Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 31 mei 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van eiser, die de Marokkaanse nationaliteit bezit. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 13 mei 2022 de maatregel van bewaring opgelegd, maar deze werd op 20 mei 2022 opgeheven. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit, dat tevens als verzoek om schadevergoeding moet worden aangemerkt. De rechtbank heeft op 25 mei 2022 de zaak behandeld, waarbij beide partijen zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.
De rechtbank oordeelde dat de maatregel van bewaring onrechtmatig tot stand was gekomen, omdat de maatregel niet ondertekend was op het moment van uitreiking aan eiser. De ondertekening vond pas een uur later plaats, wat de rechtbank als een ernstig gebrek beschouwde. Dit gebrek maakte de inbewaringstelling onrechtmatig, omdat de belangenafweging in het voordeel van eiser uitviel. De rechtbank heeft besloten dat eiser recht heeft op een schadevergoeding voor de onrechtmatige vrijheidsontneming, vastgesteld op € 1040,- voor acht dagen. Daarnaast werd de staatssecretaris veroordeeld tot het betalen van de proceskosten van eiser, die op € 1.518,- zijn vastgesteld.
De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen één week na bekendmaking. De rechtbank heeft de uitspraak gedaan in aanwezigheid van de griffier, mr. J. de Winter, en is gepubliceerd op de website van de rechtspraak.