ECLI:NL:RBDHA:2022:6440

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 juli 2022
Publicatiedatum
4 juli 2022
Zaaknummer
09/807716-18
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deelneming aan hanengevechten, dierenmishandeling en criminele organisatie met hasjiesjbezit

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 6 juli 2022 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die zich samen met een ander schuldig heeft gemaakt aan het laten deelnemen van hanen aan hanengevechten, dierenmishandeling en deelname aan een criminele organisatie. De verdachte had in de periode van 20 maart 2018 tot en met 10 december 2018 in Bodegraven, samen met medeverdachten, hanengevechten georganiseerd en hanen laten deelnemen aan deze gevechten. Daarnaast heeft de verdachte 1.475 gram hasjiesj aanwezig gehad. De rechtbank legde een taakstraf van 80 uur op, met aftrek van voorarrest, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 weken met een proeftijd van 2 jaren, met als bijzondere voorwaarde een houdverbod voor het houden van hanen en kippen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte en zijn medeverdachte als medeplegers moeten worden aangemerkt, gezien hun nauwe samenwerking bij de verzorging en deelname van de hanen aan de gevechten. De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte zonder redelijk doel pijn en letsel aan de hanen heeft toegebracht en dat hij heeft deelgenomen aan een organisatie die tot oogmerk had het plegen van misdrijven als bedoeld in de Wet dieren. De verdachte heeft de feiten bekend en de rechtbank heeft de betrokkenheid van de verdachte bij de criminele organisatie bewezen geacht, evenals het bezit van hasjiesj.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 09/807716-18
Datum uitspraak: 6 juli 2022
Tegenspraak
(Promisvonnis)
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
BRP-adres: [adres] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzittingen van 26 mei 2020 (regie) en 22 juni 2022 (inhoudelijke behandeling).
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. M.C. Stolk en van hetgeen de verdachte en zijn raadsman mr. R.D.A. van Boom naar voren hebben gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 20 maart 2018 tot en met 10 december 2018 te Bodegraven, gemeente Bodegraven-Reeuwijk, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, dierengevechten heeft georganiseerd en/of dieren aan dierengevechten heeft doen deelnemen, immers hebben hij en/of zijn mededader(s) een of meer hanengevechten georganiseerd en/of hanen meerdere malen doen deelnemen aan een hanengevecht;
subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 20 maart 2018 tot en met 10 december 2018 te Bodegraven, gemeente Bodegraven-Reeuwijk, in elk geval in Nederland, telkens bij dierengevechten, te weten een of meer hanengevechten aanwezig is geweest;
2.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 20 maart 2018 tot en met 10 december 2018 te Bodegraven, gemeente Bodegraven-Reeuwijk, in elk geval in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, zonder redelijk doel en/of met overschrijding van hetgeen ter bereiking van zodanig doel toelaatbaar was, telkens opzettelijk bij een of meer dieren, te weten hanen en/of kippen, pijn en/of letsel heeft/hebben veroorzaakt en/of de gezondheid en/of het welzijn van dat/die dier(en) heeft/hebben benadeeld, immers hebben hij en/of zijn mededader(s) deze hanen deel laten nemen aan gevechten en/of tegen elkaar laten vechten en/of tegen elkaar ophitsen, waardoor deze hanen (ernstige) verwondingen heeft/hebben opgelopen en/of deze dieren de noodzakelijke zorg heeft/hebben onthouden;
3.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 20 maart 2018 tot en met 10 december 2018 te Bodegraven, gemeente Bodegraven-Reeuwijk, in elk geval in Nederland heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten onder andere [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven als bedoeld in artikel 2.14 lid 1 van de Wet dieren;
4.
hij op of omstreeks 11 december 2018 te Zwammerdam, gemeente Alphen aan den Rijn, althans in Nederland opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 1475 gram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd (hasjiesj), zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

3.De bewijsbeslissing

3.1
Inleiding
In de maanden augustus en september 2017 kwamen bij de politie meerdere meldingen binnen die wezen op het houden en trainen van vechthanen en het organiseren van hanengevechten op een terrein in Bodegraven. De eerste 144-melding dierenwelzijn die op 10 augustus 2017 binnenkwam, hield onder meer in dat de meldster minimaal vier hanen zag, dat één van de hanen onder het (opgedroogd) bloed zat en was geplukt, dat de hanen in een container werden gehouden in ronde tonnen met gaas, dat er een rad stond waar de dieren in zouden kunnen rennen en dat zij vermoedde dat de hanen werden gebruikt tijdens hanengevechten.
Naar aanleiding van de meldingen is het onderzoek Piccolo opgestart, waarin de verdachte en zijn medeverdachte [medeverdachte 1] (hierna: [medeverdachte 1] ) in beeld zijn gekomen. De politie heeft het terrein van de verdachten door middel van camera’s geobserveerd en de telefoons van de verdachten zijn over een langere periode getapt. Tegen beide verdachten is vervolgens de verdenking ontstaan dat ze hanengevechten hebben georganiseerd en/of hanen hebben laten deelnemen aan gevechten. Verder wordt de verdachten verweten dat zij pijn en/of letsel bij die hanen hebben veroorzaakt en dat ze een criminele organisatie hebben gevormd met als gezamenlijk doel het organiseren van hanengevechten. Tot slot wordt de verdachte nog verweten dat hij 1475 gram hasjiesj aanwezig heeft gehad in zijn woning.
