Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[gedaagde 1] te [plaats] ,
[gedaagde 2]te [plaats] ,
1.De procedure
- de dagvaarding van 28 augustus 2020, met producties 1-8;
- de conclusie van antwoord tevens houdende een eis in reconventie, met producties 1-29;
- de conclusie van antwoord in reconventie;
- de akte wijziging eis in reconventie;
- de akte overlegging producties 30-38 van de zijde van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] ;
- het tussenvonnis van 29 december 2021 waarbij een mondelinge behandeling is bevolen;
- de akte wijziging eis in reconventie;
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 21 maart 2021.
2.De feiten
4.De beoordeling
- een aandeel van 62,5 % in de woning aan de [adres 1] te [plaats] ;
- saldi van banktegoeden bij twee rekeningen bij de ING Bank:
- 30 AB-aandelen van de zeevisgroothandel;
- inboedel.
- een hypotheekschuld bij Quion;
- een RC-schuld bij de zeevisgroothandel;
- uitvaartkosten;
- nagekomen lasten.
5.De beslissing
13 juli 2022voor het nemen van een akte na tussenvonnis door beide partijen zoals hiervoor is aangeduid onder 4.31;