ECLI:NL:RBDHA:2022:527

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
27 januari 2022
Publicatiedatum
28 januari 2022
Zaaknummer
09/178972-21
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oplegging van TBS-maatregel na verkrachting en poging tot verkrachting met hoog recidiverisico

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 27 januari 2022 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 2001, die wordt beschuldigd van verkrachting en poging tot verkrachting. De verdachte heeft op 21 december 2020 in [plaats 1] [slachtoffer 1] verkracht en op 5 juli 2021 in [plaats 2] geprobeerd [slachtoffer 2] te verkrachten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, ondanks zijn beperkingen, de intentie had om de slachtoffers seksueel te benaderen. De rechtbank heeft de verdachte sterk verminderd toerekeningsvatbaar geacht, maar heeft toch de TBS-maatregel met verpleging van overheidswege opgelegd, gezien het hoge recidiverisico en de ernst van de feiten. De rechtbank heeft ook de vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] toegewezen, waarbij schadevergoedingen zijn opgelegd. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verdachte in een gesloten instelling moet worden geplaatst, gezien zijn problematiek en het risico voor de maatschappij.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Meervoudige kamer (jeugd)strafzaken
Parketnummer: 09/178972-21 (en reeds gevoegd 09/233144-21)
Datum uitspraak: 27 januari 2022
Tegenspraak
Vonnis (vul parketnummer in)van de rechtbank Den Haag in de zaak (kies tussen de alternatieven)tegen de verdachte:
[verdachte](hierna: de verdachte),
geboren op [geboortedatum] 2001 te [geboorteplaats] ,
op dit moment in voorlopige hechtenis verblijvende in [detentieadres] .

1.Het onderzoek ter zitting

De strafzaak tegen de verdachte is inhoudelijk behandeld op de zitting van 13 januari 2021.
De officier van justitie in deze zaak is mr. S.F. Heslinga en de raadsvrouw van de verdachte is mr. H.H.R. Bruggeman te Leiderdorp. De verdachte is ter zitting verschenen.

2.De tenlastelegging

De verdachte wordt er, samengevat, van beschuldigd dat hij op 21 december 2020 in [plaats 1] [slachtoffer 1] heeft verkracht en op 5 juli 2021 in [plaats 2] heeft geprobeerd [slachtoffer 2] te verkrachten. In beide zaken is dit subsidiair ten laste gelegd als ontucht.
De volledige tekst van de tenlasteleggingen staat in bijlage I.

