ECLI:NL:RBDHA:2022:5816

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 juni 2022
Publicatiedatum
16 juni 2022
Zaaknummer
AWB - 20 _ 6292
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering WIA-uitkering na zorgvuldige herbeoordeling van medische situatie en arbeidsongeschiktheid

Op 17 juni 2022 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over de weigering van een WIA-uitkering. Eiseres had eerder een tussenuitspraak ontvangen waarin werd vastgesteld dat het medisch onderzoek niet met de vereiste zorgvuldigheid was uitgevoerd. De rechtbank had verweerder de gelegenheid gegeven om het geconstateerde gebrek te herstellen. Verweerder heeft dit gedaan door eiseres alsnog medisch te onderzoeken, wat leidde tot een aanvullende motivering van het bestreden besluit. Eiseres was het niet eens met de conclusie van de verzekeringsarts en verzocht om een onafhankelijke deskundige. De rechtbank oordeelde dat het medisch onderzoek nu wel zorgvuldig was uitgevoerd en dat er geen reden was om aan de objectiviteit van de herbeoordeling te twijfelen. De rechtbank concludeerde dat eiseres op de datum in geding (22 juni 2020) minder dan 35% arbeidsongeschikt was, waardoor de weigering van de WIA-uitkering terecht was. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit, maar liet de rechtsgevolgen in stand. Eiseres kreeg proceskosten vergoed en het griffierecht werd ook aan haar terugbetaald.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 20/6292

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 juni 2022 in de zaak tussen

[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. W.P.J.M. van Gestel),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), verweerder
(gemachtigde: C. Schravesande).

Procesverloop

De rechtbank verwijst voor een weergave van het procesverloop naar de tussenuitspraak van 10 januari 2022.
Bij de tussenuitspraak heeft de rechtbank verweerder in de gelegenheid gesteld om binnen acht weken na verzending van deze tussenuitspraak, met inachtneming van wat daarin is overwogen, het geconstateerde gebrek in het bestreden besluit te herstellen.
Verweerder heeft in reactie op de tussenuitspraak bij brief van 28 januari 2022 een nadere motivering ingediend.
Eiseres heeft op 31 maart 2022 een schriftelijke zienswijze gegeven.
Bij brief van 3 mei 2022 heeft verweerder hierop gereageerd.
De rechtbank heeft bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft en het onderzoek op
1 juni 2022 gesloten.

Overwegingen

Tussenuitspraak
1. Deze uitspraak bouwt voort op de tussenuitspraak. De rechtbank blijft bij al wat zij in de tussenuitspraak heeft overwogen en beslist. In dat kader overweegt de rechtbank dat het haar niet vrij staat om terug te komen van zonder voorbehoud gegeven oordelen in de tussenuitspraak. Dit is alleen anders in zeer uitzonderlijke gevallen, die zich in dit geval niet voordoen.
2. In de tussenuitspraak heeft de rechtbank geoordeeld dat het medisch onderzoek niet met de vereiste zorgvuldigheid is geschied. De reden hiervan is dat zowel met betrekking tot de totstandkoming van het primaire besluit als met betrekking tot de totstandkoming van het bestreden besluit geen spreekuurcontact met een (geregistreerde) verzekeringsarts heeft plaatsgevonden. De rechtbank heeft in dit verband gewezen op de kwaliteitseisen verzekeringsgeneeskundig onderzoek zoals neergelegd in artikel 4 van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten. Gelet op het medisch dossier, de (medische) informatie die door eiseres is ingebracht en de verscheidenheid aan klachten van eiseres, was een spreekuurcontact met de verzekeringsarts b&b aangewezen en had niet achterwege gelaten mogen worden. De rechtbank heeft verweerder in de gelegenheid gesteld dit gebrek te herstellen door de motivering van het bestreden besluit te verbeteren dan wel door een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen.
Reactie verweerder
3. Verweerder heeft ervoor gekozen dit gebrek te herstellen met een aanvullende motivering. De verzekeringsarts b&b heeft op 27 januari 2022 aanvullend onderzoek verricht door eiseres alsnog zelf medisch te onderzoeken. In zijn rapport van 27 januari 2022 komt de verzekeringsarts b&b tot de conclusie dat er geen medische argumenten zijn om af te wijken van de primaire beoordeling. De verzekeringsarts b&b ziet geen reden om voor eiseres meer beperkingen te duiden in de FML.
