Uitspraak
Rechtbank den haag
1.Het verloop van de procedure
- de dagvaarding van 21 december 2021 met producties 1 tot en met 8;
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 3;
- het tussenvonnis van 1 juni 2022 waarin een mondelinge behandeling is bevolen;
- de akte met de producties 9 en 10 aan de zijde van [eiser];
- de akte vermeerdering van eis;
- de akte met twee producties (IB aangiftes over 2017 en 2018) aan de zijde van [eiser];
- de akte met bankafschriften aan de zijde van [gedaagde];
- de akte met bankafschriften aan de zijde van [eiser]; en
- de mondelinge behandeling van 23 juni 2022 waarvan aantekening is gehouden.
2.De beoordeling
opzettelijkeverzwijging te kunnen spreken dient de deelgenoot het oogmerk te hebben gehad om de rechten van de andere deelgenoot te verkorten. Degene die een beroep doet op toepassing van artikel 3:194 lid 2 BW dient voldoende feiten te stellen waaruit de verzwijging en het daarop gericht opzet blijkt.
Comfortspaarrekening. [gedaagde] heeft hierop verklaard dat dit saldo is overgegaan in de Oranje Spaarrekening en dat zij een overzicht van de desbetreffende rekening in de echtscheidingsprocedure heeft gebracht. Uit dit antwoord blijkt niet dat [gedaagde] het saldo heeft willen verzwijgen voor [eiser]. In tegendeel. [gedaagde] heeft hiermee juist een verklaring gegeven voor de gang van zaken.
opzettelijkeverzwijging. [eiser] dient ter onderbouwing van zijn stelling aanvullende feiten en omstandigheden aan te voeren. Dat heeft hij nagelaten.