3.Eis van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte bij beide tenlasteleggingen zal worden veroordeeld voor het primair ten laste gelegde, te weten de verkrachting en de poging tot verkrachting. Hiervoor dient aan de verdachte de ongemaximeerde terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege (hierna: tbs-maatregel of tbs met dwangverpleging) te worden opgelegd, alsmede een gevangenisstraf voor de duur van één jaar, met aftrek van de tijd die de verdachte al in voorarrest heeft gezeten.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De verdachte heeft bekend diegene te zijn geweest die aangeefster [slachtoffer 2] op 5 juli 2021 heeft aangevallen. Hij heeft haar betast, geprobeerd te zoenen en daarnaast uitspraken gedaan die de intentie van seksueel binnendringen duidelijk maken. Deze gedragingen kunnen worden gekwalificeerd als een poging verkrachting.
De verkrachting op 21 december 2020 van aangeefster [slachtoffer 1] is eveneens gepleegd door de verdachte. Het DNA-profiel dat op de legging van de aangeefster wordt aangetroffen komt overeen met dat van de verdachte, daarnaast komt het signalement dat de aangeefster en de getuigen hebben gegeven overeen met het signalement van de verdachte en is de modus operandi gelijkend op hetgeen is gebeurd op 5 juli 2021.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdachte bekent het aanraken van aangeefster [slachtoffer 2] op 5 juli 2021. Dit is echter geen poging verkrachting, nu er geen voornemen van verkrachting bestond bij de verdachte en dit niet uit zijn gedragingen is af te leiden.
Van het tenlastegelegde op 21 december 2020 dient de verdachte te worden vrijgesproken. Het aangetroffen DNA is Y-chromosomaal en dient slechts als aanvullend bewijs te worden gebruikt. Er is echter verder geen bewijs in het dossier dat naar de verdachte wijst. [zorggroep] heeft op de bewuste dag geen rapportage van bijzonderheden opgemaakt, wat maakt dat de verdachte niet ongeoorloofd afwezig is geweest zodat moet worden aangenomen dat hij bij [zorggroep] aanwezig was.
4.3
De beoordeling
Feit van 5 juli 2021 (09/178972-21)
Op 5 juli 2021 in [plaats 2] zag aangeefster [slachtoffer 2] een man bij een bushokje zitten. Hij is haar achterna gelopen, heeft haar vervolgens van achteren bij de nek vastgepakt waardoor zij voorover op de grond is gevallen. De man is bovenop haar gaan zitten en hij heeft zijn hand voor haar mond gehouden. Hij heeft tegen haar gezegd ‘ik ga je keihard verkrachten, kankerhoer’ en ‘kut je gaat doen wat ik zeg’. Daarnaast heeft hij haar, onder de kleren, in haar bil en borst geknepen en haar gezoend. Ook heeft de man haar geslagen tegen het hoofd, de ribben en de heup van de aangeefster en haar vervolgens nog een trap gegeven. De verdachte heeft bovenstaande, met uitzondering van het slaan tegen de heup, bekend.
De rechtbank dient te beoordelen of bovenstaande gekwalificeerd kan worden als een poging tot verkrachting of, zoals de verdediging bepleit, ontuchtige handelingen.
Gelet op de uiterlijke verschijningsvormen is de rechtbank van oordeel dat de verdachte de intentie om het lichaam van de aangeefster binnen te dringen. De verdachte heeft aangeefster naar de grond gewerkt en heeft haar daar in bedwang gehouden. Daarbij is hij met zijn hand onder haar kleding gegaan en heeft haar betast bij haar borst en haar billen en geroepen ‘ik ga je keihard verkrachten, kankerhoer’. Gelet op de uiterlijke verschijningsvorm is de rechtbank van oordeel dat sprake is van een poging tot verkrachting. De rechtbank merkt daarbij nog op dat de verdachte bij het feit van 21 december 2020 daadwerkelijk met zijn vingers (over de kleding) bij het slachtoffer is binnen gedrongen. Naar het oordeel van de rechtbank kan dan ook niet worden gesteld dat de verdachte door zijn beperkingen niet weet wat ‘verkrachten’ is, zoals door de raadsvrouw naar voren is gebracht.
De rechtbank acht het primair tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen.
Feit van 21 december 2020 (09/233144-21)
De volgende feiten en omstandigheden kunnen op grond van de inhoud van de bewijsmiddelen als vaststaand worden aangemerkt. Deze feiten hebben op de zitting niet ter discussie gestaan en kunnen zonder nadere motivering worden gebruikt als vertrekpunt voor de beoordeling van de bewijsvraag.
Aangeefster [slachtoffer 1] is op 21 december 2020 in [plaats 1] door een man ineens van achteren vastgegrepen en is met een vuist in haar gezicht gestompt. Toen zij probeerde weg te rennen is zij weer van achteren vastgegrepen, naar achteren getrokken, tegen een auto aangeduwd en beetgehouden. De man heeft vervolgens met kracht (over haar kleding) zijn vingers in haar vagina geduwd, met kracht zijn vingers in haar vagina gestoten en hard heen en weer bewogen. Er is dan ook sprake geweest van seksueel binnendringen.
De vraag die de rechtbank dient te beantwoorden is of de verdachte deze man is geweest.
De rechtbank beantwoordt deze vraag bevestigend. Op de broek van de verdachte is bij het kruis een Y-chromosomaal DNA-profiel aangetroffen. Uit het onderzoek naar dit DNA-profiel volgt dat de resultaten van het onderzoek ongeveer zeventienduizend keer waarschijnlijker zijn wanneer de bemonstering van het spoor DNA van de verdachte of een andere man in de mannelijke lijn van de verdachte bevat dan wanneer het spoor DNA van een willekeurige niet verwante man bevat. Voor een familielid in de mannelijke lijn ziet de rechtbank in het dossier geen aanwijzingen. Het dossier bevat daarnaast voldoende steunbewijs. Aangeefster en de [getuige] hebben een duidelijk signalement gegeven dat overeenkomt met het signalement van de verdachte. En er is bovendien sprake van een vergelijkbare modus operandi met het feit van 5 juli 2021. De verdachte is (hoogstwaarschijnlijk) vanuit een bushokje achter het slachtoffer aangelopen, heeft haar van achteren vastgegrepen en er zijn vergelijkbare scheldwoorden gebruikt (“Je moeder is een kankerhoer”). Tenslotte merkt de rechtbank op dat [zorggroep] – in tegenstelling tot wat de raadsvrouw naar voren heeft gebracht –, heeft aangegeven dat alleen bijzonderheden worden opgeschreven en dat – als die er niet zijn – de verdachte weg mag, zonder dat dit wordt gerapporteerd. Verdachte heeft dus geen alibi voor dit feit.
Het voorgaande in onderling verband en samenhang bezien maakt dat de rechtbank van oordeel is dat het primair tenlastegelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen.
In bijlage II heeft de rechtbank de bewijsmiddelen opgenomen. Ten aanzien van parketnummer
09/178972-21heeft de rechtbank volstaan met een opsomming, nu de verdachte dit feit heeft bekend en door de raadsvrouw slechts een kwalificatieverweer is gevoerd.

