ECLI:NL:RBDHA:2022:5334

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
3 juni 2022
Publicatiedatum
3 juni 2022
Zaaknummer
09-035180-22
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zware mishandeling en bedreiging binnen een gezin met meerdere slachtoffers

Op 3 juni 2022 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zijn vrouw en kinderen jarenlang heeft mishandeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zijn oudste zoon, [naam 1], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht door een hete lepel tegen zijn voetzool te drukken, wat resulteerde in brandwonden en blijvende littekens. Daarnaast heeft de verdachte zijn andere kinderen, [naam 2] en [naam 3], en zijn echtgenote, [naam 3], meermalen mishandeld. De mishandelingen omvatten het slaan met verschillende voorwerpen, het toebrengen van pijn en het bedreigen van de slachtoffers met de dood. De rechtbank heeft de verklaringen van de slachtoffers als betrouwbaar beoordeeld, mede omdat deze werden ondersteund door objectief bewijs, zoals letselrapportages. De verdachte heeft ter zitting een deels bekennende verklaring afgelegd, maar ontkende een aantal feiten. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twintig maanden, waarvan tien maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals een meldplicht en ambulante behandeling. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de langdurige blootstelling van de slachtoffers aan geweld en bedreiging zwaar meegewogen in de strafmaat.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 09/035180-22
Datum uitspraak: 3 juni 2022
Tegenspraak
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1984 te [geboorteplaats] ,
BRP- [adres 1] ,
op dit moment gedetineerd in de penitentiaire [inrichting] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzitting van 23 mei 2022.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. A.L.M. de l’Isle en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman mr. A. Fakiri naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, die is gewijzigd op de terechtzitting. De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.De bewijsbeslissing

3.1.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van alle ten laste gelegde feiten. Voor zover nodig zal de rechtbank ingaan op de standpunten.
3.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft namens de verdachte vrijspraak van het onder 1, 5, 6 en 8 ten laste gelegde bepleit en partiële vrijspraak bepleit met betrekking tot het onder 2, 3 en 4 ten laste gelegde. De raadsman heeft zich met betrekking tot het onder 7 ten laste gelegde gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Voor zover nodig zal de rechtbank hierna ingaan op de gevoerde verweren.
3.3.
Vrijspraak benadeling van de geestelijke gezondheid en/of psychische mishandeling
De rechtbank merkt op dat er in de tenlastelegging onder de feiten 2, 3, 4 5 en 6 onderscheid wordt gemaakt tussen het opzettelijk toebrengen van fysiek letsel enerzijds en benadeling van de geestelijke gezondheid en/of psychische mishandeling anderzijds. Voor wat betreft de benadeling van de geestelijke gezondheid en/of psychische mishandeling gaat het – verkort en zakelijk weergegeven – om de gedachtestreepjes in de tenlastelegging die zien op het opsluiten in een ruimte, het onthouden van voeding, uitschelden en denigrerend toespreken en het zijn van getuige van mishandeling van andere gezinsleden. De officier van justitie heeft betoogd dat beide vormen mishandeling in de zin van artikel 300lid 4, van het Wetboek van Strafrecht (Sr) opleveren. De raadsman heeft dit betwist.
De rechtbank stelt voorop dat de gelijkstelling in artikel 300 lid 4 Sr van mishandeling met opzettelijke benadeling van de gezondheid aanknopingspunten biedt om mishandelingen van psychische aard gelijk te stellen met het veroorzaken van lichamelijke pijn, letsel of onlust. Hierbij komt het aan op de omstandigheden van het geval, waaronder de aard van de gedraging en de omstandigheden waaronder deze is verricht of gemaakt.
In het onderhavige geval zijn er aanwijzingen dat er gedurende een langere periode sprake is van een patroon van kleinerende en denigrerende opmerkingen, onthouden van nodige medische zorg, onthouden van voeding en opsluiting in een donkere en koude ruimte. Ook zouden in elk geval de oudste kinderen getuige zijn geweest van huiselijk geweld. De deskundige dr. T.A.W. van der Schoot heeft een rapport opgesteld over het mogelijk psychisch letsel van de twee oudste kinderen - [naam 1] en [naam 2] - en van de moeder, [naam 3] . Uit dit rapport komt niet naar voren dat er sprake is van psychisch letsel bij de gezinsleden die met deze gedragingen van de verdachte verband houden. Ten aanzien van de jongere kinderen is dit niet onderzocht. Alhoewel de rechtbank overweegt dat het in het algemeen zeer goed mogelijk is dat dergelijke gedragingen in hun samenhang bezien tot zogenaamde psychische mishandeling kunnen leiden, is de rechtbank van oordeel dat dit dossier voor bewezenverklaring van die vorm van mishandeling onvoldoende concreet houvast biedt.
Onder deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat hetgeen ten laste is gelegd als psychische mishandeling niet wettig en overtuigend kan worden bewezen.
3.4.
Vrijspraak fysieke mishandeling en bedreiging
Ten aanzien van feit 5 en feit 6
De raadsman heeft zich namens de verdachte op het standpunt gesteld dat de verdachte moet worden vrijgesproken van de onder 5 en 6 ten laste gelegde feiten. Hij heeft daartoe aangevoerd dat niet kan worden bewezen dat de verdachte zijn zoon [naam 4] (hierna: [naam 4] ) en zijn dochter [naam 5] (hierna: [naam 5] ) heeft mishandeld. [naam 3] (hierna: [naam 3] ) heeft verklaard dat de mishandelingen alleen waren gericht op zoon [naam 1] (hierna: [naam 1] ) en dochter [naam 2] (hierna: [naam 2] ). [naam 2] verklaart evenmin dat [naam 4] en [naam 5] fysiek zijn mishandeld. Bovendien verklaren [naam 4] en [naam 5] zelf ook niet dat ze mishandeld zijn.
De rechtbank stelt vast dat [naam 4] en [naam 5] in hun studioverhoor bij de politie niet hebben verklaard dat ze zijn mishandeld. Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat de onder 5 en 6 tenlastegelegde feiten geen ondersteuning vinden in het dossier. De rechtbank stelt vast dat het bewijs ontbreekt om tot een bewezenverklaring te komen. De rechtbank is met betrekking tot de onder 5 en 6 ten laste gelegde feiten van oordeel dat deze voor wat betreft het fysieke geweld niet wettig en overtuigend zijn bewezen.
Ten aanzien van feit 8
De raadsman heeft zich namens de verdachte op het standpunt gesteld dat de verdachte moet worden vrijgesproken van het onder 8 ten laste gelegde feit, omdat niet kan worden bewezen dat de verdachte [naam 2] heeft bedreigd.
De rechtbank overweegt dat [naam 2] in haar aangifte heeft verklaard dat de verdachte tijdens mishandelingen jegens haar dreigt met ernstiger geweld. Zij geeft als voorbeeld dat hij zegt: “de volgende keer dat jij dit doet pak een mes en ga ik jou steken”. Dit voorbeeld is echter niet te herleiden naar de tenlastegelegde periode. De rechtbank merkt op dat de officier van justitie verwijst naar de whatsapp berichten waarin de verdachte dreigementen uit. De rechtbank is echter van oordeel dat voldoende uit het dossier blijkt dat deze berichten bedoeld waren voor [naam 3] en niet gericht waren aan [naam 2] . Dit wordt zowel door de verdachte als [naam 2] verklaard en blijkt ook uit het screenshot dat is gemaakt van het gesprek.
