ECLI:NL:RBDHA:2022:6356
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een dwangakkoord ondanks weigering van de grootste schuldeiser in een problematische schuldensituatie
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 30 juni 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot oplegging van een dwangakkoord. De verzoeker, die in een problematische schuldensituatie verkeert met een totale schuldenlast van € 1.066.566,44, had een voorstel gedaan aan zijn schuldeisers. Dit voorstel hield in dat een deel van de vorderingen zou worden voldaan en het resterende deel zou worden kwijtgescholden. Echter, de grootste schuldeiser, die 99,59% van de totale schuldenlast vertegenwoordigt, ging niet akkoord met het voorstel. De verzoeker heeft de rechtbank verzocht om het akkoord dwingend op te leggen, wat door de rechtbank is toegewezen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldbemiddeling op de juiste wijze is uitgevoerd door een bevoegde instantie, Plangroep. De rechtbank heeft ook een belangenafweging gemaakt en geconcludeerd dat het onredelijk zou zijn voor de grootste schuldeiser om in te stemmen met de aangeboden schuldregeling. De rechtbank heeft daarbij de problematische schuldenlast van de verzoeker en het belang van een schuldenvrije toekomst voor hem in overweging genomen. De rechtbank heeft geoordeeld dat het voorstel van de verzoeker het maximaal haalbare is en dat de weigering van de grootste schuldeiser om in te stemmen met de regeling onredelijk is.
De rechtbank heeft het verzoek van de verzoeker om een dwangakkoord op te leggen toegewezen en het verzoek om toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) afgewezen. De beslissing is openbaar uitgesproken en biedt de verzoeker perspectief op een schuldenvrije toekomst na een periode van 15 jaar en meerdere procedures.