5.De bewezenverklaring

Op grond van de bewijsmiddelen, en op grond van de conclusies hierboven, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het(vul de feitaanduidingen in) onder
09/178972-21 primair en het onder
09/233144-21 primair tenlastegelegde heeft begaan. De bewezenverklaring is opgenomen in bijlage III.

6.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde en van de verdachte

(vul de feitaanduidingen in)De bewezen feiten worden gekwalificeerd als:
(
09/178972-21)
Poging verkrachting
(
09/233144-21)
Verkrachting
De feiten zijn strafbaar.
Toerekeningsvatbaarheid
De psycholoog en psychiater die de verdachte hebben onderzocht concluderen dat er sprake is van een (sterk) verminderde toerekeningsvatbaarheid. Ter zitting heeft mevrouw dr. S.J. Roza, psychiater, aangegeven dat de verdachte niet volledig ontoerekeningsvatbaar wordt geacht nu het niet zo is dat zijn pathologie onoverkomelijk zal leiden tot de tenlastegelegde gedraging. De verdachte weet dat hetgeen hij heeft gedaan niet mag en kan hier in zeer beperkte mate naar handelen, dat deel is hem dan ook toe te rekenen.
De rechtbank neemt de conclusies van de deskundigen voor wat betreft de toerekeningsvatbaarheid over. Dat maakt dat de rechtbank de verdachte niet geheel ontoerekeningsvatbaar acht, maar sterk verminderd toerekeningsvatbaar. De verdachte is dus strafbaar. De rechtbank zal de sterk verminderde mate van toerekeningsvatbaarheid betrekken bij het opleggen van een passende straf of maatregel. (vul de feitaanduidingen in)

7.De straf en/of maatregel

Ernst van het feit
De verdachte heeft op twee verschillende momenten op klaarlichte dag twee vrouwen aangevallen. Hij heeft hen achtervolgd, van achteren beetgepakt, hen geslagen en seksuele handelingen verricht. Bij een van de slachtoffers heeft hij, onder de kleding, aan de borsten en billen gezeten. Bij het andere slachtoffer heeft hij zijn vingers (over de kleding) in haar vagina geduwd. Met zijn handelen heeft verdachte een uiterst beangstigende situatie gecreëerd, waarbij hij de lichamelijke en seksuele integriteit en de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers ernstig heeft geschonden. Hij heeft kennelijk zijn eigen lustgevoelens en behoeftebevrediging boven de belangen van de slachtoffers gesteld en zich daarbij volstrekt niet bekommerd om hun gevoelens. De verdachte heeft zichzelf niet in de hand gehad, ondanks dat hij naar eigen zeggen ten aanzien van het eerste feit wel wist dat wat hij deed, niet mocht.
De ervaring leert dat slachtoffers van delicten als de onderhavige nog lange tijd de psychisch nadelige gevolgen daarvan kunnen ondervinden, zoals ook blijkt uit de ter terechtzitting voorgelezen slachtofferverklaringen. De slachtoffers hebben fysiek en psychisch letsel opgelopen door de aanval van de verdachte.
Persoon van de verdachte
De verdachte heeft geen eerdere veroordelingen op zijn strafblad staan.
Een psycholoog en een psychiater hebben een rapportage opgemaakt over de verdachte.
Psychiater in opleiding drs. H. Bekkering en psychiater dr. S.J. Roza hebben een rapport gedateerd 10 november 2021 opgesteld. Kort samengevat staat hierin het volgende.
Bij betrokkene is sprake van zowel een psychische stoornis als een verstandelijke handicap. Hij heeft uitgebreide neurobiologische ontwikkelingspathologie, waardoor hij sinds de jonge kinderleeftijd forse gedragsproblemen laat zien in de vorm van boosheid, zeer veel moeite heeft met sociale contacten en interacties, en zich niet kan inleven in, laat staan zijn gedrag aanpassen op de ander. Betrokkene is niet in staat tot afstemming in contact, overschrijdt met regelmaat de grenzen van anderen omdat hij deze niet kan herkennen, is impulsief en reageert uitsluitend en direct vanuit zijn eigen behoeftebevrediging.In DSM-5-classificerende termen is sprake van een verstandelijke-ontwikkelingsstoornis, een autismespectrumstoornis, een oppositionele-opstandige stoornis en een aandachtsdeficiëntie/ -hyperactiviteitsstoornis. Hier was ook ten tijde van het hem ten laste gelegde sprake van en dit beïnvloedde zijn gedragingen.Geadviseerd wordt om de tenlastegelegde poging verkrachting van 5 juli, indien bewezen, in een (sterk) verminderde mate aan betrokkene toe te rekenen. Ten aanzien van de verkrachting van 21 december moeten onderzoekers zich van advies over toerekenen onthouden.Er blijkt sprake van een ”hoog‘ recidiverisico. Dit betekent dat betrokkene tot de groep zedendelinquenten behoort (indien huidige tenlasteleggingen bewezen worden) waarvan uit internationaal onderzoek is gebleken dat 18 tot 40% binnen een periode van 5 jaar opnieuw wordt aangeklaagd of veroordeeld voor een (nieuw) zedendelict.Betrokkene heeft voor zijn neurobiologische ontwikkelingsstoornis(sen) en de daaruit voortvloeiende beperkingen die risicoverhogend werken op recidivekans, zeer substantiële ondersteuning en begeleiding nodig. Verblijf in gesloten pedagogische instelling of
een reguliere zorginstelling voor mensen met een verstandelijke beperking en/of andere neurobiologische ontwikkelingsstoornis is daarbij onvoldoende risicoreducerend
gebleken. Vanwege het risico op, veelal volledig onvoorspelbaar (seksueel) agressief gedrag, is naast zijn zorgbehoefte, ook een belangrijke noodzaak tot extern risicomanagement.Slechts zeer beperkte indicaties voor toepassing jeugdstrafrecht. Ten aanzien van pedagogische beïnvloeding valt weinig tot niets meer te verwachten. Betrokkene kan naar alle waarschijnlijkheid niet verder winnen aan zelfstandigheid in zijn maatschappelijk functioneren, en de noodzakelijke ondersteuning kan niet (meer) van pedagogisch hulpverleners komen.Vanwege het ontbrekend inzicht van betrokkene in de ernst van zijn problematiek, is eendwingend kader nodig om de intensieve vorm van toezicht en begeleiding te kunnen bewerkstelligen. Onderzoekers adviseren opname in een klinisch gesloten setting met expertise op gebied van LVB, ASS en agressief (seksueel) grensoverschrijdend gedrag, met hoog tot zeer hoog beveiligingsniveau en voldoende mogelijkheden tot duurzaam toezicht. Gedacht kan worden aan (bijvoorbeeld) plaatsing bij Trajectum binnen het kader van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege.
Klinisch psycholoog dr. R. Bullens heeft een rapport gedateerd 3 november 2021 opgesteld. Kort samengevat staat hierin het volgende.
Uit de informatie vanuit Schakenbosch komt naar voren dat de betrokkene op het sociaal-emotionele niveau van een ongeveer driejarige zou functioneren. Onderzoeker onderschrijft dat betrokkene zich nog op een erg vroegkinderlijk niveau van functioneren bevindt. Bij betrokkene is sprake van een Oppositionele-opstandige stoornis (ODD), autismespectrumstoornis (ASS), aandachtsdeficiëntie-/hyperactiviteitsstoornis gecombineerd beeld (ADHD) en een lichte verstandelijke beperking. Hier was ook ten tijde van het hem ten laste gelegde sprake van en dit beïnvloedde zijn gedragingen. Met het aanwezig geachte verband tussen de beschreven problematiek van betrokkene en het hem ten laste gelegde, wordt de rechtbank geadviseerd om betrokkene de hem ten laste gelegde feiten (indien bewezen) in een (sterk) verminderde mate toe te rekenen. Al met al wordt bij een onbehandelde terugkeer in de maatschappij het risico op herhaling van seksueel gewelddadig gedrag hoog geschat.Ten aanzien van contra-indicaties voor het toepassen van het jeugdstrafrecht worden evenwel de volgende argumenten gevonden: betrokkene zal - naar verwachting - levenslang afhankelijk blijven van de verzorging door, en steun van anderen. Zoals aangegeven, is hij nauwelijks c.q. slechts zeer beperkt leerbaar/behandelbaar/beïnvloedbaar. Dit impliceert dat er sprake is van persisterende problematiek, waarvoor langdurige zorg noodzakelijk is. In die zin lijkt het verstandig om (bij bewezen geachte feiten) niet het jeugdstrafrecht, maar het volwassenen strafrecht toe te passen.Behandeling in een gesloten kader (met een hoog beveiligingsniveau) is noodzakelijk om het hoge recidive-risico te kunnen verminderen. Daarbij dient rekening te worden gehouden met het feit dat de zorgprognose niet echt gunstig is te noemen, vanwege het feit dat betrokkenes problematiek voor het grootste deel niet behandelbaar is. Gezien de beperkte leerbaarheid van betrokkene valt niet te verwachten dat ook daar substantiële behandelwinst valt te halen en is het denkbaar om, vanzelfsprekend na de nodige psycho-educatie daarover aan betrokkene, medicamenteuze ondersteuning te overwegen in de vorm van een SSRI (antidepressivum, zoals bijvoorbeeld Paroxetine) dan wel hormonale medicatie (zoals Androcur) om betrokkenes libido te kunnen verlagen en daarmee het recidiverisico ter zake seksueel grensoverschrijdende gedragingen van zijn kantdienovereenkomstig te verlagen.Geadviseerd wordt om bovenstaande behandeling uit te voeren in een stevig kader bij een gesloten instelling met een hoog beveiligingsniveau. Ingeschat wordt dat betrokkene - vanwege het hoge recidiverisico - moeilijk met zijn vrijheid kan omgaan en hij daarnaast - vanwege zijn lichte verstandelijke beperking - (één-op-één) steun en blijvende begeleiding in het dagelijks leven nodig heeft.Gezien de ernst van de hem ten laste gelegde feiten (indien bewezen) én het hoge recidive-risico (met inherent daaraan de noodzaak van een hoog beveiligingsniveau), is het van belang dat de begeleiding van c.q. zorg aan betrokkene in een stevig kader wordt vormgegeven. Het advies is om deze in het kader van een maatregel van TBS met dwang te laten plaatsvinden. Een maatregel van TBS met dwang zou kunnen worden gerealiseerd binnen een forensische setting zoals een Forensisch Psychiatrische Kliniek (FPK), waarbij er zorg/begeleiding voor mensen met een licht verstandelijke beperking is, zoals FPK de Beuken, locatie Hoeve Boschoord.
