ECLI:NL:RBDHA:2022:677

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
27 januari 2022
Publicatiedatum
2 februari 2022
Zaaknummer
NL21.16161
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak na niet-ontvankelijk verklaring

In deze zaak heeft verzoekster, een asielzoekster, beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar asielaanvraag, ingediend op 15 mei 2020. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 12 oktober 2021 de asielaanvraag van verzoekster in de verlengde procedure niet-ontvankelijk verklaard. Dit besluit is het bestreden besluit waartegen verzoekster beroepsgronden heeft ingediend. Daarnaast heeft zij de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening behandeld op 18 november 2021 in Breda, waar verzoekster is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde mr. W.A. Berghuis. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. M.M.E. Disselkamp. Tijdens de zitting was ook een tolk, K.E. Sanz, aanwezig.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er reeds een uitspraak is gedaan in de zaak met nummer NL21.14349, die betrekking heeft op het beroep van verzoekster. Om deze reden heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.E.C. Vriends en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg Bestuursrecht zaaknummer: NL21.16161
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], verzoekster V-nummer: [nummer]

(gemachtigde: mr. W.A. Berghuis), en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. M.M.E. Disselkamp).

Procesverloop

Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar asielaanvraag van 15 mei 2020.
Bij besluit van 12 oktober 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoekster in de verlengde procedure niet-ontvankelijk verklaard. Op grond van artikel 6:20, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft het beroep van rechtswege mede betrekking op dit besluit.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroepsgronden ingediend. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL21.14349, op
18 november 2021 op zitting behandeld in Breda. Verzoekster is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Als tolk is verschenen K.E. Sanz. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL21.14349, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.E.C. Vriends, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. N.H. de Zeeuw, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:

Documentcode: DSR19035902

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.