ECLI:NL:RBDHA:2022:591
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een dwangakkoord in een faillissementszaak met problematische schulden
In deze zaak heeft de heer [verzoeker] een verzoek ingediend bij de Rechtbank Den Haag om een dwangakkoord op te leggen aan zijn schuldeiser, de heer [verweerder]. De heer [verzoeker] verkeert in een problematische schuldensituatie met een totale schuldenlast van € 70.790,10 aan zestien schuldeisers. Hij heeft een voorstel gedaan aan zijn schuldeisers, waarbij hij een deel van de vorderingen wil voldoen en het resterende deel wil laten kwijtschelden. De heer [verweerder] is echter de enige schuldeiser die niet akkoord gaat met dit voorstel, wat de heer [verzoeker] heeft doen besluiten om de rechtbank te verzoeken het akkoord dwingend op te leggen.
De rechtbank heeft de verzoeken van de heer [verzoeker] behandeld op een zitting op 20 januari 2022, waar verschillende betrokkenen aanwezig waren, waaronder de heer [verzoeker] zelf en zijn schuldhulpverlener. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldbemiddeling op de juiste wijze is uitgevoerd door een bevoegde instantie, en dat het voorstel goed gedocumenteerd is. De rechtbank heeft een belangenafweging gemaakt en geconcludeerd dat de weigering van de heer [verweerder] om in te stemmen met het aangeboden akkoord onredelijk is, gezien de omstandigheden.
De rechtbank heeft uiteindelijk besloten om het verzoek van de heer [verzoeker] toe te wijzen en de heer [verweerder] te bevelen in te stemmen met de schuldregeling. Tevens is het verzoek van de heer [verzoeker] om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) afgewezen, omdat het dwangakkoord nu van toepassing is. Deze beslissing is genomen door mr. R.G.C. Veneman, rechter, en is openbaar uitgesproken op 27 januari 2022.