Op 24 juni 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door W. van Rheenen, had bezwaar gemaakt tegen de omgevingsvergunning die op 23 maart 2022 door het college van burgemeester en wethouders van Noordwijk was verleend aan vergunninghoudster Combinatie Novaform-Trebbe B.V. voor de bouw van 24 grondgebonden woningen op het St. Bavo terrein, fase 1D, te Noordwijkerhout. Verzoeker vreesde voor de gevolgen van de bouw nabij zijn percelen en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening.
Tijdens de zitting op 24 juni 2022 waren naast verzoeker en zijn gemachtigde ook de gemachtigden van het college en de vergunninghoudster aanwezig. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Hij oordeelde dat het bestreden besluit een gebonden beschikking betreft, wat betekent dat de omgevingsvergunning verleend moest worden, tenzij er weigeringsgronden aanwezig zijn. Het geldende bestemmingsplan was onherroepelijk en er waren geen strijdige regels die de vergunning in de weg stonden. Ook andere verzoeksgronden van verzoeker werden verworpen, waaronder zorgen over stikstofdepositie en het ISG-beleid.
De voorzieningenrechter benadrukte dat zijn oordeel voorlopig is en geen bindende werking heeft voor een eventueel bodemgeding. Er werd geen aanleiding gezien voor vergoeding van griffierecht of proceskosten. De uitspraak werd in het openbaar gedaan en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.