De rechtbank is van oordeel dat het dossier verder onvoldoende aanknopingspunten biedt om tot een bewezenverklaring te komen van de tenlastegelegde bedreigingen in de tenlastegelegde periode. De rechtbank is van oordeel dat dit feit niet wettig en overtuigend is bewezen.
3.5.
Gebruikte bewijsmiddelen en bewijsoverwegingen
De rechtbank heeft hierna opgenomen de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2022041049, van de politie eenheid Den Haag, district Zoetermeer-Leidschendam/Voorburg, bureau Zoetermeer, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 411).
3.5.1.
Zware mishandeling van [naam 1] (feit 1)
1. Het proces-verbaal van aangifte van [naam 1] ), opgemaakt op 10 februari 2022, voor zover inhoudende (p. 89 t/m 91):
Omschrijving aangifte
Feit: : Eenvoudige mishandeling
Plaats delict : [adres 1]
Wij, [verbalisanten] verklaren het volgende:
Op donderdag 10 februari 2022 om 16:00 uur, hoorden wij een persoon die ons opgaf te zijn:
Aangever
Achternaam : [naam 1]
Voornamen : [naam 1]
Geboren : [geboortedatum 1]
Hij deed aangifte en verklaarde het volgende over het in de aanhef vermelde feit, dat plaatsvond op de locatie genoemd bij plaats delict.
Hij heeft een keer een lepel heet gemaakt en dit onder mijn voeten gedaan. Ik kon toen een maand niet lopen, ik moest op mijn knieën lopen. Ik had toen vakantie, maar toen ik weer naar school moest, deed het nog steeds pijn en moest ik mijn voeten omhoog houden anders kon ik niet zitten en deed het teveel pijn. Ik mocht niet naar de dokter van mijn vader, want dan zouden ze er misschien achter komen. Ik heb daar nog steeds littekens van.
2. De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 23 mei 2022, voor zover inhoudende:
Ik heb mijn zoontje pijn gedaan onder zijn voet. Ik heb met een lepel zijn voet verbrand. Dit was ongeveer vier jaar geleden.
3. Het geschrift, te weten ‘Forensisch medische letselrapportage’, voor zover inhoudende (p. 390 t/m 396):
Er zijn meerdere letsels vastgesteld, waarvan met name het letsel aan de voetzool links meer verdacht is voor toegebracht letsel. Het litteken op de voetzool is blijvend.
4. Het proces-verbaal van aangifte van [naam 2] , opgemaakt op 9 februari 2022, (p. 96-99) :
Ik heb gezien dat hij, wanneer mijn broertje een slecht cijfer haalt met school of slecht heeft gespeeld met voetbal, een lepel pakt. Deze lepel verhit hij vervolgens en hiermee straft hij mijn broertje dan mee. Dit heeft hij 3x onder zijn voet gedaan.
Zwaar lichamelijk letsel
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat er geen sprake is van zwaar lichamelijk letsel in de zin van artikel 82 Sr. Daartoe heeft hij aangevoerd dat het slachtoffer heeft verklaard dat hij geen last ondervindt van het letsel en dat het letsel volledig hersteld is. Tevens voert de raadsman aan dat het litteken niet zichtbaar is, waardoor het slachtoffer hier in het openbaar ook geen hinder van ondervindt.
De rechtbank stelt voorop dat onder zwaar lichamelijk letsel op grond van artikel 82Sr Sr wordt begrepen: ziekte die geen uitzicht op volkomen genezing overlaat, voortdurende ongeschiktheid tot uitoefening van ambts- of beroepsbezigheden, afdrijving of dood van de vrucht van een vrouw alsmede storing van de verstandelijke vermogens die langer dan vier weken heeft geduurd. Ook buiten deze gevallen kan lichamelijk letsel als zwaar worden beschouwd indien dat voldoende belangrijk is om naar gewoon spraakgebruik als zodanig te worden aangeduid. Bij de beantwoording van de vraag of zeker letsel als zwaar lichamelijk letsel moet worden aangemerkt, speelt informatie over de aard van het letsel, de eventuele noodzaak en aard van medisch ingrijpen en/of het uitzicht op (volledig) herstel een rol.
De rechtbank stelt aan de hand van de hiervoor genoemde bewijsmiddelen vast dat door de verdachte aan het slachtoffer letsel is toegebracht, te weten brandwonden met als gevolg blijvend littekenweefsel onder zijn voetzolen. Het letsel heeft veel pijn veroorzaakt, [naam 1] mocht niet naar het ziekenhuis voor medische hulp en hij heeft naar eigen zeggen door het letsel een maand niet kunnen lopen. Het letsel is toegebracht onder de voetzolen, een zeer gevoelige plek die doorgaans gedurende de hele dag wordt belast. Hierdoor heeft [naam 1] gedurende langere tijd veel hinder van het letsel ondervonden. Het feit dat medische zorg het slachtoffer is onthouden en (mede daardoor) op de linkervoetzool nog steeds een groot litteken zichtbaar is, maakt dat het letsel blijvend van aard is.
Op grond hiervan is de rechtbank van oordeel dat dit letsel naar gewoon spraakgebruik als zwaar lichamelijk letsel moet worden aangemerkt en komt daarmee tot een bewezenverklaring van dit onderdeel van de tenlastelegging.
Voorwaardelijk opzet
De rechtbank stelt voorop dat voorwaardelijk opzet op een bepaald gevolg – zoals hier het veroorzaken van zwaar lichamelijk letsel – aanwezig is indien de verdachte zich willens en wetens heeft blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat dit gevolg zal intreden. Voor de vaststelling dat de verdachte zich willens en wetens heeft blootgesteld aan zo’n kans is niet alleen vereist dat de verdachte wetenschap heeft van de aanmerkelijke kans dat het gevolg zal intreden, maar ook dat hij die kans ten tijde van de gedraging bewust heeft aanvaard (op de koop toe heeft genomen).
Uit het strafdossier en het verhandelde ter terechtzitting volgt dat de verdachte het slachtoffer wilde straffen voor zijn slechte rapport. Daartoe heeft de verdachte een lepel verhit en vervolgens tegen de voetzolen van het slachtoffer gehouden. De rechtbank is van oordeel dat de gedragingen van verdachte naar hun uiterlijke verschijningsvorm kunnen worden aangemerkt als zozeer op het toebrengen van brandwonden en later blijvend littekenweefsel gericht te zijn dat het, behoudens aanwijzingen voor het tegendeel, niet anders kan zijn geweest dan dat verdachte willens en wetens de aanmerkelijke kans op dat gevolg heeft aanvaard. Van dergelijke aanwijzingen is de rechtbank niet gebleken. Het tenlastegelegde is in zoverre wettig en overtuigend bewezen.
