ECLI:NL:RBDHA:2022:6223

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 juni 2022
Publicatiedatum
28 juni 2022
Zaaknummer
NL21.19309
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van het verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 22 juni 2022 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, wiens naam niet is vermeld, had een asielaanvraag ingediend die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 6 december 2021 was afgewezen als kennelijk ongegrond. Tegen deze afwijzing heeft verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 25 mei 2022 behandeld tijdens een zitting in Breda, waar verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. R.P.G. van Bel, en waar ook een tolk, F. Ivanov-Aptekar, aanwezig was. De staatssecretaris werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. P. Bouman.

In de overwegingen van de uitspraak werd verwezen naar een eerdere uitspraak in een vergelijkbare zaak (NL21.19308), waarin de rechtbank op het beroep had beslist. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling en heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. W. Anker, voorzieningenrechter, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.19309

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam verzoeker], verzoeker

v-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. P. Bouman),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. R.P.G. van Bel).

Procesverloop

Bij besluit van 6 december 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL21.19308, op 25 mei 2022 op zitting behandeld te Breda. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen F. Ivanov-Aptekar. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL21.19308, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W. Anker, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.S.C. Spruijt, griffier, openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.