De psychiater heeft ter zitting verklaard dat er om het recidiverisico te beteugelen geen alternatieven worden gezien buiten het opleggen van de tbs-maatregel nu het risicomanagement van een forensische instelling nodig is. In andere kaders kan het risico onvoldoende worden teruggebracht. De verdachte dient in een instelling te worden geplaatst die gespecialiseerd is in ASS en LVB- problematiek. Binnen een reguliere penitentiaire inrichting zal de verdachte niet passen, hij zal dan geplaatst moeten worden op een bijzondere zorg-afdeling. Nu de plaatsing in de huidige JJI -in tegenstelling tot de vorige plaatsing- beter verloopt, zou het echter gelet op de problematiek van de verdachte de voorkeur hebben om de verdachte in afwachting van zijn plaatsing in een TBS-instelling niet opnieuw over te plaatsen.
Toepasselijk recht
De rechtbank kan – ten aanzien van een verdachte die ten tijde van het begaan van een strafbaar feit de leeftijd van 18 jaren maar nog niet die van 23 jaren heeft bereikt – het jeugdstrafrecht toepassen.
De verdachte was ten tijde van het plegen van de feiten 19 en 20 jaar. Uit de adviezen die de rechtbank van deskundigen heeft gekregen blijkt dat pedagogische beïnvloeding van de verdachte vrijwel niet mogelijk is.
De rechtbank past daarom het reguliere strafrecht toe.
Strafmodaliteit en strafmaat
Voor de rechtbank staat vast dat de verdachte, zoals reeds eerder is overwogen, sterk verminderd toerekeningsvatbaar is. Ter zitting is besproken dat de verdachte functioneert op een sociaal-emotioneel niveau van een persoon rond de leeftijd van drie jaar. Daarnaast is er sprake van een verstandelijke beperking, die zich uit in meerdere in de DSM erkende stoornissen. De verdachte heeft echter een libido dat passend is bij een man van zijn kalenderleeftijd. Voor de problematiek van de verdachte bestaat voor een groot deel geen behandeling, hij is zeer beperkt leerbaar en de zorgprognose is daarom niet gunstig. Een hoog beveiligingsniveau is dan ook nodig voor de verdachte, ter bescherming van de maatschappij. Daarnaast is plaatsing in een behandelsetting van belang, om de verdachte te kunnen bieden wat hij nodig heeft.
De rechtbank heeft, uiteraard, gekeken naar andere alternatieven voor de door de officier van justitie geëiste tbs-maatregel. Met de deskundigen heeft de rechtbank echter geen passende alternatieven gevonden. Het benodigde hoge beveiligingsniveau in combinatie met een plek die passend is voor iemand met de problematiek van de verdachte is -buiten de forensische kaders- niet, of nauwelijks, beschikbaar in Nederland.
De rechtbank is van oordeel dat uit het onderzoek ter terechtzitting en de rapportages is gebleken dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen, zowel de terbeschikkingstelling als de verpleging van overheidswege van verdachte eist.
Aan de wettelijke voorwaarden voor oplegging van deze maatregel is voldaan. Het betreft misdrijven waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van meer dan vier jaren is gesteld. De maatregel wordt opgelegd voor misdrijven die zijn gericht tegen en gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Dit maakt dat de totale duur van de op te leggen maatregel langer dan vier jaar kan duren.
De rechtbank geeft
het dringende adviesmee om de verdachte, in afwachting van een passende plek (bijvoorbeeld FPK de Beuken, locatie Hoeve Boschoord), niet over te plaatsen naar een (reguliere) penitentiaire inrichting, maar hem te laten blijven in JJI Intermetzo, waar hij op dit moment is geplaatst.
Naast de tbs-maatregel heeft de officier van justitie een gevangenisstraf geëist. De rechtbank vindt deze eis niet passend. De verdachte functioneert op het niveau van een drie-jarige, de feiten kunnen hem slechts zeer beperkt worden toegerekend, hij heeft nauwelijks strafbesef en plaatsing op een passende hoog-beveiligde plek waarbij hij zoveel als mogelijk behandeling krijgt, voldoet aan alle strafdoelen. De tbs-maatregel dient zo snel mogelijk aan te vangen en de verdachte dient geplaatst te worden op een plek die passend voor hem is. Dit dient zowel de belangen van de maatschappij als de belangen van de verdachte. De door de officier van justitie besproken vergelding wordt gevonden in de ongemaximeerde duur van de tbs.