De rechtbank is met betrekking tot het onder 1 ten laste gelegde feit van oordeel dat dit feit wettig en overtuigend is bewezen.
3.5.2.
Mishandeling van [naam 1] , [naam 2] en [naam 3] (feit 2, 3 en 4)
1. Het proces-verbaal van aangifte van [naam 1] , opgemaakt op 10 februari 2022, voor zover inhoudende (p. 89 t/m 91):
Omschrijving aangifte
Feit: : Eenvoudige mishandeling
Plaats delict : [adres 1]
Wij, [verbalisanten] verklaren het volgende:
Op donderdag 10 februari 2022 om 16:00 uur, hoorden wij een persoon die ons opgaf te zijn:
Aangever
Achternaam : [naam 1]
Voornamen : [naam 1]
Geboren : [geboortedatum 1]
Hij deed aangifte en verklaarde het volgende over het in de aanhef vermelde feit, dat plaatsvond op de locatie genoemd bij plaats delict.
Gister hoorde ik dat mijn moeder naar adem snakte, ik hoorde een soort benauwdachtig geluid komen van mijn moeder. Ik zag dat toen zij dat deed mijn vader haar een klap gaf met volgens mij zijn vuist. Ik zag dat mijn vader haar bij haar keel vast pakte. Toen pakte hij haar bij de keel vast en kneep haar keel dicht. Mijn zus had daarvoor ook al iets gezegd, maar die werd door mijn vader ook bij haar keel gegrepen. Ik durf niet zo goed meer iets te zeggen als mijn vader mijn moeder mishandeld, want als ik dan iets zei, kreeg ik ook altijd klappen van hem. Ik werd dan heel hard geslagen. Ik word vaak mishandeld en gestraft door mijn vader, hij slaat mij dan, meestal met objecten. Zoals bijvoorbeeld de stang van de stofzuiger, dat metalen gedeelte. Ik moet dan soms met mijn handen naar voren gaan staan, met mijn handpalmen naar boven en dan slaat hij daarop met de stang. Ik word ook geslagen op de rest van mijn lichaam met de stang. Hij slaat met stokken. Hij doet een riem in een deken
en gaat dan daarmee slaan of doet de deken over mijn hoofd. Hij heeft een keer met iets scherps in mijn been geprikt of gestoken, maar dat kon ik niet zien, later toen hij weg was, was het aan het bloeden. Wij krijgen steeds dat soort straffen.
2. Het proces-verbaal van aangifte van [naam 2] , opgemaakt op 9 februari 2022, voor zover inhoudende (p. 96 t/m 99):
Omschrijving aangifte
Feit : Eenvoudige mishandeling
Plaats delict : [adres 1]
Ik, [verbalisant 1] verklaar het volgende:
Op woensdag 9 februari 2022 om 20:36 uur, hoorde ik een persoon die mij opgaf te zijn:
Aangever
Achternaam: : [naam 2]
Voornamen : [naam 2]
Geboren: [geboortedatum 2]
Zij deed aangifte en verklaarde het volgende over het in de aanhef vermelde feit, dat plaatsvond op de locatie genoemd bij plaats delict.
Wat hij de laatste tijd doet is dat hij mijn moeder begint te slaan met een stofzuigerstang. Hij slaat haar dan totdat zij bont en blauw is. Ook mijn broertje heeft hij meerdere malen mishandeld. Mijn vader heeft ook mij meerdere malen, op verschillende wijze mishandeld. Hij mishandelt mij fysiek. Ik moet dan met mijn handen vooruit staan en hier volgens dan klappen op mijn hand of op andere plekken op mijn lichaam. Hij pakt dan wat vast, het maakt niet uit wat als het maar pijn doet, en slaat dan op verschillende plekken op mijn lichaam. Het is al een keer eerder gebeurd dat de politie is gebeld door mijn moeder, hij werd hierom zo boos dat hij een PSP (spelcomputer) tegen haar hoofd had gegooid uit woede. De dingen die ik allemaal opnoem gebeuren al jaren, dit speelt zich allemaal al af vanaf mijn geboorte. Ik weet niet beter als dat hij dit doet tegen mij, moeder en de rest van mijn gezin. 2 jaar geleden waren wij een keer bij onze familie, ik heb hem toen een keer niet goed verstaan wanneer hij mij vroeg om water te halen. Hij voelde zijn eer beschadigd en heeft vervolgens thuis op mij wraak genomen door middel van mij slaan. Hij slaat meerdere malen met zijn hand op mijn wang. Hij pakt dan een voorwerp wat dicht bij hem ligt en slaat mij hier dan mee. Ik hoorde vandaag dat mijn vader de stofzuiger stang pakte en toen hoorde ik verschillende harde klappen. Ik hoorde mijn moeder roepen: “alsjeblieft, hou hier mee op, sla me niet”. Ik zag mijn moeder die op de grond lag, ik zag dat mijn vader mijn moeder sloeg met een stofzuiger stang. Ik zag dat hij een zwaaiende beweging maakte met de stang op de onderkant van haar benen. Ik zag dat hij nog een slaande beweging maakte met de stang op haar nek.
Hij duwde mij vervolgens met harde kracht tegen de muur aan. Hij gaf mij een duw tegen mijn bureau. Hij pakte mij met twee handen aan mijn keel en ik voelde dat hij mijn keel dichtkneep. Hij pakte vervolgens ook mijn moeder met twee handen bij haar keel. Ik zag aan mijn moeder dat zij moeite had met ademen. Ik zag dat zij haar best deed om te ademen.
3. Het proces-verbaal van aangifte van [naam 3] , opgemaakt op 9 februari 2022, voor zover inhoudende (p. 69 t/m 72):
Omschrijving aangifte
Feit : Eenvoudige mishandeling
Plaats delict : [adres 1]
Ik, [verbalisant 2] verklaar het volgende:
Op woensdag 9 februari 2022 om 20:30 uur, hoorde ik een persoon die mij opgaf te
zijn:
Aangever
Achternaam: : [naam 3]
Voornamen : [naam 3]
Zij deed aangifte en verklaarde het volgende over het in de aanhef vermelde feit, dat plaatsvond op de locatie genoemd bij plaats delict.
Hoe lang bent u al met uw echtgenoot getrouwd?
A: ongeveer 18 jaar.
En hoe lang woont u al in Nederland?
A: Bijna 11 jaar.
V: Vandaag bent u mishandeld. Ik heb begrepen dat het al veel langer speelt. Hoe lang ongeveer?
A: Al sinds we samen zijn. Het is altijd zo geweest. Heel erg vaak word ik geslagen, bij mijn keel gepakt, tegen de muur geduwd zodat mijn hoofd tegen de muur aan komt en eigenlijk steeds zonder reden. Zeker mijn oudste zoon wordt heel vaak geslagen met een stok of met de stofzuigerstang of met een elektriciteitskabel van de computer of zo.
V: En uw oudste dochter?
