In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 juni 2022 uitspraak gedaan in de zaken NL22.8865 en NL22.8866, waarbij eiseres, een Zuid-Afrikaanse vrouw, in beroep is gegaan tegen de afwijzing van haar asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank heeft de aanvraag afgewezen omdat de staatssecretaris de problemen van eiseres met haar familie als ongeloofwaardig heeft beoordeeld. Eiseres heeft aangevoerd dat zij en haar man bedreigd en mishandeld zijn door haar familie vanwege haar bekering tot de Islam. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres niet in haar belangen is geschaad door het gebruik van een niet-registertolk tijdens het gehoor, aangezien er geen communicatieproblemen zijn aangetoond. De rechtbank oordeelt dat de problemen met de familie van eiseres niet voldoende zijn onderbouwd en dat er geen bewijs is dat de discriminatie en geweldsincidenten zodanig zijn dat het leven voor eiseres en haar man in Zuid-Afrika onmogelijk wordt gemaakt. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen connexiteit meer is. De uitspraak is gedaan door mr. M.D. Gunster, rechter, en mr. F.E.J. Valk, griffier, en is openbaar gemaakt op 28 juni 2022.