ECLI:NL:RBDHA:2022:5890
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering WIA-uitkering op basis van arbeidsongeschiktheidsschatting en geschiktheid voor passende arbeid
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 mei 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een docente gebarentaal, en de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (Uwv). Eiseres had een WIA-uitkering aangevraagd, maar het Uwv weigerde deze op basis van een praktische schatting van haar arbeidsongeschiktheid, die minder dan 35% bleek te zijn. Eiseres was van mening dat de schatting niet correct was, omdat zij zich in een 'witte ravenbaan' bevond en dat de Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) niet adequaat was. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak onderzocht, waaronder de medische rapporten van de verzekeringsartsen en de argumenten van eiseres. De rechtbank concludeerde dat de verzekeringsartsen zorgvuldig te werk waren gegaan en dat de rapporten geen tegenstrijdigheden vertoonden. Eiseres werd als minder dan 35% arbeidsongeschikt beoordeeld, wat betekende dat het Uwv terecht de WIA-uitkering had geweigerd. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.