Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[naam] verzoeker
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In de zaak tussen de verzoeker en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 28 juni 2022 uitspraak gedaan. De verzoeker had een voorlopige voorziening aangevraagd na de afwijzing van zijn opvolgende asielaanvraag, die op 9 maart 2022 door de staatssecretaris niet-ontvankelijk was verklaard. De verzoeker heeft beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 3 juni 2022, waar de verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk, is het verzoek behandeld. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er reeds een uitspraak was gedaan in een gerelateerde zaak (NL22.4345), wat de afwijzing van het verzoek om voorlopige voorziening rechtvaardigde. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling en heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van mr. N.M.L. van der Kammen als griffier, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.