A: Vaak wordt ze bij haar haren gepakt en dan aan het haar tegen de muur aangegooid of zo. Ook wordt ze vaak door hem geslagen. Gelijk nadat hij thuis kwam moest ik op mijn rug op de grond gaan liggen en ik moest mijn benen op de bank liggen. Toen heeft hij mij toch zeker 3 of 4 keer met de stofzuigerstang tegen de onderkant van mijn voeten geslagen. Toen kwam mijn dochter en toen heeft hij haar bij haar keel gepakt. Daarna pakte hij haar haren vast en hij sleurde haar aan haar haren naar boven. Toen duwde hij mij heel hard weg en kwam ik met mijn rug heel hard tegen de trapleuning aan. Vorige week heeft hij mij meerdere keren geslagen met de stofzuigerstang en hij heeft met diezelfde stang toen ook in mijn lichaam gepord.
4. Het proces-verbaal van verhoor van [naam 3] , opgemaakt op 9 februari 2022, voor zover inhoudende (p. 73 t/m 78):
Hij heeft mij altijd heel vaak mishandeld en sloeg mij met vuisten en sloeg mijn hoofd tegen de muur. Ik had een bloedneus en er kwam bloed uit mijn mond. Ik ben getrapt, met vuist geslagen en heeft vaak mijn hoofd tegen de muur aan geslagen. De spullen die hij gebruikte om mij te mishandelen zijn;
- Riem
- Stuk ijzer uit deegrol
- Stofzuigerstang
- Schoenlepel van staal,
hier heeft hij mij zo vaak mee geslagen, ik heb deze toen weggegooid. Hij gooide ook eens een waterkan van glas naar mij. Deze had hij richting mij gegooid. Hij gebruikt ook een stok. Toen moest mijn zoon zijn armen spreiden en handen open doen en werd er op zijn handen geslagen. Ik zag dat zijn handen rood werden en zijn handen waren gezwollen.
Ik kan mij nog herinneren dat mijn zoon 4 of 4,5 jaar oud was, we waren in Breda en ik was spullen kopen en toen ik thuis kwam vertelde mijn zoon dat hij was aan zijn benen en armen was vast gebonden door zijn vader en dat er een deken over hem heen was gedaan. Vermoedelijk om hem angstig te maken. Ik zag overal op zijn lichaam allemaal messteekjes. [verdachte] had mijn zoon met het puntje van de mes gestoken. Dit was overal op het lichaam. In ieder geval wat ik had gezien. Op zijn rug, arm, bovenbeen. Wat ik nog wel kan vertellen is dat [verdachte] mijn zoon wel eens heeft mishandeld met een boormachine. Deze zette [verdachte] dan op het lichaam, dit was tegen de borst van mijn zoon en zette hem aan zodat de boormachine ging draaien. Hij had hierdoor ook een wond op zijn borst.
5. De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 23 mei 2022, voor zover inhoudende:
Ik heb mijn oudste zoon wel eens geslagen. Ik heb hem een klap gegeven. Ik heb mijn vrouw pijn gedaan. Ik heb haar geslagen. Dat heb ik gedaan met de staaf van de stofzuiger. Ik sloeg haar onder haar voet. Ik sloeg onder haar voet zodat niemand iets kon zien. Het klopt dat ik ook met andere voorwerpen sloeg. Die avond kwam mijn dochter naar beneden, ik werd boos op haar. Ik duwde haar bij haar keel naar boven. Soms als ik boos ben, pak ik een voorwerp om mee te slaan, als er iets in de buurt van mij ligt. Ik heb mijn dochter wel eens weg geduwd. Ik heb [naam 2] mishandeld. Ik heb op haar lichaam geslagen.
6. Proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 9 februari 2022, voor zover inhoudende (p. 53):
Ik hoorde dat [naam 2] zei: Het gaat om mijn vader. Dit doet hij al jaren. Hij mishandeld mijn moeder en ons zo vaak. Ik kan er niet meer tegen.
7. Het geschrift, te weten ‘Forensisch medische letselrapportage’, voor zover inhoudende (p. 392):
Letsel [naam 1]
Lichaamsdeel: borst.
Beschrijving: Linker voorzijde borst, circa 7 cm onder tepel 0,5 cm bij 1 cm grote huidafwijking, niet scherp begrensd lichter verkleurd, dus minder gepigmenteerd ten opzichte van omringende huid.
Gemelde toedracht: In de aangifte van moeder staat vermeld dat vader betrokkene in het verleden met een boormachine heeft mishandeld met letsel op de borstkas. Betrokkene geeft ook zelf aan dat dit letsel door een boormachine ontstaan is.
Toelichting: Gezien de locatie kan dit letsel passen bij de gemelde toedracht.
Letsel [naam 3]
Lichaamsdeel: hals
Beschrijving: aan de rechterzijde in de hals is een huidverkleuring zichtbaar. De omtrek is circa 1 cm bij 3 cm. De vorm is langgerekt, waarbij boven en onderzijde scherp begrensd zijn. De huid is ontkleurd, dat wil zeggen lichter van kleur dan de omringende huid.
Gemelde toedracht bij het letsel: In het verleden zou er een heet gemaakte lepel in de hals van betrokkene zijn gedrukt, waarbij er een wond is ontstaan waarvan het litteken nog zichtbaar zou zijn.
Past gemelde toedracht bij letsel: goed.
Toelichting: de locatie van de huidverkleuring is verdacht voor toegebracht letsel.
Fysieke mishandeling [naam 1] , [naam 2] en [naam 3]
[naam 1] , [naam 2] en moeder [naam 3] hebben aangifte gedaan van mishandeling. In hun aangiftes en/of nadere verhoren verklaren zij over mishandelingen jegens henzelf, maar ook over mishandelingen die zouden hebben plaatsgevonden jegens gezinsleden. De verdachte heeft ter zitting op onderdelen een bekennende verklaring afgelegd, maar een aantal zaken, met name waar het de mishandeling van [naam 1] en [naam 3] betreft, stellig ontkend.
De rechtbank overweegt dat de verklaringen van [naam 1] , [naam 2] en [naam 3] – afgelegd op 9 en/of 10 februari 2022 - uitgebreid en gedetailleerd zijn en op de rechtbank authentiek . Ze zijn afzonderlijk van elkaar afgelegd en ondersteunen elkaar op essentiële onderdelen, namelijk de – soms zeer specifieke - gebeurtenissen waar zij samen bij zijn geweest. Tevens worden de verklaringen op onderdelen ondersteund door objectief bewijs, namelijk de letselrapportage. Bovendien heeft de verdachte de verklaringen van [naam 1] , [naam 2] en [naam 3] op belangrijke onderdelen bevestigd.
De rechtbank acht de verklaringen van [naam 1] , [naam 2] en [naam 3] daarom betrouwbaar. Deze verklaringen worden gebruikt voor de bewezenverklaring voor zover die zien op de feiten die [naam 1] , [naam 2] en [naam 3] zelf hebben waargenomen.
