ECLI:NL:RBDHA:2022:6616
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van verstoorde arbeidsverhouding
In deze zaak heeft de kantonrechter te Gouda op 30 juni 2022 uitspraak gedaan in een proforma-verzoekschrift tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen de Gemeente Waddinxveen en de werknemer. De werkgever, vertegenwoordigd door mr. K.F.A.M. Weijling, heeft verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst op basis van artikel 7:671b lid 1 sub a juncto artikel 7:669 lid 3 sub g van het Burgerlijk Wetboek. De werkgever stelde dat er sprake was van een verstoorde arbeidsverhouding en dat herplaatsing van de werknemer niet meer mogelijk was. De werknemer, vertegenwoordigd door mr. M.C.J. van den Brekel, heeft een verweerschrift ingediend, maar erkende dat de arbeidsverhouding zodanig verstoord was dat voortzetting van de arbeidsovereenkomst niet meer redelijk was.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen basis meer was voor voortzetting van de arbeidsovereenkomst en dat herplaatsing niet meer mogelijk was. Beide partijen waren het erover eens dat de arbeidsovereenkomst per 1 juli 2022 diende te worden ontbonden. De werkgever is veroordeeld tot betaling van een vergoeding van € 185.000,00 bruto aan de werknemer, inclusief een transitievergoeding en een ontslagvergoeding. De kantonrechter heeft geen aanleiding gezien om een van de partijen in de kosten te veroordelen en heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard.