Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 februari 2022 in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
het college van burgemeester en wethouders van Gouda, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Op 9 oktober 2019 verliep immers de doelgroepverklaring van eiser en daarom moest het recht van eiser op een bijstandsuitkering ná die datum beoordeeld worden. Bij het verlenen van een eerste doelgroepverklaring moet voldoende duidelijkheid worden verschaft over de overnachtingsplekken in Gouda gedurende de voorafgaande periode, omdat verweerder dan vaak nog niet bekend is met de aanvrager van de doelgroepverklaring. Eiser was bekend bij verweerder en daarom is aan hem een doelgroepverklaring verstrekt en een bijstandsuitkering toegekend tot 9 oktober 2019. Informatie van voor 9 oktober 2019 is dan ook niet meer relevant.
9 oktober 2019. Uit dit onderzoek is naar het oordeel van de rechtbank genoegzaam gebleken dat eiser niet slaapt op de door hem opgegeven slaapplekken. Daarom was eisers daadwerkelijke hoofdverblijf in de gemeente Gouda niet vast te stellen. Hieruit volgt dat verweerder terecht eisers recht op bijstand met ingang van 9 oktober 2019 heeft ingetrokken. De beroepsgrond slaagt niet.