Voor de rechtbank is dan ook genoegzaam vast komen te staan dat de verdachte zich niet alleen heeft schuldig gemaakt aan de feiten die hij bekend, maar ook de feiten die hij ontkend, die wel terugkomen in de verklaringen van zijn gezin, zoals het plaatsen van een draaiende boormachine op de borst van [naam 1] en het slaan met verschillende voorwerpen van [naam 1] .
De rechtbank acht het tenlastegelegde onder feit 2, 3 en 4 wettig en overtuigend bewezen.
3.5.3.
Bedreiging van [naam 3] (feit 7)
1. Het proces-verbaal van aangifte van [naam 3] , opgemaakt op 9 februari 2022, voor zover inhoudende (p. 69 t/m 72):
Voordat hij thuis kwam belde hij mij op en ik kreeg de meest vreselijke bedreigingen te horen. Hij bedreigde mij met een hele boze stem dat hij mij zou gaan slaan en dat hij mij zou gaan vermoorden. Heel boos. Ik ga je slaan. Ik ga je vermoorden.;
2. Het proces-verbaal van aangifte van [naam 2] ,, opgemaakt op 9 februari 2022, voor zover inhoudende (p. 96 t/m 99):
Ik hoorde hem schreeuwen naar mijn moeder: "wacht maar tot ik thuis ben, dan ga je wel zien wat er gebeurd". "Als jij niet wilt dat je dood gaat, dan moet jij nu het huis gaan verlaten. Je laat de kinderen maar lekker achter, als ik jou straks thuis zie dan maak ik je dood." Dit heeft hij nog meerdere malen herhaald vandaag.
3. De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 23 mei 2022, voor zover inhoudende:
Ik heb die bedreigingen gestuurd, omdat ik boos was.
De rechtbank is met betrekking tot het onder 7 ten laste gelegde feit van oordeel dat dit feit wettig en overtuigend is bewezen.
3.6.
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
1.
hij op een of meer tijdstippen in de periode van 1 januari 2017 tot met 9 februari 2022 te Zoetermeer, zijn kind, te weten [naam 1] ( [geboortedatum 1] ) opzettelijk zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht, immers heeft verdachte, met dat opzet een lepel verhit en vervolgens de hete lepel tegen de voet(zool) van die [naam 1] gedrukt en gehouden, waardoor die [naam 1] zwaar lichamelijk letsel is toegebracht, te weten een brandwond en (blijvend) littekenweefsel op zijn voetzool;
2.
hij op meer tijdstippen in de periode van 9 februari 2012 tot met 9 februari 2022 te Zoetermeer, meermalen, telkens zijn kind, te weten [naam 1] ( [geboortedatum 1] ) opzettelijk heeft mishandeld, immers heeft verdachte, met dat opzet meermalen, ( [naam 1] ) onder meer telkens:
- geslagen met een stalen stang van een stofzuiger en een stok en een elektriciteitskabel, althans een (hard) voorwerp tegen de armen, althans lichaam,
-
gepriktmet een scherp voorwerp in de benen (tot bloedens aan toe), althans het lichaam,
- een boormachine draaiend tegen zijn borst aangehouden,
waardoor:
- die [naam 1] pijn en letsel heeft bekomen;
3.
hij op meer tijdstippen in de periode van 9 februari 2012 tot en met 9 februari 2022 te Zoetermeer, meermalen, telkens zijn kind, te weten [naam 2] ( [geboortedatum 2] ) opzettelijk heeft mishandeld, immers heeft verdachte, met dat opzet meermalen, die [naam 2] onder meer telkens:
- geslagen met een stalen stang van een stofzuiger, althans een (hard) voorwerp tegen de armen, benen, althans lichaam,
- aan de haren getrokken en meegesleurd,
- bij de keel vastgepakt en de keel dichtgeknepen,
- tegen de muur aan geduwd,
waardoor:
- die [naam 2] pijn en letsel heeft bekomen;
4.
hij op meer tijdstippen in de periode van 9 februari 2012 tot met 9 februari 2022 te Zoetermeer, meermalen, telkens zijn echtgenote, te weten [naam 3] opzettelijk heeft mishandeld, immers heeft verdachte, met dat opzet meermalen (die [naam 3] ) onder meer telkens:
- geslagen met een (stalen) stang van een stofzuiger en een stuk ijzer en een (stalen) schoenlepel, althans een (hard) voorwerp tegen de armen, voeten, nek en/of hoofd, althans lichaam,
- tegen de muur en trapleuning aan geduwd,
- bij de keel vastgepakt en de keel dichtgeknepen,
- spullen (waaronder een spelcomputer en een glazen waterkan) naar het hoofd van [naam 3]
gegooid,
waardoor:
- [naam 3] pijn en letsel heeft bekomen;
7.
hij in de periode van 9 februari 2016 tot met 9 februari 2022 te Zoetermeer, zijn echtgenote [naam 3] (telkens) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door die [naam 3] dreigend de woorden toe te voegen “Ik ga je vermoorden" en/of "Als jij niet wilt dat je dood gaat, dan moet jij nu het huis gaan verlaten", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;

4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twintig maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, waarvan tien maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren en als bijzondere voorwaarden een meldplicht, ambulante behandeling, een contact- en locatieverbod en het meewerken aan netwerkoverleggen. De officier van justitie heeft gevorderd dat deze bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar worden verklaard.
6.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft namens de verdachte naar voren gebracht dat de verdachte een blanco strafblad heeft. Verder verzoekt hij de rechtbank in de strafmaat rekening te houden met de omstandigheid dat de mishandelingen over de afgelopen jaren niet frequent plaatsvonden. Er is weliswaar sprake van enige regelmaat, maar de mishandelingen vonden niet structureel elke dag of elke week plaats. Ook verzoekt de raadsman om de verdachte zo snel mogelijk te laten terugkeren naar zijn gezin, zodat het gezin financieel niet in nog zwaarder weer terecht komt. Ten slotte wenst het gezin zelf dat de verdachte naar hen terugkeert, aldus de raadsman.
6.3.
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Ernst van het feit
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het jarenlang mishandelen van zijn vrouw en zijn twee oudste kinderen, waaronder het ernstig mishandelen van zijn oudste zoon door met een hete lepel brandwonden onder zijn voetzolen te brengen. Ook heeft hij zich schuldig gemaakt aan het bedreigen van zijn vrouw met de dood. Gedurende deze periode zijn alle gezinsleden blootgesteld aan de vele mishandelingen, bedreigingen en andere vernederingen. De vier kinderen van de verdachte hebben moeten zien of horen hoe gezinsleden werden mishandeld en hoe hun moeder werd bedreigd door hun vader. Het is een feit van algemene bekendheid dat slachtoffers van dergelijk geweld nog lange tijd last kunnen blijven houden van de gevolgen hiervan. De verdachte heeft met zijn handelen een ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit en de gezondheid van de gezinsleden en heeft er weloverwogen voor willen zorgen dat de mishandelingen niet zouden worden ontdekt. Het huiselijk geweld heeft plaatsgevonden in de woning van het gezin. Daarmee heeft hij een zeer onveilige en bedreigende thuissituatie voor zijn vrouw en kinderen geschapen, terwijl de woning bij uitstek een plek hoort te zijn waar zij zich veilig moeten voelen. Er bestond bij de rest van het gezin veel angst om een melding te maken bij de politie of hulpverlenende instanties. Dit blijkt onder andere uit de anonieme 112-melding die de oudste dochter heeft gemaakt. Mede door deze angst heeft het geweld zo lang kunnen voortduren. Een en ander rekent de rechtbank de verdachte
ernstig aan.
