ECLI:NL:RBDHA:2022:590
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.G.C. Veneman
- B.A.H. van der Ven LL.B.
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een dwangakkoord in een faillissementszaak met problematische schulden
In deze zaak heeft mevrouw [verzoekster] een verzoek ingediend bij de Rechtbank Den Haag om een dwangakkoord op te leggen aan haar schuldeiser, de heer [verweerder]. Mevrouw [verzoekster] verkeert in een problematische schuldensituatie met een totale schuldenlast van € 29.050,91 aan negen schuldeisers. Ondanks haar inspanningen om een schuldregeling te treffen, heeft de heer [verweerder] als enige schuldeiser geweigerd in te stemmen met het aangeboden voorstel. Dit voorstel, dat is opgesteld met hulp van de Kredietbank [X], houdt in dat de schuldeisers met voorrang een uitkering van 7,56% ontvangen en de overige schuldeisers 3,78%, met kwijtschelding van het restant van hun vorderingen.
De rechtbank heeft de verzoeken van mevrouw [verzoekster] op de zitting van 20 januari 2022 behandeld. De rechtbank oordeelt dat de schuldbemiddeling op de juiste wijze is uitgevoerd en dat het voorstel goed gedocumenteerd is. De rechtbank heeft een belangenafweging gemaakt en geconcludeerd dat de weigering van de heer [verweerder] om in te stemmen met het akkoord onredelijk is, gezien het feit dat de meerderheid van de schuldeisers, die samen 81,1% van de schuldenlast vertegenwoordigen, wel heeft ingestemd.
De rechtbank heeft het verzoek van mevrouw [verzoekster] om een dwangakkoord op te leggen toegewezen en het verzoek om toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) afgewezen. De beslissing is genomen door mr. R.G.C. Veneman, rechter, en B.A.H. van der Ven LL.B., griffier, en is openbaar uitgesproken op 27 januari 2022. Tegen deze uitspraak kan binnen acht dagen hoger beroep worden ingesteld.