ECLI:NL:RBDHA:2022:5823
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Indiase eiser op grond van politieke activiteiten en veilig land van herkomst
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 maart 2022 uitspraak gedaan in het beroep van een Indiase eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiser, die stelt dat hij vanwege zijn politieke activiteiten in India gevaar loopt, heeft een verblijfsvergunning asiel aangevraagd. De staatssecretaris heeft deze aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond en een inreisverbod van twee jaar opgelegd. De rechtbank heeft het beroep van de eiser behandeld op 22 februari 2022, waarbij de eiser niet aanwezig was, maar de staatssecretaris zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
De eiser heeft gesteld dat hij lid is van de Indiase politieke partij [politieke partij 1] en dat hij vanwege zijn activiteiten voor deze partij, waaronder deelname aan boerenprotesten, gevaar loopt bij terugkeer naar India. Hij heeft ook problemen ondervonden met leden van de [politieke partij 2], die hem zouden hebben bedreigd en aangevallen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de staatssecretaris niet ten onrechte heeft geconcludeerd dat de problemen van de eiser met de [politieke partij 2] ongeloofwaardig zijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser geen prominente rol vervult binnen de [politieke partij 1] en dat het onaannemelijk is dat de [politieke partij 2] hem als doelwit zou hebben gekozen.
De rechtbank heeft verder overwogen dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat India als veilig land van herkomst kan worden aangemerkt voor de eiser. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij in de negatieve belangstelling van de autoriteiten staat of dat hij problemen zal ondervinden bij terugkeer naar India. Gelet op deze overwegingen heeft de rechtbank het beroep van de eiser ongegrond verklaard en de afwijzing van de asielaanvraag door de staatssecretaris bevestigd.