8.De vordering van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

[slachtoffer 1] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en heeft een schadevergoeding van € 14.198,62, te vermeerderen met de wettelijke rente, gevorderd. Dit bedrag bestaat uit € 9.198,62 aan materiële schade en € 5.000 aan immateriële schade.
[slachtoffer 2] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en heeft een schadevergoeding van € 5.583,37, te vermeerderen met de wettelijke rente, gevorderd. Dit bedrag bestaat uit € 583,37 aan materiële schade en € 5.000 aan immateriële schade.
8.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht de vorderingen voldoende onderbouwd en voor toewijzing vatbaar. Met daarbij toewijzing van de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging geeft aan dat het verlies aan inkomsten van de benadeelde partij [slachtoffer 1] onvoldoende is onderbouwd om tot een toewijzing te komen. De fysiotherapie (en de daarbij behorende reiskosten) en de toekomstige EMDR-behandeling zijn ook niet voor toewijzing vatbaar.
Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] zijn de kosten voor de huishoudelijke hulp onvoldoende aannemelijk gemaakt. De immateriële schade dient te worden gematigd.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
[slachtoffer 1]
De rechtbank acht de vordering, voor zover deze betrekking heeft op de posten ‘eigen risico 2021’, ‘fysiotherapie’, ‘reiskosten’ en ‘kleding’ voldoende onderbouwd en voor toewijzing vatbaar, te weten voor een bedrag van € 803,62 aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente.
Het overige deel van de vordering ten aanzien van de materiële schade acht de rechtbank onvoldoende onderbouwd, voor dit deel van de vordering zal de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren.
De vordering ten aanzien van de immateriële schade acht de rechtbank voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal de vordering tot een bedrag van € 5.000 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente, toewijzen.
Tevens zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen. Hieraan zal de rechtbank een maximale gijzeling verbinden van 0 dagen. De rechtbank acht bij de verdachte sprake van betalingsonmacht gezien de persoon van de verdachte en de door de rechtbank opgelegde tbs-maatregel.
[slachtoffer 2]
De rechtbank acht de vordering voldoende onderbouwd en voor toewijzing vatbaar, te weten voor een bedrag van € 583,37 aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente.
De vordering ten aanzien van de immateriële schade acht de rechtbank voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal de vordering tot een bedrag van € 5.000 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente, toewijzen.
Tevens zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen. Hieraan zal de rechtbank een maximale gijzeling verbinden van 0 dagen. De rechtbank acht bij de verdachte sprake van betalingsonmacht gezien de persoon van de verdachte en de door de rechtbank opgelegde tbs-maatregel.

