ECLI:NL:RBDHA:2022:5347

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
30 mei 2022
Publicatiedatum
3 juni 2022
Zaaknummer
NL22.2445
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake aanvraag machtiging tot voorlopig verblijf

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 mei 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een eiseres en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiseres had een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) met het doel om als familie- of gezinslid in Nederland te verblijven. Deze aanvraag werd door de staatssecretaris afgewezen, waarna de eiseres bezwaar aantekende. Het bezwaar werd eveneens afgewezen, wat leidde tot het indienen van een beroep bij de rechtbank.

De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. Tijdens de procedure werd vastgesteld dat de eiseres griffierecht diende te betalen, vastgesteld op € 184,-. De eiseres kreeg de gelegenheid om dit griffierecht binnen vier weken te betalen of een beroep op betalingsonmacht te doen. Ondanks herhaalde aanmaningen is het griffierecht niet tijdig betaald.

De rechtbank concludeert dat het beroep van de eiseres kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is ontvangen en er geen bewijs is dat dit niet aan de eiseres is toe te rekenen. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van mr. S.D.C.J. Verheezen, griffier, en is openbaar gemaakt op de website van de rechtspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.2445

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiseres

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. A.A. van Harmelen),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

Procesverloop

Bij besluit van 19 januari 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor het doel ‘verblijf als familie- of gezinslid’ afgewezen.
Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Op grond van artikel 8:41, eerste lid, van de Awb wordt van de indiener van een beroepschrift griffierecht geheven. Voor eiseres is het griffierecht vastgesteld op € 184,-.
2. Bij brief van 19 februari 2022 is eiseres in de gelegenheid gesteld het griffierecht binnen vier weken te betalen, dan wel binnen die termijn een onderbouwd beroep op betalingsonmacht te doen. Daarbij is zij tevens gewezen op de mogelijkheid dat haar beroep anders niet-ontvankelijk verklaard kan worden
3. Bij aangetekende brief van 20 maart 2022 is aan eiseres een herinnering tot betaling van het griffierecht verstuurd. Hiermee is eiseres opnieuw in de gelegenheid gesteld om binnen vier weken het griffierecht te betalen.
4. De rechtbank stelt vast dat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is ontvangen. Het is de rechtbank niet gebleken dat dit niet aan eiseres is toe te rekenen.
5. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, rechter, in aanwezigheid van mr. S.D.C.J. Verheezen, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.