3.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van alle aan de verdachte ten laste gelegde feiten, met dien verstande dat de verdachte moet worden vrijgesproken van het onder 1 ten laste gelegde organiseren van hanengevechten.
De rechtbank zal hierna, voor zover relevant, ingaan op de nadere standpunten van de officier van justitie.
3.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich ten aanzien van feit 1 op het standpunt gesteld dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van het organiseren van hanengevechten en dat enkel bewezen kan worden dat de verdachte hanen heeft laten doen deelnemen aan hanengevechten in de besloten ruimte op het terrein in Bodegraven. Ten aanzien van de ten laste gelegde periode heeft de raadsman aangevoerd dat die aanzienlijk moet worden ingekort, omdat er enkel ondersteunend bewijs is voor de periode van september 2018 tot en met december 2018.
Met betrekking tot feit 2 heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat de verdachte moet worden vrijgesproken. Hiertoe is aangevoerd dat door een dierenarts bij de inbeslagname van de hanen letsel is geconstateerd en dat niet vastgesteld kan worden dat de hanengevechten dit letsel hebben veroorzaakt. Het letsel bij de hanen zou ook kunnen zijn ontstaan doordat de politie de hanen ten tijde van de inbeslagname niet deugdelijk heeft vervoerd naar de dierenarts.
Ten aanzien van de feiten 3 en 4 heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat de feiten bewezen kunnen worden verklaard.
3.4
De beoordeling van de tenlastelegging [1]
3.4.1.
De bewijsmiddelen ten aanzien van de feiten 1, 2 en 3
Bevindingen 16 maart 2018
Naar aanleiding van de eerder genoemde meldingen hebben verbalisanten op 16 maart 2018 een bezoek gebracht aan het terrein in Bodegraven. Ter plaatse hebben ze gezien dat er meerdere hokken met hanen en kippen waren en hebben ze gesproken met verdachte [medeverdachte 1] . [medeverdachte 1] vertelde aan de verbalisanten dat hij dagelijks op het terrein was om de hanen te verzorgen en dat ze de hanen van het Shamo ras aan het fokken waren om volgend jaar deel te nemen aan tentoonstellingen. In één van de hokken zat een geringde haan. Op de vraag van de verbalisant of er meer geringde hanen aanwezig waren, verklaarde [medeverdachte 1] dat dit de enige haan was op het terrein met een ring en dat ze de hanen die ze gingen fokken wilden ringen. Aan de zijkant van het schuurtje zat een groot groen zogenoemd trainingsrad. Aan de rechter achterzijde van het terrein in één van de middelste hokken zaten drie hanen die kale plekken hadden. In het laatste hok zat aan de rechterzijde een haan met oude littekens en vers letsel. In de schuur zat een bak die leek op een plek waar je hanen met elkaar kunt laten vechten. [2]
De foto’s van de mogelijke vechtpit zijn ter beoordeling doorgestuurd naar een deskundige voor hondengevechten, te weten [deskundige] van de RSPCA te Engeland. Op 17 maart 2018 stuurde hij in een reactie dat het in de aan hem getoonde foto gaat om een locatie waar vermoedelijk hanengevechten worden gehouden. [3] Op 11 maart 2018 ontving verbalisant een mail van [betrokkene 1] van de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming, waarin stond dat zij gesproken had met de penningmeester van een vechthoendervereniging, dat tentoonstellingsdieren altijd moeten zijn voorzien van een pootring tezamen met een entboekje en dat een loopband of tredmolen enkel en alleen wordt gebruikt door mensen die hanen laten vechten. [4]
Telefoontaps
Bij het tappen van de telefoons van de verdachten zijn verschillende gesprekken onderschept waarin onder meer wordt gesproken over het spelen, winnen, verliezen, verschillende rondes, gewichtsklasse, het laten vechten in België en Frankrijk en het inzetten van geld [5] :
Telefoontap op 11 september 2018, 15:47:43 uur, sessienummer 11 [6] :
S: tegen ouwe hanen, maak niet uit, ontzettend harde klap en alles wat ze slaan op de kop
NN: ja ja
S: wees er maar zuinig op want wij gaan ze nu heel goed testen in Frankrijk natuurlijk in januari
(…)
S: het komt altijd uit, want die wereld en zeker waar wij in zitten met de hanengevechten
Telefoontap op 11 september 2018, 22:46:27, sessienummer 13 [7] :
S:… die haan die wij hebben, die met die manke poot, dat is echt niet normaal die is al drie keer bijna dood geweest
NN: ja ja
S: Toen wij hem ophaalden was hij al bijna dood en toen heeft hij nog twee keer bij mijn zwager gevochten met de andere hanen. Heel zijn kop in elkaar en eh… nou toevallig krijgen we hem morgen weer terug
NN: oke
(…)
S: ze gaan echt, ook al kunnen ze niet winnen ze geven niet op. Ik zag dadelijk filmpje sturen, moet je maar eens kijken, twee keer dat we dachten die wordt doodgeslagen door die andere haan
(…)
S: mijn zoon heeft hem verspeeld eigenlijk tegen een veel te zware haan. (…) Maar toen brak ie zijn eh.. zijn spoor en sloeg ie de snavel van die ander eraf en toen zijn we gestopt. (...) Toen sprong hij uit zijn hok vandaan op de grond ook los zeg maar en daar kreeg hij een ontsteking in, heb antibiotica gegeven en ingesmeerd met eh antibiotica. Dat is denk ik naar binnen geslagen en binnen vier dagen lag hij dood.
(…)
S: (…) We moesten die andere haan testen want we moesten ruimte maken omdat we kuikens hebben natuurlijk. Voor die andere haan was het.. eh.. hij moest vechten anders ging hij de pan in. Maar moet je maar eens kijken, dadelijk komt die andere haan in zijn ritme, moet je kijken wat een klappen die andere haan krijgt, hij blijft terugkomen. Echt twee keer dat ik bijna dacht die wordt doodgeslagen.
(…)
S: toen die andere haan van mij in zijn ritme kwam, wist ik toch wel dat ie niet kon winnen, dat hij geen kans maakte eigenlijk, de andere haan was recht toe recht aan. Op het eind ging hij pas super goed slaan die van mij dat wist ik wel. Na 10 minuten slaat hij bijna alles raak op die kop. Heel hard slaan kan hij, super karakter.
Telefoontap op 19 september 2018, 19:21:39 uur, sessienummer 319 [8] :
[verdachte] : Ja nou om te trainen is dat goed dan, maar dan moetje een bokshandschoen aan doen, dan laatje die andere er lekker op afslaan weetje wel.
NNM: Ja verder heb je er niks aan
(…)
[verdachte] : Ja die moetje ook de kop afsnijden
NNM: Want dat is ook niks elke keer
[verdachte] ; Die moetje ook gewoon de kop afsnijden
(...)
[verdachte] : Dan moetje gewoon die manke de kop afsnijden. Doe je die oranje hint de kop afsnijden, weet je wel. Vecht die oranje hint
NNM: Eh tegen die van mij niet de laatste keer, ja 1 tel maar toen vloog die weg
[verdachte] : O nou dan snij je die kop eraf
NNM: Misschien dat die tegen een andere wel vecht dat weet ik niet
[verdachte] : Snij de kop eraf man, moetje niet moeilijk over doen
Telefoontap op 21 september 2018, 16:57:30, sessienummer 415 [9] :
NN man: Ja. Enne en neem die spoortjes ook mee. Als ze dan passen hebben we meer spoortjes
kunnen we ook een beetje bloed zien.
[verdachte] : Ja.
Telefoontap op 12 oktober 2018, 14:58:03 uur, sessienummer 337 [10] :
[medeverdachte 1] ; een hele goede harde droge klap hebben die dingen en voor de techniek hebben ze weer anderen erin gekruist.
(...)
NN zegt dat hij een haan heeft met los spoor. [medeverdachte 1] zegt dat hij misschien ergens tegenaan
geslagen heeft. Praten over een haan die bij [betrokkene 2] vandaan kwam. [medeverdachte 1] zegt dat ze hem 7 ronden gezet hebben, maar er kwam geen winnaar uit. Ze sloegen elkaar continu op de hersens, maar geen schade niks.
Telefoontap op 22 oktober 2018, 15:45:03 uur, sessienummer 447 [11] :
[medeverdachte 1] geeft aan dat ze nog goed getest moeten worden. In november gaan ze naar België om de hanen te laten testen tegen andere jonge hanen. Er zullen dan wel een paar uitvallen. (…) [medeverdachte 1] heeft uit de kip van NN man vier hanen gekregen. Ze vechten goed geeft [medeverdachte 1] aan. [medeverdachte 1] had er een lichtgewicht Hint opgezet. [medeverdachte 1] heeft er een filmpje van en zal deze sturen. De haan is pas 6 maanden oud maar hij vecht goed. (…) De haan bij [betrokkene 3] vandaag is echt lelijk zegt [medeverdachte 1] . (…) Hij kan niet meer mooi staan omdat zijn poot kapot is maar hij blijft vechten.
Telefoontap op 21 oktober 2018, 14:18:35 uur, sessienummer 423 [12] :
[medeverdachte 1] zegt dat hij ze even ntv.... losloop en begonnen vanzelf te knakken...ik denk laat maar gaan, twee minuutjes gekeken of zo. [medeverdachte 1] zegt dat hij wel karakter heeft en dat hij er gelijk weer opknalde. [medeverdachte 1] zegt dat het nog Jong is, maar dat hij geen rare vecht stijl heeft en dat hij nog wet harder gaat slaan omdat hij piepjong is. (...)
(...)
[medeverdachte 1] : toevallig had ik die Jap loslopen van mijn zoontje en ik had zo'n jongen haan, ik zeg dat ken wel joh, die blijven wel uit elkaar, die doen elkaar niks, zo...hij dook erboven jongen, die grote achterlijke, dat ding, op de haan die helemaal achterin zat! Gewoon doorgaan he.
NN : dat is goed
[medeverdachte 1] : ja, hij kreeg een paar tyfusklappen en ik dacht daar gaat ie. Maar he, hij bleef lekker
doorgaan.
Telefoontap op 30 oktober 2018, 00:45:35 uur, sessienummer 1776 [13] :
[verdachte] zegt Ja, Kareltje is wel goed hoor, Kareltje die kale, die ken wel vechten. [verdachte] zegt ja dat heb je goed gezien is echt een viezerik ja, dus ehh ja die [betrokkene 4] heb er ook eentje
daarvan, die heb Marinus hebben we die maar genoemd en ehhh, die ken vechten joh jongen, die sloeg die blauwe haan, ja die had ik ook meegenomen bij [betrokkene 5] vandaan ik zeg kijk maar, (…) [verdachte] zegt hij zet hem tegen die dinges aan, die is een stuk jonger he dat weetje he, die was toen pas 8 maanden denk, hij sloeg die haan total loss in 10 minuten tijd, gewoon klaar, was gewoon klaar die haan heb 3 keer kunnen staan in 10 minuten tijd, was gewoon klaar.
