3.1.In artikel 30a, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vw 2000 is bepaald dat een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet-ontvankelijk kan worden verklaard in de zin van artikel 33 van de Procedurerichtlijn als de vreemdeling in een andere lidstaat van de Europese Unie internationale bescherming geniet.
3.2.1.Uit artikel 3.106a van het Vb 2000, eerste lid, volgt dat de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd slechts niet-ontvankelijk wordt verklaard op grond van artikel 30a, eerste lid, onder a, b of c, van de Vw 2000 als alle relevante feiten en omstandigheden in aanmerking nemend, de vreemdeling in het betrokken derde land overeenkomstig de volgende beginselen zal worden behandeld:
a. het leven en de vrijheid worden niet bedreigd om redenen van ras, religie, nationaliteit, lidmaatschap van een bepaalde sociale groep of politieke overtuiging, en
b. er bestaat geen risico op ernstige schade als bedoeld in artikel 29, eerste lid, onder b, van de Wet, en
c. het beginsel van non-refoulement overeenkomstig het Vluchtelingenverdrag wordt nageleefd, en
d. het verbod op verwijdering in strijd met het recht op vrijwaring tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of vernederende behandeling, zoals neergelegd in het internationaal recht, wordt nageleefd, en
e. de mogelijkheid bestaat om om de vluchtelingenstatus te verzoeken en, indien hij als vluchteling wordt erkend, bescherming te ontvangen overeenkomstig het Vluchtelingenverdrag.
3.2.2.In het tweede lid is bepaald dat de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd slechts niet-ontvankelijk wordt verklaard op grond van artikel 30a, eerste lid, onder a, b of c, van de Vw 2000 als de vreemdeling een zodanige band heeft met het betrokken derde land dat het voor hem redelijk zou zijn naar dat land te gaan. Op grond van het derde lid, worden bij de beoordeling of sprake is van een band als bedoeld in het tweede lid, alle relevante feiten en omstandigheden betrokken, waaronder begrepen de aard, duur en omstandigheden van het eerder verblijf.
Internationale bescherming in Italië
4. Op 31 januari 2022 hebben de Italiaanse autoriteiten bevestigd dat aan eiseres internationale bescherming is verleend in de zin van artikel 2, onder a, van de Kwalificatierichtlijn en dat de aan haar verleende verblijfsvergunning geldig is tot 18 maart 2024. Dit punt is niet in geschil tussen partijen.
5. Eiseres voert aan dat verweerder in het bestreden besluit geen woord wijdt aan een groot deel van de argumenten uit de zienswijze. Verweerder houdt een algemeen verhaal, maar verzuimt in te gaan op de concrete situatie van eiseres en de argumenten die in dat verband naar voren zijn gebracht.
Zo wordt in de zienswijze betoogd dat verweerder een onjuiste toepassing geeft aan de leden 2 en 3 van artikel 3.106a van het Vb. In strijd met dit artikel heeft verweerder op geen enkele wijze een beoordeling gemaakt van de door eiseres aangedragen feiten en omstandigheden op grond waarvan zij stelt dat het voor haar niet redelijk is om naar Italië terug te gaan. Als relevante feiten en omstandigheden als bedoeld in het hiervoor genoemde tweede en derde lid voert eiseres haar negatieve ervaringen in Italië aan, waarover zij concreet heeft verklaard en die zij in haar zienswijze opnieuw benoemt.
Daarnaast heeft eiseres verwezen naar concrete passages uit een brief van Vluchtelingenwerk Nederland van juli 2021 “Veel gestelde vragen Italië – Positie statushouders” waarin een moeilijke situatie voor statushouders in Italië wordt geschetst. Daarbij is concreet aangegeven wat deze informatie betekent in de specifieke situatie van eiseres. Verweerder is hier niet op ingegaan.
Verder heeft eiseres in de zienswijze gewezen op de rol die de rechten van het kind dienen te spelen in de besluitvorming. Ook op dit punt is verweerder in het bestreden besluit niet ingegaan.
6. De rechtbank is het met eiseres eens dat verweerder in het bestreden besluit enkel standaard overwegingen heeft gebruikt en geen op de persoon toegespitste motivering heeft opgenomen wat betreft de door eiseres aangevoerde feiten en omstandigheden.