Strafblad
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van de verdachte van 20 april 2022. Daaruit blijkt dat hij recentelijk niet voor soortgelijke feiten is veroordeeld.
De persoon van de verdachte
De verdachte heeft ter zitting een deels bekennende verklaring afgelegd en gezegd dat hij hulp nodig heeft. De rechtbank merkt hierbij op dat de verdachte voor een heel groot deel van de tenlastegelegde feiten echter geen verantwoordelijkheid neemt of de feiten bagatelliseert. De verdachte lijkt de schuld ook veel buiten zichzelf te zoeken. Dit acht de rechtbank zeer zorgelijk.
De rechtbank heeft kennisgenomen van onder meer de volgende stukken:
  • een Pro Justitia-rapportage, van 25 april 2022, opgesteld door drs. Y. Noorlander, GZ-psycholoog.
  • een reclasseringsadvies over de verdachte van 19 mei 2022, opgesteld door G.S. Jankie, reclasseringsmedewerker;
Uit het Pro Justitia rapport blijkt dat vanwege de proceshouding van de verdachte het niet mogelijk is geweest een verband te leggen tussen een eventuele diagnose en het ten laste gelegde. De verdachte heeft wel meegewerkt aan het onderzoek. Er waren hierbij wel enkele onderzoeksbeperkingen, waardoor er geen volledig beeld van de diagnostiek van de verdachte kon worden gevormd. De verdachte stelt zich sociaal wenselijk op. Enerzijds speelt zijn procespositie hier een rol in, hij werkt immers aan het onderzoek mee
om “te bewijzen dat er niets mis is” met hem. Anderzijds lijkt het ook de manier
te zijn waarop hij in het leven staat. De verdachte schetst een positief beeld van
zichzelf als “gezinsman”. Hoe graag en uitgebreid de verdachte hierover vertelt, zo weinig is hij geneigd om stil te staan bij de agressieve incidenten die in het verleden hebben plaatsgevonden en zijn aandeel hierin.
De reclassering acht het risico op recidive, alsmede het risico op letselschade, gemiddeld tot hoog, maar merkt daarbij op dat het geen sluitende taxatie is, omdat er geen conclusies konden worden getrokken uit het NIFP onderzoek. Uit het onderzoek komt naar voren dat relatie met zijn echtgenote en de kinderen in combinatie met het psychosociaal functioneren (en houding) van de verdachte verband houden met het delictgedrag. In hoeverre de verdachte probleembesef heeft, is niet helder omdat betrokkene zijn aandeel bagatelliseert en de schuld vooral bij zijn echtgenote neerlegt. De verdachte wil de relatie met zijn echtgenote voort zetten en er alles aan doen om de relatie te redden. Hij zegt dan ook aan alle voorwaarden mee te zullen werken en hulpverlening toe te staan in hun woning, zo vaak als dat nodig is. Ondanks de onmogelijkheid om een compleet beeld te krijgen van de diagnostiek van de verdachte vanwege onderzoeksbeperkingen, zien de reclassering en de rapporteur van het NIFP wel mogelijkheden om ambulante behandeling in te zetten en dan te starten met schematherapie. De rapporteur verwacht echter dat het een moeizaam traject zal worden. Nader onderzoek vanuit een ambulant behandelingskader lijkt noodzakelijk.
Vanuit de reeds betrokken hulpverlening, zoals Veilig Thuis (VHH), het Crisisteam van gemeente Zoetermeer en Veilig Verderteam Zoetermeer, zijn er zorgen omtrent de veiligheid van zijn echtgenote en de kinderen. Zij vinden het noodzakelijk dat er hulpverlening voor het gezin komt zodat aan de veiligheid gewerkt kan worden en dat de echtgenote en de kinderen geen getuige of slachtoffers meer zijn van geweld.
Door de reclassering is mede daarom geadviseerd om aan de verdachte een gedeeltelijk voorwaardelijke straf op te leggen met daaraan bijzondere voorwaarden van een meldplicht, ambulante behandeling, contactverbod, locatieverbod (met elektronische monitoring) en het deelnemen aan netwerkgesprekken gekoppeld, alsmede de dadelijke uitvoerbaarheid van de voorwaarden.
Strafmodaliteit en strafmaat
Alles in aanmerking nemende komt de rechtbank tot het oordeel dat gelet op de ernst, de duur en de mate van doordachtheid van de door de verdachte gepleegde feiten en het leed dat hij daarmee heeft aangedaan aan de slachtoffers, slechts een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden is. De rechtbank heeft bij de bepaling van de strafmaat aansluiting gezocht bij de eis die de officier van justitie heeft geformuleerd.
De rechtbank komt niet tot een bewezenverklaring van alle tenlastegelegde feiten, maar de feiten waarvan hij wordt vrijgesproken zijn minder van invloed op de strafmaat. In het nadeel van de verdachte weegt de rechtbank mee dat de slachtoffers familie van de verdachte zijn. Daarnaast weegt de rechtbank mee dat de verdachte doelbewust was in zijn mishandelingen, door voornamelijk zijn vrouw en zoon keer op keer op plaatsen pijn te doen waar dit niet zichtbaar zou zijn. De rechtbank weegt zwaar in het nadeel van de verdachte mee dat de tenlastegelegde feiten zich hebben afgespeeld over een zeer lange periode, dat zijn gezin zich in een door de verdachte gecreëerde afhankelijkheidsrelatie bevonden en dat mede daardoor een loyaliteitsconflict bestond. Gelet op wat hiervoor is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden volstaan met een lichtere of andere sanctie dan een straf die deels onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming van na te melden duur met zich brengt.
De rechtbank acht, alles afwegende en gelet op de eis van de officier van justitie en wat in vergelijkbare gevallen doorgaans wordt opgelegd, een gevangenisstraf van twintig maanden passend en geboden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, waarvan tien maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren en als bijzondere voorwaarden een meldplicht, ambulante behandeling, een contact- en locatieverbod (met elektronische monitoring) en het meewerken aan netwerkoverleggen. Deze bijzondere voorwaarden worden opgelegd om de verdachte ervan te weerhouden zich in de toekomst opnieuw aan strafbare feiten schuldig te maken en te bewerkstelligen dat een oplossing wordt gevonden voor de problematiek van de verdachte en zo de kans op recidive terug te dringen.
Dadelijke uitvoerbaarheid
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een misdrijf dat gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van meer personen, te weten de vrouw en de kinderen van de verdachte.
Gelet op het bovenstaande, is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte wederom een dergelijk misdrijf zal begaan. Daarom zal zij bevelen dat de hiervoor op grond van artikel 14c Sr te stellen voorwaarden en het op grond van art. 14c lid 6 Sr uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.

7.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57, 300, 302 en 304 van het Wetboek van Strafrecht;
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

8.De beslissing

De rechtbank:
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 5, 6 en 8 ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2, 3, 4 en 7 ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 3.6 bewezen is verklaard en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 1:
zware mishandeling, terwijl de schuldige het misdrijf begaat tegen zijn kind
ten aanzien van feit 2:
mishandeling, terwijl de schuldige het misdrijf begaat tegen zijn kind
ten aanzien van feit 3:
mishandeling, terwijl de schuldige het misdrijf begaat tegen zijn kind
ten aanzien van feit 4:
mishandeling, terwijl de schuldige het misdrijf begaat tegen zijn echtgenoot
ten aanzien van feit 7:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van
20 (twintig) MAANDEN;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
bepaalt dat een gedeelte van die straf,
groot 10 maanden, niet zal worden tenuitvoergelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op
drie jarenvastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
en onder de bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich moet houden aan de aanwijzingen die de reclassering hem geeft, voor zover deze niet reeds zijn opgenomen in een andere bijzondere voorwaarde. Daartoe moet de veroordeelde zich melden bij de reclassering voor zolang en zo frequent als zij gedurende deze periode nodig acht. De veroordeelde meldt zich binnen twee werkdagen na het ingaan van de proeftijd bij Reclassering Nederland op het adres Bezuidenhoutseweg 179, 2594 AH te Den Haag. Het afleggen van huisbezoeken is een onderdeel van de meldplicht;
- verplicht is mee te werken aan een intakegesprek en diagnostiek. De veroordeelde werkt mee aan behandeling door forensisch psychiatrisch centrum De Waag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
- op geen enkele wijze – direct of indirect – contact heeft of zoekt met [naam 3] ( [geboortedatum 3] ), [naam 2] ( [geboortedatum 2] ), [naam 1] ( [geboortedatum 1] ), [naam 4] ( [geboortedatum 4] ) en [naam 5] ( [geboortedatum 5] ), tenzij dit contact plaatsvindt in het bijzijn van of na overleg met hulpverlening zoals het Veilig Verderteam van Jeugd- en Gezinshulp Zoetermeer, het crisisteam van gemeente Zoetermeer, de reclassering of een soortgelijke instelling om de veiligheid te waarborgen. Het contactverbod geldt tot de hulpverlening volledig tot stand is gekomen en netwerkoverleggen hebben plaatsgevonden waarin veiligheidsafspraken zijn gemaakt. Het contact zal geleidelijk worden opgebouwd, zulks ter beoordeling van de reclassering en betrokken hulpverlenende partijen in het kader van de veiligheid;
- zich niet bevindt op het adres [adres 1] , zolang de reclassering dit nodig acht in het kader van de veiligheid. De duur van het verbod is afhankelijk van de uitkomst van de netwerkoverleggen en gemaakte veiligheidsafspraken;
- meewerkt aan de netwerkoverleggen georganiseerd door de reclassering, de regisseur Crisisteam/Multiproblem van gemeente Zoetermeer, Veilig Verderteam van Jeugd- en Gezinshulp Zoetermeer of soortgelijke instellingen betrokken om de veiligheid van de echtgenote en de kinderen te waarborgen. De netwerkoverleggen lopen net zolang door tot de hulpverlening volledig tot stand is gekomen voor het gezin en veiligheidsafspraken zijn gemaakt, zulks ter beoordeling van de reclassering en betrokken hulpverlenende partijen, zolang de reclassering dit nodig acht;
geeft opdracht aan Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
beveelt dat bovengenoemde bijzondere voorwaarden en het - op grond van artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht - uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.
Dit vonnis is gewezen door
mr. N.F.R. de Rooij, voorzitter,
mr. M.M. Meessen, rechter,
mr. M.A. Schueler, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. S.R.M. Louter, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 3 juni 2022.
De jongste rechter, mr. M.A. Schueler, is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2017 tot met 9 februari 2022 te Zoetermeer, althans in Nederland meermalen, althans eenmaal, telkens zijn kind, te weten [naam 1] ( [geboortedatum 1] ) opzettelijk zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht, immers heeft verdachte, met dat opzet meermalen, althans eenmaal:
- een lepel verhit en vervolgens de hete lepel tegen de voet(zool) van die [naam 1] gedrukt en/of gehouden,
waardoor:
- die [naam 1] zwaar lichamelijk letsel is toegebracht, te weten (een) brandwond(en) en/of (blijvend) littekenweefsel op zijn voet(zool);
2.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 9 februari 2012 tot met 9 februari 2022 te Zoetermeer, althans in Nederland meermalen, althans eenmaal, telkens zijn kind, te weten [naam 1] ( [geboortedatum 1] ) opzettelijk heeft mishandeld, immers heeft verdachte, met dat opzet meermalen, althans eenmaal (die [naam 1] ) onder meer (telkens):
- een lepel verhit en vervolgens de hete lepel tegen de voet(zool) van die [naam 1] gedrukt en/of gehouden,
- gestompt en/of geslagen (met een (stalen) stang van een stofzuiger en/of een stok en/of een elektriciteitskabel en/of een riem, althans een (hard) voorwerp) tegen de armen, benen, handen en/of voeten, althans lichaam,
- vastgebonden aan zijn arm(en) en/of be(e)n(en),
- te prikken met een scherp voorwerp in de benen (tot bloedens aan toe), althans het lichaam,
- een boormachine draaiend/werkend tegen zijn borst, althans lichaam, aangehouden,
- onthouden van nodige zorg door medisch specialist bij (door verdachte) aangebracht zwaar letsel,
- ( voor straf) opgesloten in een donkere en/of koude kast en/of donkere en/of koude kamer, althans een donkere en/of koude ruimte,
- uitgescholden en/of gekleineerd en/of denigrerend toegesproken,
- vanaf zijn geboorte en aldus geheel hulpbehoevend en afhankelijk, (telkens) (voor straf) opzettelijk te weinig en onregelmatig eten gegeven, althans voeding onthouden, en/of
- het getuige doen zijn van (zware) mishandeling(en) van moeder en/of zijn/haar broer(tje)(s) en/of zus(je)(s)(en),
waardoor:
- die [naam 1] pijn en/of letsel heeft bekomen,
- die [naam 1] zwaar lichamelijk letsel is toegebracht, te weten (een) brandwond(en) en/of (blijvend) littekenweefsel op zijn voet(zool),
- bij die [naam 1] een hevige onlust veroorzakende lichamelijke en/of geestelijke gewaarwording is veroorzaakt en/of
- de (lichamelijke en/of geestelijke) gezondheid van die [naam 1] is benadeeld;
