ECLI:NL:RBDHA:2022:6055
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot toestemming voor indienen van stukken in hoger beroep na sluiting van het debat
In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een kort geding, vordert eiseres Ter Haak Beheer B.V. dat gedaagde Peinemann Heftrucks B.V. meewerkt aan het indienen van stukken bij het gerechtshof, nadat het debat daar al is gesloten en de zaak voor arrest staat. De vordering is gebaseerd op een geschil over de betaling van huurpenningen en de interpretatie van een vaststellingsovereenkomst uit 2018, waarin een borgstelling door Exploitatie Maatschappij Amerikahaven B.V. (EMA) is opgenomen. Ter Haak stelt dat de partijen bij de overeenkomst eigenlijk een schuldoverneming beoogden, maar dat dit niet correct is verwoord. Peinemann betwist dit en stelt dat Ter Haak hoofdschuldenaar is gebleven.
De voorzieningenrechter heeft op 15 juni 2022 de mondelinge uitspraak gedaan. Ter Haak heeft in het kort geding gevorderd dat Peinemann toestemming verleent om een taxatierapport in te dienen bij het gerechtshof, dat volgens Ter Haak relevant bewijs bevat dat de financiële positie van EMA anders is dan eerder werd aangenomen. Peinemann weigert deze toestemming, en de voorzieningenrechter oordeelt dat deze weigering niet onrechtmatig is. De voorzieningenrechter wijst erop dat na sluiting van het debat geen nieuwe stukken meer mogen worden ingediend, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn. In dit geval is er geen sprake van nieuwe informatie die niet eerder bekend was.
De voorzieningenrechter wijst de vordering van Ter Haak af en veroordeelt haar in de kosten van het geding. De kosten worden begroot op € 1.692,--, waarvan € 1.016,-- aan salaris advocaat en € 676,-- aan griffierecht. De kostenveroordeling is uitvoerbaar bij voorraad.