Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
eisende partij,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Timing Flexgroep B.V.,
gedaagde partijen,
gemachtigde: aanvankelijk mr. T. Havekes, thans mr. A.A.M. Zeeman.
1.Procedure
- het tussenvonnis van 19 november 2020;
- de akte uitlating zijdens [eiser] van 6 januari 2021, met producties 11 tot en met 15;
- de brief zijdens [eiser] van 12 januari 2021, met productie 16.
2.Verdere beoordeling
NJ1979/245 (
Messaoudi/Hoechst Holland). Als de werkgever in de op haar rustende zorgverplichting tekortschiet, is de werkgever aansprakelijk voor de schade die zijn werknemers lijden (artikel 7:658 lid 2 BW). Artikel 7:658 lid 4 BW breidt deze aansprakelijkheid uit tot degene die arbeid laat verrichten zonder dat er tussen hem en de werknemer een arbeidsovereenkomst bestaat (zoals een inlener die arbeid laat verrichten door een uitzendkracht). Deze bepaling strekt ertoe bescherming te bieden aan personen die zich, wat betreft de door de werkgever in acht te nemen zorgverplichtingen, in een met een werknemer vergelijkbare positie bevinden.
directe gevolgvan het arbeidsongeval, maar te wijten aan de omstandigheid dat [eiser] lang is doorgelopen met zijn verwondingen. Uit de stukken blijkt dat [eiser] pas op 11 april 2017 voor het eerst een arts heeft geraadpleegd in verband met de verwondingen aan zijn linker elleboog. Dat is drieënhalve week nadat het ongeval heeft plaatsgevonden. In de tussentijd is een abces aan zijn linker elleboog ontstaan. Een abces ontstaat door een infectie. De vraag die daarom in deze procedure beantwoord moet worden is of door het tijdsverloop (van ruim drie weken) nog sprake is van een causaal verband tussen het arbeidsongeval en de gestelde schade. De kantonrechter heeft [eiser] – om proceseconomische redenen – in het tussenvonnis van 17 november 2020 al in de gelegenheid gesteld relevante informatie in het geding te brengen waaruit volgt dat de gestelde schade het gevolg is van het arbeidsongeval.