Uitspraak
Rechtbank den haag
verdachte,
bijgestaan door mr. L.J.B.G. van Kleef, advocaat te Amsterdam.
Rechtbank Den Haag
Op 8 juni 2022 heeft de meervoudige verschoningskamer van de Rechtbank Den Haag een beslissing genomen op het verschoningsverzoek van mr. R. Wieringa, rechter in de rechtbank Den Haag, in het kader van een ontnemingszaak met parketnummer 09/767288-18. Het verzoek tot verschoning werd ingediend omdat de rechter eerder betrokken was bij de zaak of met de partijen. De procedure rondom het verschoningsverzoek is niet ter zitting behandeld, aangezien dit niet vereist is. De rechter heeft aangevoerd dat er sprake is van omstandigheden die de schijn van partijdigheid kunnen oproepen, wat aanleiding gaf tot het indienen van het verzoek.
De verschoningskamer heeft vastgesteld dat, hoewel rechters op grond van hun aanstelling worden vermoed onpartijdig te zijn, er uitzonderlijke omstandigheden kunnen zijn die deze onpartijdigheid in twijfel trekken. In dit geval heeft de rechter voldoende argumenten aangedragen om het verzoek tot verschoning te rechtvaardigen. De verschoningskamer heeft daarom besloten het verzoek toe te wijzen, wat betekent dat de behandeling van de hoofdzaak door een andere rechter zal worden overgenomen. De beslissing is genomen in raadkamer en een afschrift van de beslissing zal worden toegezonden aan de betrokken partijen, waaronder de rechter zelf.