In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 juni 2022 uitspraak gedaan in de faillissementsprocedure van B-Medical B.V. De rechtbank heeft op verzoek van B-Medical de afkoelingsperiode opgeheven, die eerder was ingesteld op 25 april 2022. B-Medical had op 28 maart 2022 een startverklaring ingediend en op 25 april 2022 werd een afkoelingsperiode afgekondigd tot 25 juni 2022. Op 12 juni 2022 verzocht B-Medical om opheffing van deze periode, voorafgaand aan de behandeling van haar eigen aangifte tot faillietverklaring. De voornaamste schuldeiser, Medice Arzneimittel Pütter GmbH & Co KG, heeft op 13 juni 2022 ingestemd met het verzoek tot opheffing. De rechtbank oordeelde dat B-Medical niet langer voldeed aan de voorwaarden voor de afkoelingsperiode, zoals vastgelegd in artikel 376 van de Faillissementswet. De rechtbank concludeerde dat het niet reëel was om een akkoord tot stand te brengen, gezien de tegenvallende uitverkoop van voorraad en het gebrek aan biedingen. De rechtbank heeft daarom de afkoelingsbeschikking opgeheven, waarmee de weg vrijgemaakt werd voor de faillietverklaring van B-Medical.