ECLI:NL:RBDHA:2022:6655
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en verantwoordelijkheid Italië voor behandeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 juli 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiser. Eiser had beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat zijn asielaanvraag niet in behandeling werd genomen omdat Italië verantwoordelijk was voor de behandeling daarvan. De rechtbank heeft de zaak op 17 juni 2022 behandeld, waarbij zowel eiser als verweerder zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. Na de zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard. In de overwegingen werd vastgesteld dat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling van eisers verzoek om internationale bescherming. De rechtbank oordeelde dat verweerder voldoende gemotiveerd had dat er geen beletselen waren om eiser aan Italië over te dragen. De Italiaanse autoriteiten hadden met een claimakkoord toegezegd het asielverzoek van eiser in behandeling te nemen, en de rechtbank ging ervan uit dat Italië zijn internationale verplichtingen zou naleven.
Eiser had aangevoerd dat hij slecht was behandeld tijdens zijn eerdere verblijf in Italië, maar de rechtbank oordeelde dat hij geen ervaring had met de asielprocedure in Italië, aangezien hij daar geen asielaanvraag had willen indienen. Bovendien had eiser niet aannemelijk gemaakt dat hij niet kon klagen bij de Italiaanse autoriteiten over eventuele tekortkomingen. De rechtbank concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling en dat het beroep ongegrond was. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 17 juni 2022.