4.4.Gebruikte bewijsmiddelen
De rechtbank heeft hierna opgenomen de wettige bewijsmiddelenmet de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. De bewijsmiddelen worden slechts gebruikt ten aanzien van het feit waarop zij blijkens hun inhoud betrekking hebben. De bewijsmiddelen zijn steeds zakelijk weergegeven.
1. Het proces-verbaal aanrijding misdrijf, opgemaakt op 13 februari 2016, voor zover inhoudende (p. 2 t/m 6):
Op maandag 28 december 2015 te 17:25 uur, kreeg ik kennis van een verkeersongeval. Op de Kraaienhorst te Leiden stond aan de rechterzijde van de weg een autoambulance, voorzien van kenteken [kentekenplaat] , van het merk en type Mercedes-Benz Atego. Deze autoambulance stond met zijn voorzijde in de richting van de Ravenhorst. Aan de achterzijde van de auto was de verdachte bezig met takelwerkzaamheden. Om een verzakt voertuig vlot te trekken had hij een staalkabel over de weg gespannen in de richting van het verzakte voertuig. Deze kabel liep vanaf de achterzijde van genoemde autoambulance, over de hele breedte van de weg, naar de achterzijde van de bestelbus die verzakt zat in het grasveld, gelegen tussen de Kraaienhorst en de Ravenhorst. Vanuit de richting van de Ravenhorst fietste aangeefster op haar elektrische fiets. Zij kwam vanaf het Wiekelpad en fietste via de Ravenhorst de Kraaienhorst op. Op het moment dat zij bij de autoambulance kwam, is zij tegen de gespannen staalkabel aangereden en hierdoor ten val gekomen. Verdachte Achternaam: [naam] , voornamen: [namen]
2. Het proces-verbaal van aangifte, opgemaakt op 8 januari 2016, voor zover inhoudende (p. 8 t/m 9):
Ik ben op maandag 28 december 2015 omstreeks 17:15 uur vertrokken op mijn elektrische fiets. Ik ben de Kraaienhorst (de rechtbank begrijpt: in Leiden) op gefietst. Ik zag toen dat er, vanuit mijn positie gezien, aan de linkerkant van de Kraaienhorst een autoambulance stond. Ik zag dat er aan de rechterzijde van de weg een voetpad was. Ik zag dat er naast het voetpad een grasveld was. Ik zag in dit grasveld een rood met wit bestelbusje staan. Ik ben vervolgens gewoon verder gefietst de Kraaienhorst op. Behalve dat ik de genoemde voertuigen heb zien staan, heb ik geen opvallende dingen op de weg voor mij gezien. Ik ben kennelijk even buiten bewustzijn geweest. Op het moment dat ik bijkwam lag ik in een ambulance.
De arts in het ziekenhuis heeft aangegeven dat ik ongeveer 6 weken nodig heb om van de gebroken ribben te genezen. Het is mogelijk dat ik na een half jaar weer mijn werk als fysiotherapeute kan oppakken.
3. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [naam] , opgemaakt op 21 juli 2017, voor zover inhoudende (p. 22-29):
Op 28 december 2015 kreeg ik een melding op de Kraaienhorst te Leiden.
De takelauto stond aan de linkerkant van de weg.
V: Hoeveel ruimte was er om je takelauto?
A: Aan de linkerkant tot aan het grasveld was nog een voetpad en een stuk weg. Aan de rechterkant was nog ruimte voor auto's om, een klein deeltje via de stoep, te
passeren. Ik had de lierkabel vastgemaakt en zette hem op spanning.
V: U geeft aan dat u een kabel heeft gespannen tussen uw autoambulance en het
voertuig die u wilde slepen. Van welk materiaal was deze kabel?
A: Dit was de onderlier. Het is een staalkabel.
V: Hoe strak was de kabel tussen de voertuigen?
A: Gewoon strak gespannen. Ik denk 30 a 40 centimeter boven de grond toen de vrouw er met haar fiets tegenaan kwam.
V: Wat heeft u gedaan om mensen te waarschuwen voor de gespannen kabel over de weg?
A: De lampen van de auto heb ik aangedaan. Met daglicht valt het wel minder op, omdat het licht is.
V: Heeft u nog meer uitrusting bij zich om gevaar af te wenden?
A: Pionnen heb ik bij me.
V: Had u die gebruikt?
A: In dit geval niet.
4. De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 21 juni 2022:
Ik stond aan de achterzijde van de auto op de hoek. Ik stond meer aan de achterzijde dan aan de zijkant van de auto. Ik stond dicht tegen de auto. De fietser kwam van achter de cabine. Ik zag haar niet aankomen. Ik zag haar pas op het allerlaatste moment. Zij kon niet meer remmen.
5. Het geschrift, te weten een geneeskundige verklaring van 29 december 2015, voor zover inhoudende (p. 20):
Medische informatie betreffende:
Achternaam: [slachtoffer]
Voornamen: [namen]
Longcontusie
Twee ribfracturen