ECLI:NL:RBDHA:2022:652
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verlaging van bijstandsuitkering wegens niet verschijnen bij werksetting en recidive
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 27 januari 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een inwoner van [woonplaats], en het college van burgemeester en wethouders van Den Haag. Eiser had beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder, waarbij zijn bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet (Pw) met 100% werd verlaagd voor de duur van één maand, omdat hij niet was verschenen op een afspraak bij de werksetting Kringloop. Eiser had eerder al een maatregel opgelegd gekregen wegens een vergelijkbare gedraging, wat leidde tot de conclusie van recidive door verweerder.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser op 6 november 2019 niet is verschenen bij de Kringloop, ondanks zijn bewering dat hij zich ziek had gemeld en dat een arts hem had bezocht. De rechtbank vond echter geen bewijs voor deze claims en oordeelde dat eiser zonder geldige reden niet was verschenen. Eiser had ook aangevoerd dat hij geen geld had voor het openbaar vervoer, maar de rechtbank oordeelde dat hij had moeten zorgen voor een oplossing voor zijn vervoersprobleem.
De rechtbank concludeerde dat de maatregel van 100% verlaging van de bijstandsuitkering terecht was opgelegd, gezien de eerdere maatregel en het feit dat eiser opnieuw een maatregelwaardige gedraging had gepleegd. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar gemaakt en een afschrift werd verzonden aan de betrokken partijen.