Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 17 juli 2020 met producties 1-29, waarbij de [heer A] deze procedure aanhangig heeft gemaakt;
- de conclusie van antwoord van 14 oktober 2020 met producties 1-5,
- het bericht van mr. Duijsens van 23 december 2020, inhoudende dat de [heer A] op 24 september 2020 is overleden en dat daarom wordt gevraagd om schorsing van de procedure op grond van artikel 225 van Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv);
- de akte van de [erven A] van 16 februari 2022, inhoudende dat zij de procedure overnemen, met als bijlage de verklaring van erfrecht,
- de antwoordakte van de Gemeente van 16 maart 2022,
- het tussenvonnis van 4 mei 2022 waarbij een mondelinge behandeling is bevolen,
- het bericht van de griffie van 31 mei 2022 houdende een bevel tot uitlaten aan de [erven A] op grond van artikel 22 Rv,
- de akte van de [erven A] van 2 juni 2022,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 9 juni 2022.
2.Waar gaat de zaak over?
3.De beoordeling
1.126,00(2,0 punten × tarief € 563)