ECLI:NL:RBDHA:2022:5763
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter in strafzaak
In de zaak van verzoeker, die een wrakingsverzoek indiende tegen mr. G.H.M. Smelt, rechter bij de Rechtbank Den Haag, heeft de meervoudige wrakingskamer op 7 juni 2022 geoordeeld dat het verzoek tot wraking wordt afgewezen. Verzoeker stelde dat een vertegenwoordigster van het Openbaar Ministerie (OM) samen met de rechter en de griffier in de zittingzaal aanwezig was voordat de zaak werd uitgeroepen, wat volgens hem de schijn van partijdigheid wekt. De wrakingskamer oordeelde echter dat deze handelwijze niet voldoende is om de schijn van partijdigheid te rechtvaardigen. De rechter heeft verklaard dat er geen vooroverleg heeft plaatsgevonden met de vertegenwoordiger van het OM en dat deze gang van zaken gebruikelijk is bij deze rechtbank. De wrakingskamer concludeerde dat er geen objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid is en dat het wrakingsverzoek daarom wordt afgewezen. De procedure zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek.