ECLI:NL:RBDHA:2022:6419
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- C.G. Meerder
- Rechtspraak.nl
Herziening van bijstandsrecht en toepassing van de kostendelersnorm in het bestuursrecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 juni 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen het college van burgemeester en wethouders van Den Haag en een eiser die een bijstandsuitkering ontvangt op grond van de Participatiewet (Pw). De zaak betreft de herziening van het recht op bijstand van de eiser, waarbij de kostendelersnorm is gewijzigd naar een huishouden met vier personen. De eiser, die sinds 8 oktober 2013 een bijstandsuitkering ontvangt, heeft bezwaar gemaakt tegen de herziening van zijn bijstandsrecht, omdat hij van mening is dat zijn dochter, die lijdt aan ernstige tinnitus en daardoor niet in staat is om een inkomen te verwerven, niet als kostendelende medebewoner moet worden aangemerkt.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dochter van de eiser, die 21 jaar oud is, in dezelfde woning woont en daarom volgens de wet als kostendelende medebewoner moet worden aangemerkt. De rechtbank heeft de argumenten van de eiser over de medische situatie van zijn dochter overwogen, maar geconcludeerd dat deze omstandigheden niet kunnen leiden tot een uitzondering op de toepassing van de kostendelersnorm. De wetgever heeft met de invoering van de kostendelersnorm beoogd om rekening te houden met de voordelen van het delen van kosten in een huishouden, ongeacht of de bewoners daadwerkelijk bijdragen aan de kosten.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van de eiser ongegrond verklaard, wat betekent dat de herziening van de bijstandsuitkering en de toepassing van de kostendelersnorm door de gemeente rechtmatig zijn. De uitspraak is gedaan door mr. C.G. Meerder, rechter, en is openbaar uitgesproken op 24 juni 2022.