3.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 9 februari 2012 tot en met 9 februari 2022 te Zoetermeer, althans in Nederland meermalen, althans eenmaal, telkens zijn kind, te weten [naam 2] ( [geboortedatum 2] ) opzettelijk heeft mishandeld, immers heeft verdachte, met dat opzet meermalen, althans eenmaal die [naam 2] onder meer (telkens):
- gestompt en/of geslagen (met een (stalen) stang van een stofzuiger en/of stok en/of elektriciteitskabel en/of een riem, althans een (hard) voorwerp) tegen de armen, benen, handen, voeten en/of hoofd, althans lichaam,
- getrapt en/of geschopt tegen benen en/of rug, althans lichaam,
- aan de haren getrokken en/of meegesleurd,
- bij de keel vastgepakt en/of de keel dichtgeknepen,
- tegen de muur aan geduwd,
- ( voor straf) opgesloten in een donkere en/of koude kast en/of donkere en/of koude kamer, althans een donkere en/of koude ruimte,
- uitgescholden en/of gekleineerd en/of denigrerend toegesproken,
- vanaf haar geboorte en aldus geheel hulpbehoevend en afhankelijk, (telkens) (voor straf) opzettelijk te weinig en onregelmatig eten gegeven, althans voeding onthouden, en/of
- het getuige doen zijn van (zware) mishandeling(en) van zijn/haar moeder en/of zijn/haar broer(tje)(s) en/of zus(je)(s)(en),
waardoor:
- die [naam 2] pijn en/of letsel heeft bekomen,
- bij die [naam 2] een hevige onlust veroorzakende lichamelijke en/of geestelijke gewaarwording is veroorzaakt en/of
- de (lichamelijke en/of geestelijke) gezondheid van die [naam 2] is benadeeld
4.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 9 februari 2012 tot met 9 februari 2022 te Zoetermeer, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, telkens zijn echtgenote, te weten [naam 3] opzettelijk heeft mishandeld, immers heeft verdachte, met dat opzet meermalen, althans eenmaal (die [naam 3] ) onder meer (telkens):
- gestompt en/of geslagen (met een (stalen) stang van een stofzuiger en/of stok en/of elektriciteitskabel en/of een riem en/of een stuk ijzer en/of een (stalen) schoenlepel, althans een (hard) voorwerp) tegen de armen, benen, handen, voeten, billen, nek en/of hoofd, althans lichaam,
- een verhitte lepel en/of mes tegen het lichaam aangehouden,
- getrapt en/of geschopt tegen benen en/of rug, althans lichaam,
- tegen de muur en/of trapleuning aan geduwd,
- bij de keel vastgepakt en/of de keel dichtgeknepen,
- met koud water overgoten terwijl die [naam 3] nabij een open raam stond,
- spullen (waaronder een spelcomputer en/of een (glazen) waterkan) naar/tegen het hoofd van deze [naam 3] te gooien,
- onthouden van nodige zorg door medisch specialist bij (door verdachte) aangebracht (zwaar) letsel,
- ( meerdere dagen achtereenvolgend) (voor straf) van voeding heeft onthouden,
- ( voor straf) opgesloten in een donkere en/of koude kast en/of donkere en/of koude kamer, althans een donkere en/of koude ruimte,
- uitgescholden en/of gekleineerd en/of denigrerend toegesproken
waardoor:
- die [naam 3] pijn en/of letsel heeft bekomen en/of
- bij die [naam 3] een hevige onlust veroorzakende lichamelijke en/of geestelijke gewaarwording is veroorzaakt en/of
- de (lichamelijke en/of geestelijke) gezondheid van die [naam 3] is benadeeld;
5.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 9 februari 2012 tot en met 9 februari 2022 te Zoetermeer, althans in Nederland meermalen, althans eenmaal, telkens zijn kind, te weten [naam 4] ( [geboortedatum 4] ) opzettelijk heeft mishandeld, immers heeft verdachte, met dat opzet meermalen, althans eenmaal die [naam 4] onder meer:
- gestompt en/of geslagen (met een stuk hout, althans een (hard) voorwerp) tegen de armen, benen, handen en/of voeten, althans lichaam,
- ( voor straf) opgesloten in een donkere en/of koude kast en/of donkere en/of koude kamer, althans een donkere en/of koude ruimte,
- uitgescholden en/of gekleineerd en/of denigrerend toegesproken
- vanaf zijn geboorte en aldus geheel hulpbehoevend en afhankelijk, (telkens) (voor straf) opzettelijk te weinig en onregelmatig eten gegeven, althans voeding onthouden, en/of
- het getuige doen zijn van (zware) mishandeling(en) van zijn/haar moeder en/of zijn/haar broer(tje)(s) en/of zus(je)(s)(en),
waardoor:
- die [naam 4] pijn en/of letsel heeft bekomen,
- bij die [naam 4] een hevige onlust veroorzakende lichamelijke en/of geestelijke gewaarwording is veroorzaakt en/of
- de (lichamelijke en/of geestelijke) gezondheid van die [naam 4] is benadeeld
6.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 22 juni 2015 tot met 9 februari 2022 te Breda en/of Zoetermeer, althans in Nederland meermalen, althans eenmaal, telkens zijn kind, te weten [naam 5] ( [geboortedatum 5] ) opzettelijk heeft mishandeld, immers heeft verdachte, met dat opzet meermalen, althans eenmaal die [naam 5]
onder meer:
- gestompt en/of geslagen tegen de armen, benen, handen en/of voeten, althans lichaam,
- ( voor straf) opgesloten in een donkere en/of koude kast en/of donkere en/of koude kamer, althans een donkere en/of koude ruimte,
- uitgescholden en/of gekleineerd en/of denigrerend toegesproken,
- vanaf haar geboorte en aldus geheel hulpbehoevend en afhankelijk, (telkens) (voor straf) opzettelijk te weinig en onregelmatig eten gegeven, althans voeding onthouden, en/of
- het getuige doen zijn van (zware) mishandeling(en) van zijn/haar moeder en/of zijn/haar broer(tje)(s) en/of zus(je)(s)(en),
waardoor:
- die [naam 5] pijn en/of letsel heeft bekomen,
- bij die [naam 5] een hevige onlust veroorzakende lichamelijke en/of geestelijke gewaarwording is veroorzaakt en/of
- de (lichamelijke en/of geestelijke) gezondheid van die [naam 5] is benadeeld
7.
hij in of omstreeks de periode van 9 februari 2016 tot met 9 februari 2022 te Zoetermeer, althans in Nederland (zijn echtgenote) [naam 3] (telkens) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [naam 3] , al dan niet schriftelijk via WhatsApp, dreigend, de woorden toe te voegen "Ik moet je doden” en/of “Ik ga je vermoorden" en/of "Als jij niet wilt dat je dood gaat, dan moet jij nu het huis gaan verlaten", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
8.
hij in of omstreeks de periode van 25 december 2021 tot met 9 februari 2022 te Zoetermeer, althans in Nederland (zijn minderjarige dochter) [naam 2] (telkens) heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [naam 2] (telkens), dreigend, de woorden toe te voegen "De volgende keer dat jij dit doet pak ik een mes en ga ik jou steken" en/of "Ik maak jou dood en/of (schriftelijk via Whatsapp) “Ik hak je letterlijk in 100000 stukke” en/of (middellijk, via [naam 3] ) "jij hebt hier niks over te zeggen over de kinderen. Als ik hun dood wil maken dan doe ik dat”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.