen aan de griffier van de rechtbank Den Haag;
- dat het faillissement, nadat door de rechtbank Rotterdam, locatie Rotterdam, daaraan een dossiernummer is toegekend, uitsluitend met dat nummer zal worden aangeduid;
- dat de curator alleen verslag behoeft uit te brengen aan de benoemde rechter-commissaris en dat alle betrokkenen zich vanaf heden uitsluitend zullen richten tot de rechtbank Rotterdam, locatie Rotterdam, dan wel de benoemde rechter-commissaris;
- dat de rechtbank Den Haag dit vonnis zal publiceren en dat alle verdere publicaties zullen worden verricht door de rechtbank Rotterdam, locatie Rotterdam;
- geeft last aan de curator tot het openen van aan gefailleerde gerichte brieven en telegrammen.
Dit is een beslissing van mr. H.J. van Harten, rechter, in samenwerking met C.R. Cortenbach-van der Lek, griffier. Deze beslissing is in het openbaar uitgesproken op 5 juli 2022 om 16:00.
Wat kunt u doen als u het niet eens bent met deze uitspraak?
Tegen deze uitspraak kan degene die is verschenen en aan wie de Faillissementswet dat recht toekent gedurende acht dagen na de dag van deze uitspraak hoger beroep instellen. Dat kan door een advocaat een verzoekschrift in te laten dienen bij de griffie van het gerechtshof in Den Haag.