(...)
[verdachte] zegt als je nou die die ehh die heb jij nooit gezien denk ik neee dat wint die niet, dat wint die haan niet die wordt in eerste half uur wordt die helemaal zo hard total loss geslagen, als die een half uur overleeft dan wint die het.
(...)
[verdachte] zegt nee die bleef gewoon staan, je moet zorgen dan een haan veel slaat en op de kop slaat, de hals maar ze moeten veel slaan, nou ik vind van wel, ik vind dat ze veel moeten slaan en moeten treffen.
(...)
[verdachte] zegt (...) .. ..die dingetjes moeten we ook volgende week effe gaan testen al die haantjes, want die zijn ook al 8 a 9 maanden en dan de 3 besten eruit pakken, nou klaar.
Telefoontap op 5 november 2018, 19:32:04, sessienummer 560 [14] :
(...) [medeverdachte 1] vraagt of het met de kuikens goed is waarop [medeverdachte 3 ] zegt ze beginnen al te vechten, haantje van hem. [medeverdachte 1] zegt niet laten vechten, nee ze willen al zegt [medeverdachte 3 ] . (.. .) [medeverdachte 1] zegt kom maar op die zwarte lust hem rauw, die vreet ze kop op. (…) [medeverdachte 1] zegt nou ja maakt het uit kan mij het verrotten hij vecht toch goed heb je toch gezien we hebben toen toch goed getest toch tegen die 3 kippen, deden het hartstikke goed dus daar gaat het mij om, (...). [medeverdachte 1] zegt ik nodig Willem wel een keer uit met een paar haantjes. (.. .) Ik denk dat ik ze eerst met bekkapjes omzet en dan effe laat knokken.(...) [medeverdachte 3 ] zegt maar met bekkapjes dan slaan ze bijna niet man, ja 3 klappen maar, daar worden ze hard van. [medeverdachte 1] zegt nou die zwarte haantjes slaan wel meer hoor, ik wil ze fel houden. [medeverdachte 3 ] zegt ja maar als ze vechten dan blijven ze fel hoor. [medeverdachte 1] zegt ik zeg dat die klap eruit gaat, al die hanen sloegen die zo lekker sloegen die jonge haantjes, dat haantje van mij, die twee van jou allemaal die klap eruit en die grijze van jou daar je niets meer mee ken die blijft hard slaan.
Telefoontap op 18 november 2018, 00:03:27 uur, sessienummer 2380 [15] :
B. Ik heb ze net gezet, die Yap tegen een andere Yap effe met bokshandschoentjes alles erop en eraan weetje wel
(…)
B. He, die haantjes zijn 2.3, die vechten die worden 2.4, maar die vechten niet normaal
(…)
N. Oké
B. Maar je moet maar is effe kijken naar dat filmpje, hoe die vechten die haantjes en dan stonden ze al 5 minuten en dit was de eerste keer dit
(...)
Observaties en camerabeelden
Door het observatieteam zijn camera’s geplaatst op het terrein en in de schuur.
Op de observatiebeelden van 25 november 2018 werd waargenomen dat in de schuur aanwezig zijn de verdachte, medeverdachte [medeverdachte 1] en de zoon van medeverdachte [medeverdachte 1] . Uit de beelden blijkt vervolgens het navolgende:
09.04.10: [verdachte] gaat met de haan in zijn linkerhand op de rand van de pit zitten en bindt rode bollen aan de sporen van de rood/bruine haan (soort bokshandschoentjes ?)
09.04.32: [verdachte] heeft de twee bolletjes op de sporen aangebracht en laat de rood/bruine haan los in de pit.
09.04.47: [medeverdachte 3 ] heeft de grijze haan nog vast en heeft iets om de sporen gebonden.
09.05.10: [verdachte] plakt de snavel van de rood/bruine haan dicht met grijskleurig tape. Hij knipt overtollig tape af met een rood schaartje
09.05.56: [verdachte] staat in de pit, laat haan even los in de pit, pakt hem direct weer op en draait zich met de haan in de richting van [medeverdachte 1] . Deze houdt zich kennelijk bezig met de getapete snavel van de rood/bonte haan.
(…)
09.07.15: Beide hanen vechten
09.08.46: [verdachte] bukt zich en duwt hanen uit elkaar.
09.09.40: [verdachte] duwt met zijn rechterhand de grijze haan van de rood/bruine haan af. Hierop vliegen de dieren elkaar weer aan en vechten weer.
(…)
09.11.04: [verdachte] haalt de hanen weer uit elkaar.
09.11.35
[verdachte] staat nog steeds tegen de rand van de pit geleund, Hanen verplaatsen zich al
vechtend naar de rechterzijde van de pit.
(…)
09.13.06: Twee vechtende hanen in beeld, [verdachte] en jongen NN02 kijken aandachtig. [medeverdachte 3 ] staat gedeeltelijk voor de camera.