Zienswijze eiseres
4. Eiseres kan zich niet verenigen met dit standpunt. Zij vindt dat uit het rapport van de verzekeringsarts b&b kan worden afgeleid dat van een objectieve heroverweging geen sprake is geweest. Om die reden verzoekt zij de rechtbank om een onafhankelijke deskundige te benoemen.
Nadere reactie van de verzekeringsarts b&b
5. In het aanvullende rapport van 2 mei 2022 heeft de verzekeringsarts b&b - kort samengevat - uiteengezet dat hij altijd een objectief onderzoek verricht, zonder vooroordeel, waarbij hij vanuit zijn professionaliteit volgens de eed van Hippocrates werkt.
Beoordeling door de rechtbank
Medische beoordeling
6. De rechtbank stelt bij haar beoordeling voorop dat het beoordelingsmoment van de medische toestand van eiseres 22 juni 2020 is. Dit is de datum in geding. De linker elleboogklachten die eiseres heeft als gevolg van het scooterongeluk kunnen niet worden meegenomen bij de beoordeling omdat dit ongeluk na de datum in geding, op 12 augustus 2020, heeft plaatsgevonden. Voor de beoordeling zijn verder alleen de beperkingen van eiseres die het gevolg zijn van medisch objectiveerbare ziektes of gebreken van belang.
7.1
Verweerder heeft zijn besluiten gebaseerd op rapporten van verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen. Hij mag die rapporten volgen als aan drie voorwaarden is voldaan. De rapporten moeten dan:
- op een zorgvuldige manier tot stand zijn gekomen;
- geen tegenstrijdigheden bevatten, en;
- voldoende begrijpelijk zijn.
7.2
Als eiseres van mening is dat een rapport niet aan deze voorwaarden voldoet, dan moet zij uitleggen waarom zij dat vindt. Als eiseres het niet eens is met de beoordeling van de verzekeringsartsen, dan moet zij informatie van een andere arts inbrengen waaruit kan worden afgeleid dat de beoordeling onjuist is. Het is niet genoeg als eiseres alleen haar gezondheidsklachten noemt.
Voldoet het medisch onderzoek thans aan de eisen?
8.1
De rechtbank is van oordeel dat verweerder met het aanvullende rapport van de verzekeringsarts b&b van 27 januari 2022 het in de tussenuitspraak vastgestelde motiveringsgebrek heeft hersteld. De verzekeringsarts b&b heeft eiseres op het spreekuur gezien waarbij een psychisch en lichamelijk onderzoek heeft plaatsgevonden. Er zijn geen aanwijzingen dat de verzekeringsarts b&b de klachten van eiseres niet serieus genoeg heeft onderzocht. De klachten die eiseres ervaart zijn tijdens het spreekuur uitgebreid besproken, onder meer bij het afnemen van de anamnese. Ook heeft de verzekeringsarts b&b nogmaals aandacht besteed aan het dagverhaal van eiseres. Dit dagverhaal staat helder omschreven in het rapport van de verzekeringsarts b&b van 27 januari 2022. Verder volgt hieruit dat lichamelijk onderzoek is verricht naar de schouder- en ellebooggewrichten en de rug en de knieën. Bij het psychiatrisch onderzoek is een normaal modulerend effect vastgesteld net zoals een licht sombere stemming, een goede concentratie en aandacht en een goed geheugen. In denken zijn evenmin afwijkingen vastgesteld. Gelet op de hiervoor vermelde onderzoeksactiviteiten, in samenhang met de nadere reactie van de verzekeringsarts b&b in het rapport 2 mei 2022, heeft de rechtbank geen redenen om te twijfelen aan de objectiviteit van de medische heroverweging die de verzekeringsarts b&b heeft verricht. De beroepsgronden die hierop zien, slagen daarom niet.
8.2
De rechtbank vindt ook dat de verzekeringsarts b&b voldoende inzichtelijk heeft gemotiveerd dat er geen reden is voor het aannemen van meer of andere beperkingen.
