ECLI:NL:RBDHA:2022:6399

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
28 juni 2022
Publicatiedatum
4 juli 2022
Zaaknummer
NL22.7383
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak

Op 28 juni 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de afwijzing van aanvragen voor asielvergunningen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De verzoekers, waaronder minderjarige kinderen, hadden tegen de besluiten van 20 april 2022 beroep ingesteld en verzochten om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 2 juni 2022 in Breda, waar de verzoekers zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigde, mr. E. van Hoof, en de verweerder door mr. S.D.C.J. Verheezen.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er recentelijk al uitspraak is gedaan op de beroepen in samenhangige zaken, waardoor de verzoeken om voorlopige voorziening nu worden afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Deze uitspraak benadrukt de strikte toepassing van de asielprocedures en de mogelijkheden voor verzoekers om voorlopige voorzieningen aan te vragen, maar ook de beperkingen die daarbij gelden. De rechtbank heeft de verzoeken om voorlopige voorzieningen afgewezen, wat betekent dat de aanvragen voor asielvergunningen als kennelijk ongegrond zijn beoordeeld.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummers: NL22.7383 en NL.22.7437

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[naam], eiseres,

V-nummer: [nummer]

en [naam2], eiser,

V-nummer: [nummer2]
Namens de minderjarige kinderen gezamenlijk: eisers,
(gemachtigde: mr. K. Logtenberg),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. E. van Hoof).

Procesverloop

Bij afzonderlijke besluiten van 20 april 2022 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de aanvragen van verzoekers tot het verlenen van een asielvergunning voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoekers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL22.7383 en NL.22.7437, op 2 juni 2022 op zitting behandeld te Breda. Verzoekers hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummers NL22.7382 en NL.22.7435, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K. Verschueren, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.S.D.C.J. Verheezen, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.