(…)
09.15.44: [verdachte] en [medeverdachte 3 ] laten de hanen weer los in de pit waarna deze direct beginnen met vechten.
09.16.48: [verdachte] duwt met zijn hand de hanen weer naar het midden van de pit.
09.16.59: [verdachte] haalt de grijze haan bij de rood bruine vandaan, waarna de twee hanen elkaar direct weer aanvallen.
09.17.59: Hanen vechten, [verdachte] lacht.
09.18.19: [verdachte] duwt de grijze haan weer van de rood/bruine af. Hierna gaat het gevecht weer door.
09.19.12, [verdachte] duwt met een handbeweging de rood/bruine haan van de grijze af, houdt de grijze even tegen met zijn rechterhand, waarna de hanen elkaar weer aanvallen.
(…)
09.27.14: [verdachte] en [medeverdachte 3 ] laten hun hanen weer los in de pit, waarna deze elkaar onmiddellijk aanvliegen en vechten
(…)
10.24.52: [medeverdachte 3 ] gooit de lichtgekleurde haan op de grond in de pit en pakt vervolgens de donkere haan van de pitrand, zet deze in de pit op de grond waarna de dieren elkaar direct aanvliegen.
10.25.00: Hanen vechten, allen kijken aandachtig toe.
(…)
10.38.03: [verdachte] gooit de haan met spoorbeschermers de pit in.
10.38.13: [medeverdachte 1] geeft de donker haan aan [verdachte] , die hem weer doorgeeft aan NN.02. Te zien is dat de spoorbeschermers zijn verwijderd.
10.38.18: De loslopende haan in de pit( met afgeplakte sporen) probeert haan aan te vliegen die buiten de pit door NN02 wordt vastgehouden
10.38.29: [medeverdachte 3 ] gooit de lichtgekeurde haan in de pit. Beide hanen vliegen elkaar aan en vechten.
(…)
.10.41.21: [verdachte] haalt de hanen uit elkaar, hierna vliegen ze elkaar weer aan.
10.45.40: [medeverdachte 3 ] geeft roodbonte haan met "bokshandschoentjes" aan [verdachte] . Einde gevecht.
10.45.40; [medeverdachte 3 ] pakt de lichtgekleurde haan op en geeft deze aan [medeverdachte 1] .
10.46.05: [verdachte] verwijdert de spoorbeschermers van de roodbonte haan. [medeverdachte 1] staat achter in de keuken met de lichtgekleurde haan.
(…)
10.53.50: [medeverdachte 1] pakt haan op en duwt hem diverse malen naar beneden door zijn poten, mogelijk om de poten van het dier te trainen?
(…)
10.56.58: [medeverdachte 1] pakt haan op en gooit deze iets omhoog, pakt de haan weer op en doet
meerdere malen hetzelfde.
(…)
10.57.40: [medeverdachte 1] bukt over de rand van de pit en pakt de haan op. Hij schuift de haan met zijn
handen op de grond van links naar rechts. [medeverdachte 1] laat de haan nog wat rondjes draaien en tilt deze vervolgens een aantal malen, met gestrekte vleugels, aan de vleugels op. Dit duurt tot aan 10.59.38. [medeverdachte 1] loopt met de haan rechts uit beeld weg.
(…)
10.59.33: [medeverdachte 1] gaat in een plastic kuipstoeltje in de pit zitten. NN02 gooit de haan de pit in, [medeverdachte 1] pest aan met de zweep, waarna de haan steeds opvliegt en probeert de pit uit te fladderen. Hij wordt steeds teruggegooid door NN02. Dit wordt talloze malen herhaald. [16]
Na het tonen van delen van bovengenoemde beelden op de terechtzitting van 22 juni 2022 heeft de verdachte verklaard dat hij op de beelden te zien is. [17]
Op de telefoon van de verdachte zijn twee filmpjes gevonden van hanen die aan het vechten zijn in de vechtpit op het perceel van de verdachten. De filmpjes zijn gedateerd 28 oktober 2018 en 18 november 2018, waarbij de verdachte op de beelden aan de hand van zijn stem is herkend. [18]
Eigen verklaring van de verdachte
De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij samen met medeverdachte [medeverdachte 1] in eerste instantie de bedoeling had om de hanen te fokken voor de sier en te trainen voor tentoonstellingen, maar dat door een samenloop van omstandigheden uiteindelijk ook hanengevechten hebben plaatsgevonden op het terrein in Bodegraven. [19]
3.4.2.
Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van feit 1
Uit het dossier, dat uitgebreide verslagen van verschillende observaties, tapgesprekken en filmpjes op de telefoon van verdachte bevat en de verklaring van de verdachte ter terechtzitting komt naar voren dat de hanen klaarblijkelijk werden gefokt als gevechtshanen en dat de verdachte op verschillende tijdstippen in de periode van 20 maart 2018 tot en met 10 december 2018 in Bodegraven hanen heeft getraind en heeft laten deelnemen aan hanengevechten en hanen heeft laten vechten. Alhoewel de eerste meldingen binnenkwamen in augustus en september 2017 overweegt de rechtbank ten aanzien van de start van de periode dat met de bevindingen van de politie ter plaatse op 16 maart 2018 is komen vast te staan dat de hanen toen al werden ingezet en getraind voor hanengevechten.
