Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[Naam], eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Beslissing
Overwegingen
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 27 juni 2022 uitspraak gedaan in een asielzaak waarbij de eiser, die in Spanje verbleef, een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was de verweerder in deze procedure. De rechtbank heeft het beroep van de eiser ongegrond verklaard, nadat het beroep op 23 juni 2022 was behandeld. De rechtbank oordeelde dat de aanvraag van de eiser niet in behandeling was genomen omdat Spanje, waar de eiser voor zijn komst naar Nederland verbleef, het verzoek tot terugname op grond van de Dublinverordening had geaccepteerd. De rechtbank stelde vast dat de eiser niet had aangetoond dat er een reëel risico bestond op schending van zijn rechten bij overdracht aan Spanje. De rechtbank benadrukte dat het aan de eiser was om aan te tonen dat Spanje zijn internationale verplichtingen niet nakomt, wat hij niet had gedaan. Bovendien oordeelde de rechtbank dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een overdracht aan Spanje als onevenredig hard zouden kwalificeren. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris niet verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag van de eiser en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.