Bijlage: de regels
Voorzieningenstelsel Buitenland Defensiepersoneel
Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
(..)
c.
defensie-ambtenaarde militair of de ambtenaar;
l.
tegemoetkoming meerkosten beginperiodedat deel van de verplaatsingcomponent dat ineens bij aanvang plaatsing in het buitenland wordt uitgekeerd ter bestrijding van de meerkosten in de beginperiode van de plaatsing;
t.
metterwoon gevestigdhet daadwerkelijk wonen, zodanig dat de gezinsleden er het merendeel van de tijd de nacht doorbrengt, de maaltijden gebruikt en over het algemeen aldaar het leefpatroon heeft dat de gezinsleden volgens algemeen aanvaarde normen gewoonlijk op het huisadres pleegt te hebben;
Artikel 15a. Tegemoetkoming doorlopende kosten
1. De defensie-ambtenaar die geplaatst is in een gebied buiten Nederland, heeft bij aanvang van de plaatsing aanspraak op een eenmalige tegemoetkoming in de meerkosten beginperiode.
2. De bedragen van deze tegemoetkoming zijn opgenomen in tabel 18. De tabelbedragen gelden voor een plaatsingsperiode van 36 maanden. Bij alle plaatsingsperiodes die afwijken van 36 maanden, wordt de tegemoetkoming evenredig vastgesteld.
3. De hoogte van de tegemoetkoming wordt eenmalig, bij aanvang van de plaatsing, vastgesteld over de initiële plaatsingsduur.
4. Indien de plaatsing door onvoorziene omstandigheden voortijdig wordt beëindigd, en deze omstandigheden niet aan de defensieambtenaar te wijten zijn, wordt de tegemoetkoming niet teruggevorderd.
Artikel 28. Mogelijkheden tot afwijken
De Minister is bevoegd te beslissen in die gevallen waarin deze regeling naar zijn oordeel niet of niet in redelijkheid voorziet.
Tabel 18 Tegemoetkoming meerkosten beginperiode. Bedragen met ingang van 1 september 2021
binnen Europa
buiten Europa
Voor de defensieambtenaar die metterwoon gevestigd is in het land van plaatsing
€ 5.474,80
€ 9.802,36
Voor de defensieambtenaar die van rijkswege wordt gehuisvest in het land van plaatsing
€ 1.576,08
€ 2.629,48
Algemeen militair ambtenarenreglement
Artikel 17. Functietoewijzing en ontheffing uit de functie
1. Functietoewijzing en ontheffing uit een functie geschiedt door Onze Minister.
2. De functie wordt voor drie jaar toegewezen. De duur van de functievervulling kan met instemming van de militair worden verlengd tot een maximum van vijf jaar.
3. De militair is gehouden de hem toegewezen functie te vervullen.
4. In het laatste jaar van de functievervulling bedoeld in het tweede lid is de militair beschikbaar voor functietoewijzing.
5. Na ontheffing uit de functie volgt in beginsel functietoewijzing of bestemming voor een functieopleiding.
6. Indien de militair buiten staat is de hem toegewezen functie te vervullen, kunnen daaraan door Onze Minister consequenties worden verbonden.
7. In afwijking van het tweede lid kan voor bij ministeriële regeling aan te wijzen specifieke functiegroepen de functievervullingsduur worden vastgesteld tot een maximum van zeven jaar. In geval van een afwijkende functievervullingsduur van meer dan vijf jaar, kan tevens een van het vierde lid afwijkende termijn worden vastgesteld tot een maximum van vier jaar.
8. In afwijking van het vierde en het zevende lid is een militair gedurende de gehele duur van de functievervulling beschikbaar voor een functietoewijzing indien er sprake is van een bevordering als bedoeld in de artikel 24.
Artikel 115. Schadeloosstelling
Onze Minister kan de militair naar billijkheid schadeloos stellen voor schaden anders dan bedoeld in artikel 26 van het Inkomstenbesluit militairen en is bevoegd hieromtrent voor groepen van militairen regels te geven.
Burgerlijk ambtenarenreglement Defensie
Artikel 24. Duur functievervulling
1. De ambtenaar, die in vaste dienst is aangesteld en is tewerkgesteld in een functie waaraan schaal 9 of hoger van bijlage A van het Inkomstenbesluit burgerlijke ambtenaren defensie is verbonden, wordt voor een periode van ten hoogste vijf jaren in een functie tewerkgesteld. Deze tewerkstelling duurt voort, tenzij na afloop van die periode op basis van een met de betrokken ambtenaar gemaakte loopbaanafspraak een andere, passende functie wordt opgedragen. In beginsel dient met de ambtenaar overeenstemming te zijn bereikt over die andere functie.
2. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels ter uitvoering van het eerste lid worden gesteld.