Dat de verdachte en [medeverdachte 1] de hanen hebben gefokt met de intentie om de hanen te laten deelnemen aan tentoonstellingen, acht de rechtbank onaannemelijk en bovendien wordt dit weersproken door de hiervoor beschreven bewijsmiddelen. Uit de inhoud van de tapgesprekken komt duidelijk naar voren dat er steeds gesproken wordt over vechtende hanen, terwijl op geen enkele wijze wordt gesproken over tentoonstellingen of andere hobby-matige activiteiten met hanen. Uit de bevindingen van de politie blijkt verder dat hanen geringd en geënt moesten zijn om deel te kunnen nemen aan tentoonstellingen, terwijl dit in de onderhavige situatie uiteindelijk slechts bij één haan het geval bleek te zijn.
Met de officier van justitie en de raadsman van de verdachte is de rechtbank van oordeel dat niet bewezen kan worden dat de verdachte en [medeverdachte 1] daadwerkelijk hanengevechten in breder verband hebben georganiseerd, zodat de verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.
Naar het oordeel van de rechtbank dienen de verdachte en [medeverdachte 1] als medepleger te worden aangemerkt, aangezien kan worden vastgesteld dat tussen hen sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking, waarbij ze zich klaarblijkelijk beiden (in min of meer gelijke mate) bezighielden met de verzorging van de hanen en de deelname van de hanen aan de gevechten op het terrein in Bodegraven.
Ten aanzien van feit 2
Op basis van het voorgaande kan tevens bewezen worden dat de verdachte zonder redelijk doel de hanen pijn en letsel heeft toegebracht en de gezondheid van de hanen heeft benadeeld door de hanen met elkaar te laten vechten. De hanen liepen daarbij verwondingen op. De verdediging heeft betoogd dat niet kan worden vastgesteld dat het letsel bij de hanen kan worden toegeschreven aan de hanengevechten; het vervoeren van de hanen door de politie naar de dierenarts zou de oorzaak van het letsel kunnen zijn. De rechtbank volgt dit betoog niet. De uitwerking van de tapgesprekken maakt naar het oordeel van de rechtbank meer dan duidelijk dat de hanen door de hanengevechten letsel hebben opgelopen. Aangezien de betrokkenheid van de verdachte en [medeverdachte 1] bij de deelname aan meerdere hanengevechten is bewezen, staat daarmee ook vast dat de verdachte en [medeverdachte 1] zonder redelijk doel een bijdrage hebben geleverd aan de benadeling van de gezondheid van de hanen. Net als bij feit 1 is hier ook sprake van medeplegen van die benadeling.
Ten aanzien van feit 3
Voor het aannemen van een criminele organisatie is vereist dat sprake is van een
gestructureerd en duurzaam samenwerkingsverband tussen twee of meer personen met
een bepaalde organisatiegraad. Om te kunnen spreken van deelneming in een criminele
organisatie is nodig dat de verdachte tot het samenwerkingsverband behoort én een aandeel
heeft in gedragingen, dan wel die gedragingen ondersteunt, die strekken tot of rechtstreeks
verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie (het naaste
doel van de organisatie). Het is voldoende dat de verdachte in zijn algemeenheid weet dat de
organisatie het plegen van misdrijven tot oogmerk heeft.
Naar het oordeel van de rechtbank is er tussen de verdachte en [medeverdachte 1] sprake van een dergelijk duurzaam samenwerkingsverband en een structuur. Uit de verklaring van de verdachte en hetgeen over de tap en op de filmpjes is gezien en gehoord, blijkt niet alleen dat de verdachte zijn eigen hanen had op het terrein, maar dat ze ook gezamenlijke hanen hadden. De hanen werden afwisselend door beide verdachten verzorgd en ingezet bij verschillende hanengevechten. Ook de zoon van [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3 ] , was hierbij betrokken en had, zoals op de camerabeelden is te zien, een rol. De duurzaamheid is in dit geval gegeven door de tijdspanne waarin een en ander zich heeft afgespeeld, te weten de periode tussen maart 2018 en december 2018. Gelet op het vorenstaande acht de rechtbank daarom wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte heeft deelgenomen aan een organisatie welke tot oogmerk had het plegen van misdrijven als bedoeld in artikel 2.14 lid 1 van de Wet dieren.
3.4.3.
Ten aanzien van feit 4
De rechtbank zal voor de feiten met een opgave van bewijsmiddelen, als genoemd in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering volstaan. De verdachte heeft dit feit namelijk bekend en daarna niet anders verklaard. Daarnaast heeft de raadsman geen vrijspraak bepleit.
De rechtbank gebruikt de volgende bewijsmiddelen:
1. de bekennende verklaring van de verdachte afgelegd ter terechtzitting
van 22 juni 2022;
2. het proces-verbaal van bevindingen van team forensische opsporing/narcotica, opgemaakt op 13 december 2018, p. 461-463.
