ECLI:NL:RBDHA:2022:5766

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 juni 2022
Publicatiedatum
15 juni 2022
Zaaknummer
C/09/630377 / KG RK 22-697
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Verschoning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een verschoningsverzoek in een ontnemingszaak

Op 8 juni 2022 heeft de meervoudige verschoningskamer van de Rechtbank Den Haag een beslissing genomen op het verschoningsverzoek van mr. R. Wieringa, rechter in de rechtbank Den Haag, in het kader van een ontnemingszaak met parketnummer 09/767288-18. Het verzoek tot verschoning werd ingediend omdat de rechter eerder betrokken was bij de zaak of met de partijen. De procedure rondom het verschoningsverzoek is niet ter zitting behandeld, aangezien dit niet vereist is. De rechter heeft aangevoerd dat er sprake is van omstandigheden die de schijn van partijdigheid kunnen oproepen, wat aanleiding gaf tot het indienen van het verzoek.

De verschoningskamer heeft vastgesteld dat, hoewel rechters op grond van hun aanstelling worden vermoed onpartijdig te zijn, er uitzonderlijke omstandigheden kunnen zijn die deze onpartijdigheid in twijfel trekken. In dit geval heeft de rechter voldoende argumenten aangedragen om het verzoek tot verschoning te rechtvaardigen. De verschoningskamer heeft daarom besloten het verzoek toe te wijzen, wat betekent dat de behandeling van de hoofdzaak door een andere rechter zal worden overgenomen. De beslissing is genomen in raadkamer en een afschrift van de beslissing zal worden toegezonden aan de betrokken partijen, waaronder de rechter zelf.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Verschoningskamer
Verschoningsnummer: 2022/11
Zaak-/rekestnummer: C/09/630377 / KG RK 22- 697
Beslissing van 8 juni 2022
van de meervoudige verschoningskamer van de rechtbank op het verzoek van
mr. R. Wieringa,
rechter in de rechtbank Den Haag,
hierna de rechter,
belast met de behandeling van de ontnemingszaak met parketnummer 09/767288-18 van
de officier van justitie
tegen
[verdachte] ,
wonende te [woonplaats] ,
verdachte,
bijgestaan door mr. L.J.B.G. van Kleef, advocaat te Amsterdam.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verschoningsverzoek van 8 juni 2022.
1.2.
Een verschoningsverzoek hoeft, anders dan een wrakingsverzoek, niet ter terechtzitting te worden behandeld. Het verzoek is daarom niet ter zitting behandeld.

2.Het verschoningsverzoek

2.1.
De rechter heeft het verschoningsverzoek op het volgende gebaseerd:
 de rechter heeft eerdere bemoeienis gehad met de zaak of met partijen.

3.De beoordeling

3.1.
Uitgangspunt is dat een rechter op grond van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn. Uitzonderlijke omstandigheden kunnen een aanwijzing opleveren dat een rechter ten opzichte van een partij vooringenomen is of dat daarvoor een terechte vrees bestaat. Ook de uiterlijke schijn kan daarbij een rol spelen.
3.2.
Gelet op hetgeen de rechter heeft aangevoerd, is het verschoningsverzoek terecht ingediend. Zo wordt de schijn van partijdigheid vermeden. Het verzoek zal dus worden toegewezen. Dit betekent dat de behandeling van de hoofdzaak door een andere rechter moet worden overgenomen.

4.De beslissing

De verschoningskamer:
4.1.
wijst het verzoek tot verschoning toe;
4.2.
bepaalt dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond op het moment dat verschoningsverzoek werd ingediend;
4.3.
beveelt dat een afschrift van deze beslissing wordt toegezonden aan:
* de rechter;
* alle in de aanhef van deze uitspraak genoemde betrokken partijen.
Deze beslissing is genomen in raadkamer op 8 juni 2022 door mrs. S.M. Krans, M.J. Alt-van Endt en J. Brandt, in tegenwoordigheid van de griffier.