De rechtbank heeft bij haar oordeelsvorming niet alleen het rapport van 27 januari 2022 betrokken, maar ook de eerder in bezwaar en beroep uitgebrachte rapporten van 3 september 2020, 8 april 2021 en 1 september 2021. De verzekeringsarts b&b heeft uiteengezet dat per de datum in geding, geen sprake is van volledige arbeidsongeschiktheid. Eiseres valt niet in één van de uitzonderingscategorieën. Hiermee wordt bedoeld de (zeer strenge) uitzonderingscategorieën die in artikel 2, vijfde lid, van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten staan vermeld. Er is geen sprake van een opname in het ziekenhuis of instelling, bedlegerigheid, ontbrekende lichamelijke zelfredzaamheid, of een volledig onvermogen tot persoonlijk en sociaal functioneren op grond van een ernstige psychische stoornis.
8.3
Het feit dat geen sprake is van volledige arbeidsongeschiktheid, betekent dat benutbare mogelijkheden moeten worden aangenomen voor eiseres. Deze zijn in kaart gebracht in de FML van 24 juni 2020. De verzekeringsarts b&b heeft opgemerkt dat in de FML verregaande beperkingen zijn vastgesteld voor de forse knieklachten die eiseres heeft. Hierbij gaat het om beperkingen voor lopen, staan, traplopen en klimmen. Ook voor de linker schouderklachten zijn forse beperkingen vastgesteld, namelijk voor de items tillen, dragen, duwen en trekken. De verzekeringsarts b&b vindt dat hiermee afdoende rekening is gehouden met de linker schouderklachten. Laatstgenoemde beperkingen zijn ook van belang voor de rugklachten, waarvoor ook de beperking op het item buigen geldt.
De verzekeringsarts b&b vindt ook dat de beperkingen in de rubrieken persoonlijk en sociaal functioneren adequaat zijn aangegeven gelet op de verminderde psychische belastbaarheid. De rechtbank ziet geen aanleiding om aan de juistheid van de beoordeling van de verzekeringsarts b&b te twijfelen.
8.4
De beroepsgrond van eiseres dat verweerder ten onrechte geen rekening heeft gehouden met een medische urenbeperking treft evenmin doel. Volgens de Standaard Duurbelastbaarheid in Arbeid is een urenbeperking slechts toepasselijk in strikt omschreven gevallen:
- bij een energetische beperking als gevolg van ziekte en gebrek;
- een beperkte beschikbaarheid in verband met een noodzakelijke medische behandeling of
- vanuit preventief oogpunt ter voorkoming van een verslechtering van de medische toestand van de betrokkene.
8.5
De verzekeringsarts b&b heeft in zijn rapport van 3 september 2020 op heldere wijze uiteengezet dat deze gevallen niet van toepassing zijn op eiseres, waarbij hij heeft opgemerkt dat dit consistent is met de diagnose die van toepassing is en de afwezigheid van uitgebreide behandelingen rond de datum in geding. Hierbij is ook het dagverhaal van eiseres in aanmerking genomen. Dit is in overeenstemming met een volledige dag van benutbare mogelijkheden. Wel is rekening gehouden met niet ’s nachts werken. Dit komt tegemoet aan de slaapproblemen van eiseres en preventief ten aanzien van een verergering van de klachten.
8.6
De medische informatie die eiseres in beroep heeft ingestuurd, leidt niet tot een andere conclusie. Daarbij betrekt de rechtbank het nadere rapport van de verzekeringsarts b&b van 8 april 2021 waarin hij op de bedoelde medische informatie is ingegaan. De verzekeringsarts b&b heeft hierin afdoende uiteengezet dat er in de beschikbare informatie geen nieuwe feiten naar voren zijn gekomen die betrekking hebben op de medische situatie van eiseres per de datum in geding.
9. Gelet op het voorgaande bestond er naar het oordeel van de rechtbank geen twijfel over de belastbaarheid van eiseres op de datum in geding (22 juni 2020). Het verzoek om benoeming van een deskundige komt daarom niet voor inwilliging in aanmerking.
Arbeidskundige beoordeling
10. De arbeidsdeskundige b&b heeft de door de primaire arbeidsdeskundige geduide functies herbeoordeeld. Zij is tot de conclusie gekomen dat een aantal van die functies bij nader inzien niet geschikt zijn voor eiseres. Het Claimbeoordelings- en Borgingssysteem (CBBS) is daarom nogmaals geraadpleegd. De arbeidsdeskundige b&b selecteerde aan de hand van de FML de functies monteur printplaten (SBC-code 267051), productiemedewerker industrie (samenstellen van producten) (SBC-code 111180) en assemblagemedewerker besturingskasten en panelen (SBC-code 267071) voor eiseres.