3.5
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
1.
hij in de periode van 20 maart 2018 tot en met 10 december 2018 te Bodegraven, gemeente Bodegraven-Reeuwijk, tezamen en in vereniging met een ander, meermalen, dieren aan dierengevechten heeft doen deelnemen, immers hebben hij en zijn mededader hanen meerdere malen doen deelnemen aan een hanengevecht;
2.
hij in de periode van 20 maart 2018 tot en met 10 december 2018 te Bodegraven, gemeente Bodegraven-Reeuwijk, tezamen en in vereniging met een ander zonder redelijk doel en met overschrijding van hetgeen ter bereiking van zodanig doel toelaatbaar was, telkens opzettelijk bij dieren, te weten hanen, pijn en letsel heeft veroorzaakt en de gezondheid en het welzijn van die dieren heeft benadeeld, immers hebben hij en zijn mededader deze hanen deel laten nemen aan gevechten en tegen elkaar laten vechten en tegen elkaar
opgehitst, waardoor deze hanen (ernstige) verwondingen hebben opgelopen en deze dieren de noodzakelijke zorg
isonthouden;
3.
hij in de periode van 20 maart 2018 tot en met 10 december 2018 te Bodegraven, gemeente Bodegraven-Reeuwijk, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten onder andere [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven als bedoeld in artikel 2.14 lid 1 van de Wet dieren;
4.
hij op 11 december 2018 te Zwammerdam, gemeente Alphen aan den Rijn, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 1475 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd (hasjiesj), zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en gecursiveerd weergegeven, zonder dat de verdachte daardoor in de verdediging is geschaad.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een taakstraf van 60 uren, subsidiair 30 dagen hechtenis, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, en tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee weken met een proeftijd van twee jaren en als bijzondere voorwaarde een verbod op het houden van hanen en kippen.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de rechtbank verzocht bij een strafoplegging rekening te houden met de overschrijding van de redelijke termijn en met het feit dat de verdachte zijn leven op de rit heeft.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straffen zijn in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Ernst van de feiten
De verdachte heeft in vereniging hanen laten deelnemen aan hanengevechten. Tijdens deze gevechten liepen de hanen (ernstig) letsel op. Door de hanen zonder enig redelijk doel te laten vechten, hebben de verdachte en zijn mededader het welzijn van de hanen benadeeld en zich schuldig gemaakt aan dierenmishandeling. Mensen hebben ten opzichte van dieren een speciale verantwoordelijkheid waar het gaat over het welzijn. De verdachte heeft zich niet aan die verantwoordelijkheid gehouden. De rechtbank neemt het de verdachte erg kwalijk dat hij geen respect heeft gehad voor het leven van de hanen en het welzijn en de gezondheid van de hanen heeft benadeeld. Daarnaast wordt de verdachte veroordeeld voor de deelname aan een criminele organisatie. De criminele organisatie had als oogmerk het laten deelnemen van hanen aan gevechten, waarbij de hanen steeds met dat doel werden verzorgd en getraind. Daarbij verdient opmerking dat de dieren niet werden verzorgd met het oog op een fijn leven, maar om de dieren in te zetten bij hanengevechten.
Ten slotte heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het aanwezig hebben van
1.475 gram hasjiesj. Het is algemeen bekend dat drugs, mede vanwege de zeer verslavende werking ervan, schadelijk zijn voor de gezondheid van de gebruikers. Daarnaast is het gebruik ervan, onder andere door de daarmee gepaard gaande criminaliteit, bezwarend voor de samenleving.
Strafblad
De rechtbank heeft rekening gehouden met het strafblad van de verdachte van 31 mei 2022, waaruit blijkt dat hij de afgelopen jaren niet in aanraking is gekomen met politie en justitie.
Overschrijding redelijke termijn
De rechtbank stelt voorop dat in artikel 6, eerste lid, van het EVRM het recht van iedere verdachte is gewaarborgd om binnen een redelijke termijn te worden berecht. Als uitgangspunt heeft in deze zaak te gelden dat de behandeling ter terechtzitting dient te zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaren nadat de redelijke termijn is aangevangen, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden. De feiten zijn in de periode van 20 maart 2018 tot 10 december 2018 gepleegd, de verdachte is op 11 december 2018 voor het eerst verhoord en in verzekering gesteld en de redelijke termijn waarbinnen de strafzaak moet worden behandeld, is aldus inmiddels met bijna achttien maanden overschreden. Volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad zal deze overschrijding matiging van de hierna te vermelden op te leggen straf tot gevolg moeten hebben.
De op te leggen straf
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, vindt de rechtbank een taakstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats. De rechtbank komt tot een hogere taakstraf dan de officier van justitie heeft geëist, omdat op grond van de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting het aanwezig hebben van 500 tot 2500 gram softdrugs een taakstraf van 100 uren rechtvaardigt. Zonder rekening te houden met de overschrijding van de redelijke termijn is het uitgangspunt dus dat alleen al voor feit 4 een taakstraf van 100 uren wordt opgelegd.
Alles overwegende zal de rechtbank aan de verdachte een taakstraf van in totaal 80 uren opleggen. Daarnaast acht de rechtbank een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken passend en geboden, enerzijds om de ernst van de gepleegde feiten tot uitdrukking te brengen en anderzijds om de verdachte ervan te weerhouden zich in de toekomst opnieuw aan strafbare feiten schuldig te maken. De rechtbank zal een proeftijd van twee jaren vaststellen en daaraan als bijzondere voorwaarde het verbod op het houden van hanen en kippen verbinden om zo de kans op recidive terug te dringen.

7.De in beslag genomen voorwerpen

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier heeft de verbeurdverklaring van de op de beslaglijst onder 1 tot en met 15, 18 en 19 genummerde voorwerpen gevorderd. Ten aanzien van het onder 16 genummerde voorwerp heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat het voorwerp teruggegeven kan worden aan de verdachte. Ten aanzien van het onder 17 genummerde voorwerp heeft de officier van justitie gevorderd dat het voorwerp wordt onttrokken aan het verkeer.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich ten aanzien van het beslag gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de op de beslaglijst onder 1 tot en met 16, 18 en 19 genummerde voorwerpen verbeurd verklaren. Deze voorwerpen zijn voor verbeurdverklaring vatbaar, aangezien de voorwerpen aan de verdachte toebehoren en de voorwerpen gebruikt zijn bij het onder feit 1 gepleegde feit.
