Overwegingen
1. Eiser stelt te zijn geboren op [geboortedatum 1] en de Ivoriaanse nationaliteit te bezitten.
2. Op 6 december 2017 heeft eiser voor de eerste maal een asielaanvraag in Nederland ingediend. Verweerder heeft deze aanvraag bij besluit van 8 juni 2018 niet in behandeling genomen, omdat Italië verantwoordelijk was voor de behandeling daarvan. Op 5 juli 2018 heeft deze rechtbank, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, het daartegen door eiser ingestelde beroep ongegrond verklaard.De rechtbank heeft daarbij geoordeeld dat van de geboortedatum [geboortedatum 2] mag worden uitgegaan.
3. Eiser heeft op 16 december 2021 wederom een asielaanvraag ingediend in Nederland. Hij heeft aan deze asielaanvraag, kort weergegeven, ten grondslag gelegd dat hij bij terugkeer naar Ivoorkust de gevangenis in moet omdat hij een minderjarig meisje zwanger heeft gemaakt.
4. Het asielrelaas van eiser bevat volgens verweerder de relevante elementen:
- Identiteit, nationaliteit en herkomst;
- Problemen met autoriteiten door relatie met Latifatu Karimi.
5. Bij het bestreden besluit heeft verweerder de asielaanvraag van eiser afgewezen
als ongegrond als bedoeld in artikel 31, eerste lid, van de Vw.Verweerder heeft de door eiser gestelde nationaliteit en herkomst geloofwaardig geacht, maar de gestelde identiteit en het andere relevante element niet.
6. Op wat eiser daartegen aanvoert wordt hierna ingegaan.
De rechtbank oordeelt als volgt.
7. Eiser voert aan dat verweerder ten onrechte uitgaat van de identiteit zoals beslist in de uitspraak van 5 juli 2018. Eiser heeft zijn identiteit voldoende aangetoond. Hij verwijst daarbij naar de uitspraak van de Afdelingvan 24 februari 2021en het arrest Oulane.De door hem overgelegde geboorteakte is door de daartoe bevoegde autoriteiten opgemaakt. Het kan eiser niet worden tegengeworpen dat er geen pasfoto op de geboorteakte staat, nu in de regelgeving in Ivoorkust niet is vastgelegd dat geboorteaktes een pasfoto dienen te bevatten. Verder is een beroep op bewijsnood mogelijk. Het is voor eiser niet mogelijk om een paspoort aan te vragen omdat daar een nationale identiteitskaart voor vereist is. Eiser verwijst daarbij naar het Algemeen Ambtsbericht Ivoorkust van 2012, waarin vermeld staat dat de uitgave van identiteitskaarten is opgeschort.
8. Verweerder mag evenwel de identiteit zoals opgenomen in de in rechte vaststaande uitspraak van 5 juli 2018 aanhouden. Het is aan eiser om aan te tonen dat deze persoonsgegevens niet juist zijn. Eiser toont met de door hem overgelegde documenten zijn identiteit niet ondubbelzinnig aan. Conform paragraaf C1/4.3 van de Vc, waaruit blijkt dat een document met betrekking tot de identiteit van de vreemdeling in ieder geval een goedgelijkende pasfoto moet bevatten, is de geboorteakte van eiser geen identificerend document, ook indien officieel afgegeven door de Ivoriaanse autoriteiten.
9. Gelet op de conclusie dat de door eiser overlegde stukken onvoldoende zijn om zijn identiteit ondubbelzinnig aan te tonen, volgt de vraag of eiser zich kan beroepen op bewijsnood. Verweerder heeft er ter zitting terecht op gewezen dat er inmiddels weer identiteitskaarten worden uitgegeven in Ivoorkust. Verder blijkt uit het Algemeen Ambtsbericht Ivoorkust waar eiser naar verwijst dat bij de aanvraag van een paspoort ook kan worden volstaan met een originele identiteitsverklaring uitgegeven door de Office National de l’Identification. Niet is gesteld of gebleken dat eiser een dergelijke identiteitsverklaring niet kan verkrijgen. Verweerder heeft terecht geen bewijsnood aangenomen, nu niet is gebleken dat eiser onmogelijk een paspoort kan verkrijgen.
Daarom mag worden uitgegaan van de geboortedatum zoals opgenomen in de uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats ’s-Hertogenbosch, van 5 juli 2018.