In beroep heeft verweerder een nader rapport van de arbeidsdeskundige b&b van 31 mei 2021 overgelegd, waarin is ingegaan op de arbeidskundige beroepsgronden.
Monteur printplaten.
11.1
Eiseres wijst op de beperking die zij heeft voor het maken van schroefbewegingen met de linkerhand (onderdeel 4.6.1 van de FML). Uit het Resultaat functiebeoordeling van deze functie leidt zij af dat incidenteel handmatig een schroevendraaier wordt gehanteerd. De toelichting van de arbeidsdeskundige b&b dat eiseres dit met haar rechterhand kan doen, is onvoldoende. Zij zal met haar linkerhand bij deze beweging ondersteuning moeten geven, hetgeen te belastend is. Eiseres vindt de functie daarom niet geschikt.
11.2
De rechtbank vindt dat de arbeidsdeskundige b&b afdoende heeft gemotiveerd dat de belastbaarheid van eiseres met betrekking tot het maken van schroefbewegingen niet wordt overschreden. De arbeidsdeskundige b&b wijst erop dat eiseres met de rechterhand de schroevendraaier kan hanteren. Belasting van de linkerarm/hand komt hierbij niet voor. Als dat wel zo zou zijn, dan zou dat nadrukkelijk door de arbeidsdeskundig analist zijn beschreven, hetgeen niet is gebeurd. Dit staat vermeld in het rapport van de arbeidsdeskundige b&b van 31 mei 2021. De rechtbank heeft geen aanknopingspunten om dit onjuist te achten. Zij acht hierbij van belang dat de arbeidsdeskundige b&b op 7 september 2020 overleg heeft gevoerd met de verzekeringsarts b&b over de belastbaarheid van de linkerhand/arm. Hierbij is naar voren gekomen dat eiseres lichte ondersteuning kan bieden met de linkerarm, bijvoorbeeld bij het duwen of trekken. Indien bij het maken van schroefbewegingen de linkerarm/hand ondersteuning had moeten bieden, dan is dat mogelijk voor eiseres. De belasting die voorkomen moet worden, is het maken van schroefbewegingen tegen de weerstand in met de linkerhand, maar hiervan is geen sprake in de functie omdat de rechterhand gebruikt kan worden.
Ook overigens is voldoende gemotiveerd dat de functie voor eiseres geschikt is. Er komen enkele signaleringen voor op andere onderdelen, maar die zijn adequaat gemotiveerd door de eerste arbeidsdeskundige en de arbeidsdeskundige b&b.
Productiemedewerker industrie (samenstellen van producten)
12.1
Ook deze functie vindt eiseres om dezelfde reden niet geschikt vanwege de schroefbewegingen die gemaakt moeten worden. Uit het Resultaat functiebeschrijving blijkt dat voortdurend de schroevendraaier gehanteerd dient te worden.
12.2
Eiseres wijst verder op de (sterke) beperking die zij heeft voor het duwen en trekken (onderdeel 4.12.2 van de FML). Zij kan ongeveer 100 N (Newton) (10 kg) duwen of trekken. In de bedoelde functie is de belasting op dit punt 50 tot 150 N. De toelichting die de arbeidsdeskundige b&b heeft gegeven, waarbij zij opeens uitgaat van 50 tot 100 N, vindt eiseres onvoldoende. De functie is ook hierom niet geschikt voor eiseres.
12.3
Ook wat betreft de functie productiemedewerker industrie (samenstellen van producten) heeft de rechtbank geen aanwijzingen dat de belastbaarheid van eiseres wordt overschreden. De hiervoor onder 11.2 gegeven motivering, geldt ook voor het maken van schroefbewegingen in deze functie. De schroevendraaier kan met rechts gehanteerd worden, voor welke hand eiseres normaal belastbaar is. Ondersteuning met links is niet noodzakelijk voor het maken van de schroefbewegingen.
