ECLI:NL:RBDHA:2022:6076

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 juni 2022
Publicatiedatum
24 juni 2022
Zaaknummer
22-3313
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake omgevingsvergunning voor de bouw van 24 woningen te Noordwijkerhout

Op 24 juni 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door W. van Rheenen, had bezwaar gemaakt tegen de omgevingsvergunning die op 23 maart 2022 door het college van burgemeester en wethouders van Noordwijk was verleend aan vergunninghoudster Combinatie Novaform-Trebbe B.V. voor de bouw van 24 grondgebonden woningen op het St. Bavo terrein, fase 1D, te Noordwijkerhout. Verzoeker vreesde voor de gevolgen van de bouw nabij zijn percelen en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening.

Tijdens de zitting op 24 juni 2022 waren naast verzoeker en zijn gemachtigde ook de gemachtigden van het college en de vergunninghoudster aanwezig. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Hij oordeelde dat het bestreden besluit een gebonden beschikking betreft, wat betekent dat de omgevingsvergunning verleend moest worden, tenzij er weigeringsgronden aanwezig zijn. Het geldende bestemmingsplan was onherroepelijk en er waren geen strijdige regels die de vergunning in de weg stonden. Ook andere verzoeksgronden van verzoeker werden verworpen, waaronder zorgen over stikstofdepositie en het ISG-beleid.

De voorzieningenrechter benadrukte dat zijn oordeel voorlopig is en geen bindende werking heeft voor een eventueel bodemgeding. Er werd geen aanleiding gezien voor vergoeding van griffierecht of proceskosten. De uitspraak werd in het openbaar gedaan en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

Rechtbank DEN Haag
Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 22/3313

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van

24 juni 2022 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[verzoeker], uit [woonplaats], verzoeker

(gemachtigde: W. van Rheenen),
en

het college van burgemeester en wethouders van Noordwijk (het college)

(gemachtigde: S. Verouden).
Als derde-partij neemt aan de zaak deel:
Combinatie Novaform-Trebbe B.V.uit Rotterdam (vergunninghoudster)
(gemachtigde: mr. R.J.H. Minkhorst).

Inleiding

Met het bestreden besluit van 23 maart 2022 heeft het college vergunninghoudster een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van 24 grondgebonden woningen op de locatie St. Bavo terrein, fase 1D, te Noordwijkerhout. Verzoeker heeft hiertegen bezwaar gemaakt.
Verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het college heeft op het verzoek gereageerd met een verweerschrift.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 24 juni 2022 op zitting behandeld.
Hieraan hebben deelgenomen: verzoeker en zijn echtgenote, de gemachtigde van verzoeker,
de gemachtigde van het college, de gemachtigde van vergunninghoudster en [A] en
[B], namens vergunninghoudster.
Na afloop van de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.

Overwegingen

1. De voorzieningenrechter geeft hiervoor de volgende motivering.
2. De voorzieningenrechter begrijpt de zorgen die bij verzoeker leven over de voorziene bouw van woningen nabij zijn percelen. Het bestreden besluit is echter een zogeheten gebonden beschikking. Dat betekent dat de gevraagde omgevingsvergunning moet worden verleend, tenzij zich weigeringsgronden voordoen als bedoeld in artikel 2.10 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Het ter plaatse geldende bestemmingsplan “Chw Omgevingsplan Bavoterrein” is onherroepelijk. Het bouwplan is hiermee niet in strijd. Het bestemmingsplan bevat geen regels over een spuitzone of andere zonering. Van een strijd met dergelijke regels kan daarom geen sprake zijn, zodat verweerder de omgevingsvergunning niet kon weigeren vanwege een spuitzone of zonering. Verder voldoet het bouwplan aan het Bouwbesluit, de Bouwverordening en redelijke eisen van welstand. Dit is door verzoekers ook niet betwist. Dus was het college verplicht de gevraagde omgevingsvergunning te verlenen.
2.1.
De andere verzoeksgronden slagen ook niet. Het ISG-beleid is ook geen weigeringsgrond voor de omgevingsvergunning en er is in verband met de te verwachten stikstofdepositie een vergunning op grond van de Wet natuurbescherming verleend, die onherroepelijk is. Verder is er geen reden om strijd met het motiverings-, en zorgvuldigheidsbeginsel aan te nemen.
3. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
4. Voor vergoeding van het griffierecht of een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J. Schaaf, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van drs. A.C.P. Witsiers, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 24 juni 2022.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.