10. Eiser stelt dat hem niet kan worden verweten dat hij wisselend heeft verklaard over zijn identiteit. Ten tijde van het aanmeldgehoor wist eiser zijn echte geboortedatum niet. Zijn moeder is analfabeet en zij wist niet wat de correcte geboortedatum van eiser is. Eiser weet pas de juiste geboortedatum sinds zijn hoog opgeleide vader deze heeft bevestigd. Verder konden eisers ouders nooit bij elkaar zijn wegens hun religies. Dit heeft evident invloed gehad op eisers identiteitsproblematiek, waardoor eiser pas sinds kort weet dat zijn familienaam [Naam] is.
11. Verweerder stelt terecht dat niet valt in te zien dat eiser pas na 24 jaar zijn geboortedatum en volledige naam weet. De stellingen van eiser dat zijn moeder analfabeet is en zijn ouders niet bij elkaar konden zijn doen daar niet aan af.
12. Verder stelt eiser dat hij erop mocht vertrouwen dat verweerder de door eiser opgegeven persoonsgegevens zou volgen in deze procedure, aangezien de hoormedewerker dit tijdens het aanmeldgehoor tegen eiser heeft gezegd. Deze mededeling is gedaan ná de uitspraak van 5 juli 2018, waardoor er gerechtvaardigd vertrouwen is gewekt bij eiser.
13. Zoals eerder genoemd wordt terecht uitgegaan van de bij verweerder bekende identiteit van eiser. Het is weliswaar ongelukkig indien de desbetreffende hoormedewerker anders heeft vermeld, maar van bij eiser opgewekt vertrouwen waaraan hij rechten mag ontlenen, is echter geen sprake.
14. Eiser voert aan dat het niet enkel gaat om vermoedens dat hij problemen heeft met de autoriteiten. Hij heeft immers verklaard over de poging van de politie om hem aan te houden. Uit de verklaringen van eiser in het nader gehoor blijkt dat de politie kwam om eiser aan te houden voor de zaak met [Naam] . Verder heeft hij verklaard over de problemen wegens het niet betalen van de alimentatie voor zijn kind. Het is duidelijk dat er bij een non-arrestatie geen documenten te verkrijgen zijn. Het mag eiser daarom niet worden tegengeworpen dat hij geen navraag heeft gedaan.
15. Verweerder stelt zich terecht op het standpunt dat het asielrelaas is gebaseerd op vermoedens van eiser. Eiser stelt enkel dat er een poging tot aanhouding is geweest, waarbij niet duidelijk is wat de exacte reden was voor de aanhouding. De gestelde poging tot aanhouding, en de reden daarvoor, heeft eiser op geen enkele wijze (gedocumenteerd) onderbouwd. Eiser stelt terecht dat niet is gebleken dat dergelijke stukken beschikbaar hadden moeten zijn. Dat doet echter niet af aan de omstandigheid dat nu slechts sprake is van een enkele stelling. Niet is gebleken dat eiser momenteel daadwerkelijk problemen heeft met de politie in Ivoorkust.
16. Eiser stelt dat het Openbaar Ministerie de strafvervolging niet heeft gestaakt, omdat er geen sepotbrief is ontvangen. Zijn moeder zou hem dit direct hebben gemeld, ondanks dat eiser heeft verklaard zijn moeder niet te spreken over de vermeende zaak.
17. Verweerder concludeert terecht dat eiser niet gevolgd kan worden in zijn stelling dat hij het wel had gehoord indien er een sepotbrief was ontvangen. Eiser heeft immers verklaard dat hij de zaak nooit bespreekt met zijn moeder.
18. Tot slot voert eiser aan dat verweerder onderscheid had moeten maken tussen het feit dat eiser een (gesteld) minderjarig meisje zwanger heeft gemaakt, en het feit dat hij geen alimentatie betaalt voor zijn kind en zijn kind niet verzorgt. Verweerder heeft deze beschuldigingen ten onrechte op een hoop gegooid, waardoor het besluit onzorgvuldig genomen is. Niet alle relevante feiten en omstandigheden zijn meegenomen in de beoordeling.
19. De insteek van verweerder in het voornemen was dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij wordt gezocht door de autoriteiten of dat er een zaak open staat tegen hem op basis van de beschuldigingen, waaronder dus ook de beschuldiging dat hij geen kinderalimentatie betaald en zijn kind niet verzorgt. Verweerder heeft daarmee voldoende aandacht besteed aan beide gestelde zaken.
20. De aanvraag is terecht afgewezen als ongegrond. Het beroep is ongegrond.
21. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.