ECLI:NL:RBDHA:2022:5765

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
7 juni 2022
Publicatiedatum
15 juni 2022
Zaaknummer
C/09/630344 / KG RK 22-689
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Verschoning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een verschoningsverzoek in een ontnemingszaak

Op 7 juni 2022 heeft de meervoudige verschoningskamer van de Rechtbank Den Haag een verschoningsverzoek toegewezen. Het verzoek was ingediend door mr. C. van Hees, rechter in opleiding, die betrokken was bij de behandeling van een ontnemingszaak met parketnummer 09/767288-18. De rechter heeft in zijn verzoek aangegeven dat hij in zijn voormalige dienstbetrekking betrokken is geweest bij een procespartij of bij de zaak, wat aanleiding gaf tot het indienen van het verschoningsverzoek.

De procedure rondom het verschoningsverzoek is niet ter zitting behandeld, aangezien dit niet vereist is. De rechter heeft zijn verzoek gebaseerd op de mogelijkheid van partijdigheid, waarbij de uiterlijke schijn ook een rol speelt. De verschoningskamer heeft vastgesteld dat er voldoende redenen zijn om het verzoek toe te wijzen, om zo de schijn van partijdigheid te vermijden.

De beslissing houdt in dat de behandeling van de hoofdzaak door een andere rechter moet worden overgenomen. De verschoningskamer heeft ook bepaald dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond op het moment dat het verschoningsverzoek werd ingediend. Een afschrift van deze beslissing zal worden toegezonden aan de betrokken partijen, waaronder de rechter zelf.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Verschoningskamer
Verschoningsnummer: 2022/10
Zaak-/rekestnummer: C/09/630344 / KG RK 22- 689
Beslissing van 7 juni 2022
van de meervoudige verschoningskamer van de rechtbank op het verzoek van
mr. C. van Hees,
rechter in opleiding in de rechtbank Den Haag,
hierna de rechter,
belast met de behandeling van de ontnemingszaak met parketnummer 09/767288-18 van
de officier van justitie
tegen
[verdachte] ,
wonende te [woonplaats] ,
verdachte,
bijgestaan door mr. L.J.B.G. van Kleef, advocaat te Amsterdam.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verschoningsverzoek van 7 juni 2022.
1.2.
Een verschoningsverzoek hoeft, anders dan een wrakingsverzoek, niet ter terechtzitting te worden behandeld. Het verzoek is daarom niet ter zitting behandeld.

2.Het verschoningsverzoek

2.1.
De rechter heeft het verschoningsverzoek op het volgende gebaseerd:
 de rechter is in zijn voormalige dienstbetrekking betrokken geweest bij een procespartij of bij de zaak.

3.De beoordeling

3.1.
Uitgangspunt is dat een rechter op grond van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn. Uitzonderlijke omstandigheden kunnen een aanwijzing opleveren dat een rechter ten opzichte van een partij vooringenomen is of dat daarvoor een terechte vrees bestaat. Ook de uiterlijke schijn kan daarbij een rol spelen.
3.2.
Gelet op hetgeen de rechter heeft aangevoerd, is het verschoningsverzoek terecht ingediend. Zo wordt de schijn van partijdigheid vermeden. Het verzoek zal dus worden toegewezen. Dit betekent dat de behandeling van de hoofdzaak door een andere rechter moet worden overgenomen.

4.De beslissing

De verschoningskamer:
4.1.
wijst het verzoek tot verschoning toe;
4.2.
bepaalt dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond op het moment dat verschoningsverzoek werd ingediend;
4.3.
beveelt dat een afschrift van deze beslissing wordt toegezonden aan:
* de rechter;
* alle in de aanhef van deze uitspraak genoemde betrokken partijen.
Deze beslissing is genomen in raadkamer op 7 juni 2022 door mrs. M.J. Alt-van Endt,
S.M. Krans en J. Brandt, in tegenwoordigheid van de griffier.