12.4
Met betrekking tot de belasting voor het duwen en trekken in de functie productiemedewerker industrie (samenstellen van producten) heeft de arbeidsdeskundige b&b in haar rapporten gewezen op de toelichting van de arbeidskundig analist op dit punt. Die toelichting komt erop neer dat het gaat om het verplaatsen van een kar met printplaten of componenten, over enkele meters, enkele keren per dag, 50 tot 100 N. Er is geen sprake van een belasting van meer dan 100 N. De belastbaarheid op dit onderdeel blijft daarom binnen de marge. Ook overigens is voldoende gemotiveerd dat de functie voor eiseres geschikt is. Er komen enkele signaleringen voor op andere onderdelen, maar die zijn adequaat gemotiveerd door de eerste arbeidsdeskundige en de arbeidsdeskundige b&b.
Assemblagemedewerker besturingskasten en panelen
13.1
Met betrekking tot deze functie heeft eiseres dezelfde beroepsgronden aangevoerd als voor de functie productiemedewerker industrie (samenstellen van producten). Ook in deze functie wordt intensief gewerkt met een schroevendraaier en is sprake van een belasting van 50 tot 150 N bij het duwen en trekken. Eiseres vindt de functie daarom niet geschikt.
13.2
Ook voor de functie Assemblagemedewerker besturingskasten en panelen heeft de rechtbank geen aanwijzingen dat de belastbaarheid van eiseres wordt overschreden. Zij verwijst naar de hiervoor onder 11.2 gegeven motivering met betrekking tot het maken van schroefbewegingen. Die motivering is voor deze functie gelijkluidend. Eiseres kan de schroefbewegingen met de rechterhand maken en in staat om hierbij enige ondersteuning met de linkerhand te geven. Dit volgt uit de resultaten van het overleg tussen de arbeidsdeskundige b&b en de verzekeringsarts b&b op 7 september 2020.
13.3
De belasting voor het duwen en trekken in de functie assemblagemedewerker besturingskasten en panelen heeft, gelet de toelichting van de arbeidskundig analist in het Resultaat functiebeoordeling, betrekking op het induwen van een wandcontactdoos of meedrukken bij het indraaien van schroeven. Er is sprake van een belasting van 50 tot 100 N. Er is dan ook geen sprake van een belasting van 50 tot 150 N. Het duwen en trekken zoals dat voorkomt in de functie assemblagemedewerker besturingskasten en panelen behoort daarom tot de mogelijkheden van eiseres. Dit geldt ook voor de andere belastende onderdelen die voorkomen in deze functie. Er komen enkele signaleringen voor, maar die zijn afdoende gemotiveerd door de arbeidsdeskundige b&b.
14. De rechtbank vindt dan ook dat verweerder voldoende duidelijk heeft onderbouwd, dat eiseres in staat is de geselecteerde functies te vervullen. Aan de hand van die functies is het arbeidsongeschiktheidspercentage 31,12%, hetgeen minder dan 35% is.
Conclusie.
15. Het vorenstaande betekent dat aan eiseres terecht en op goede gronden met ingang van 22 juni 2020 een WIA-uitkering is geweigerd omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is.
16. Gelet op het in de tussenuitspraak geconstateerde gebrek, zal het beroep gegrond worden verklaard. De rechtbank zal het bestreden besluit vernietigen wegens strijd met het zorgvuldigheidsgebrek. Omdat verweerder het gebrek heeft hersteld, laat de rechtbank de rechtsgevolgen in stand.
17.1
De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eiseres gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.897,50 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting en 0,5 punt voor het indienen van een schriftelijke zienswijze na een bestuurlijke lus, met een waarde per punt van € 759,- met een wegingsfactor 1).
17.2
Eiseres heeft verder gevraagd om een reiskostenvergoeding waarbij het gaat om het bijwonen van de zitting. Volgens de website 9292.nl bedragen de kosten van een enkele reis per openbaar vervoer van het adres van eiseres [adres] [huisnummer] , [plaats] ) naar de rechtbank € 6,70. Er wordt daarom een reiskostenvergoeding toegekend van
€ 13,40.
17.3
De totale vergoeding van de proceskosten bedraagt € 1.910,90. Verweerder dient ook het griffierecht aan eiseres te vergoeden.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- bepaalt dat de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand blijven;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 48,- aan eiseres te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.910,90.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.M.M. Kettenis-de Bruin, rechter, in aanwezigheid van S.J.W. Stort, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 17 juni 2022.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.