De rechtbank zal het op de beslaglijst onder 17 genummerde voorwerp onttrekken aan het verkeer, aangezien met betrekking tot dit voorwerp het onder feit 1 bewezenverklaarde is begaan en het voorwerp van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is het met algemeen belang.

8.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straffen en maatregel zijn gegrond op de artikelen:
- 14 a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33, 33a, 36b, 36c, 47, 57 en 141 van het Wetboek van Strafrecht;
- 2.1, 2.14, 8.11 en 8.12 van de Wet dieren;
- 3 en 11 van de Opiumwet, en de daarbij behorende lijst II;
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals die ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

9.De beslissing

De rechtbank:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 3.5 bewezen is verklaard en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 1:
het zich gedragen in strijd met het voorschrift vastgesteld bij artikel 2.14 eerste lid van de Wet Dieren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 2:
het zich gedragen in strijd met het voorschrift vastgesteld bij artikel 2.1 eerste lid van de Wet Dieren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 3:
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven;
ten aanzien van feit 4:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
verklaart het bewezenverklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een taakstraf voor de tijd van
80 (TACHTIG) UREN;
beveelt, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de tijd van
40 (VEERTIG) DAGEN;
beveelt dat de tijd, door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de hem opgelegde taakstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
bepaalt de maatstaf volgens welke de aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht zal geschieden op 2 uren per dag;
veroordeelt de verdachte voorts tot:
een
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (TWEE) WEKEN;
bepaalt dat die gevangenisstraf
nietzal worden ten uitvoer gelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op twee jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
en stelt als bijzondere voorwaarden dat de verdachte:
- gedurende de proeftijd geen hanen of kippen houdt, of door (een) ander(en) laat houden;
- meewerkt aan de controles op bovengenoemde voorwaarde door de ambtenaren van de Landelijke Inspectie Dierenbescherming (LID) en daartoe – voor zover de controles ertoe dienen toezicht te houden op de gestelde voorwaarde – aan genoemde ambtenaren toegang verschaft tot het erf, de woning en de overige op het erf aanwezige gebouwen;
draagt het Openbaar Ministerie op om de Landelijke Inspectie Dierenbescherming (LID) in kennis te stellen van het aan de verdachte opgelegd houdverbod en haar toezichthoudende taak in deze;
de in beslag genomen goederen
verklaart verbeurd de op de beslaglijst onder 1 tot en met 16, 18 en 19 genummerde genummerde voorwerpen, te weten:
1- 1.00 STK Weegschaal Kl:zwart;
2- 1.00 STK Kist;
3- 3.00 STK Stof Kl:rood/groen;
4- 3.00 STK Vijl;
5- 1.00 STK Naaigarnituur;
6- 2.00 STK Stof;
7- 1.00 STK Onderdeel;
8- 1.00 STK Tapeband Kl:zwart;
9- 1.00 STK Spuitbus;
10- 4.00 STK Hoes;
11- 24.00 STK Mes
12- 1.00 STK Gaas Kl:zwart;
13- 8.00 STK Onderdeel;
14- 1.00 STK Vijl Kl:zwart/grij;
15- 3.00 STK Stof Kl:brui/zwart;
16- 1.00 STK Administratie Kl:bruin;
18- 2.00 STK Stof Kl:beige;
19- 1.00 STK Huidverzorgingscrème;
verklaart onttrokken aan het verkeer het op de beslaglijst onder 17 genoemde voorwerp, te weten:
17- 1.00 STK Zweep Kl:zwart.
Dit vonnis is gewezen door
mr. V.J. de Haan, voorzitter,
mr. S.E. Postema, rechter,
mr. S. Pereth, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. E. Özsoy, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 6 juli 2022.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van alle processen-verbaal opgemaakt in het onderzoek DHRBA18003 (Piccolo), met het
2.Proces-verbaal van bevindingen, inclusief bijlagen, p. 75-115.
3.Proces-verbaal van de Stichting Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming, p. 71-74.
4.Proces-verbaal van bevindingen, p. 158.
5.Proces-verbaal van bevindingen, p. 171-268.
6.Proces-verbaal van bevindingen, p. 183-184.
7.Proces-verbaal van bevindingen, p. 185-186.
8.Proces-verbaal van bevindingen, p. 234-235.
9.Proces-verbaal van bevindingen, p. 239.
10.Proces-verbaal van bevindingen, p. 198.
11.Proces-verbaal van bevindingen, p. 206-207.
12.Proces-verbaal van bevindingen, p. 204.
13.Proces-verbaal van bevindingen, p. 258-260.
14.Proces-verbaal van bevindingen, p. 212-213.
15.Proces-verbaal van bevindingen, p. 265.
16.Proces-verbaal van bevindingen, inclusief bijlagen, p. 315-337.
17.Verklaring verdachte afgelegd ter terechtzitting van 22 juni 2022.
18.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1052-1055.
19.Verklaring verdachte afgelegd ter terechtzitting van 22 juni 2022.