9.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen maatregelen zijn gegrond op de artikelen:
36f, 37a, 37b, 45, 57, 242 van het Wetboek van Strafrecht(vul de feitaanduidingen in).
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder parketnummer
09/233144-21primair en onder parketnummer
09/178972-21primair tenlastegelegde heeft begaan;
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen wat aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in paragraaf 6 is vermeld;
strafbaarheid verdachte
verklaart de verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
tbs-maatregel
gelast
de terbeschikkingstelling van verdachte en beveelt dat hij van overheidswege zal worden verpleegd;
adviseert,
tot een passende plek binnen het kader van de terbeschikkingstelling beschikbaar komt,de verdachte niet over te plaatsenen hem binnen Intermetzo te laten verblijven;
schadevergoeding [slachtoffer 1]
veroordeelt de verdachte om, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] , te betalen een bedrag van € 5.803,62, bestaande uit € 803,62 aan materiële schade en € 5.000 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 21 december 2020 tot aan de dag der algehele voldoening en verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering en bepaalt dat dit deel slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij [slachtoffer 1] gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte de maatregel tot schadevergoeding op, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer 1] te betalen € 5.803,62, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 december 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal een maximale gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 0 dagen;
schadevergoeding [slachtoffer 2]
veroordeelt de verdachte om, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] , te betalen een bedrag van € 5.583,37, bestaande uit € 583,37 aan materiële schade en € 5.000,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 5 juli 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij [slachtoffer 2] gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte de maatregel tot schadevergoeding op, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen € 5.583,37, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 juli 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal een maximale gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 0 dagen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. H.J.M. Smid-Verhage, rechter, voorzitter,
mr. C.M. van der Kleijn, rechter,
en mr. S.M. Borkent, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. L.E. van Damme, griffier.
Het is uitgesproken op de openbare zitting van deze rechtbank van 27 januari 2022.
Mr. Van der Kleijn is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
(
09/178972-21)
hij op of omstreeks 5 juli 2021 te [plaats 2] , althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid [slachtoffer 2] te dwingen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2] ,
- achter die [slachtoffer 2] is aangelopen en/of (vervolgens) zeer dicht op die [slachtoffer 2] is gaan lopen en/of,
- die [slachtoffer 2] (met twee handen) (met kracht) (vanachter) bij haar nek/hals heeft gepakt en/of bij de keel van die [slachtoffer 2] heeft geknepen en/of,
- die [slachtoffer 2] naar de grond heeft gewerkt en/of
- op/boven die [slachtoffer 2] is gaan zitten/hangen en/of
- die [slachtoffer 2] (met kracht) (onder haar kleding) in haar borst(en) en/of billen heeft geknepen, althans de borst(en) en/of billen van die [slachtoffer 2] (onder haar kleding) heeft vastgepakt/betast en/of
- die [slachtoffer 2] op de grond in bedwang heeft gehouden door zijn, verdachtes,hand voor haar mond te doen en/of de arm van die [slachtoffer 2] op de grond te drukken en/of
- meermalen, althans eenmaal, tegen die [slachtoffer 2] heeft geroepen/gezegd "ik ga je keihard verkrachten, kankerhoer" en/of "Kut je gaat doen wat ik zeg" althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- die [slachtoffer 2] in/op/tegen haar hoofd en/of (boven)lichaam heeft gestompt/geslagen en/of
- die [slachtoffer 2] tegen haar lichaam heeft geschopt/getrapt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
( art 242 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 5 juli 2021 te [plaats 2] , althans in Nederland door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, te weten door
- achter haar aan te lopen en/of vervolgens (te) dicht achter haar te gaan lopen en/of
- haar (van achteren) (met twee handen) (met kracht) bij de nek/hals vast te pakken en/of
- haar onverhoeds naar de grond te werken en/of
- op/boven haar is gaan zitten/hangen en/of
- haar in bedwang te houden door zijn, verdachtes, hand voor haar mond te doen/houden en/of haar arm op de grond te drukken/houden en/of
- meermalen, althans eenmaal, tegen haar te roepen/zeggen "ik ga je keihard verkrachten, kankerhoer" en/of "Kut je gaat doen wat ik zeg" althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- haar in/op/tegen haar hoofd en/of (boven)lichaam te stompen/slaan en/of
- haar tegen haar lichaam te schoppen/trappen,
[slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten het onder de kleding in de borst(en) en/of billen van die [slachtoffer 2] knijpen, althans het (onder de kleding) vastpakken/betasten van de borst(en) en/of billen van die [slachtoffer 2] .
(
09/233144-21)
hij op of omstreeks 21 december 2020 te [plaats 1] , door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) een andere feitelijkhe(i)d(en), [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij, verdachte, die [slachtoffer 1] :
- (onverhoeds) van achteren vastgegrepen en/of
- in het gezicht gestompt/geslagen en/of
- tegen een auto geduwd en/of
- in een beklemming gehouden en/of (vervolgens)
- (met kracht) een of meer vinger(s) (over de kleding) in de vagina van die [slachtoffer 1] geduwd en/of
- met zijn vinger(s) heen en weer gaande bewegingen in de vagina van die [slachtoffer 1] gemaakt;
( art 242 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 21 december 2020 te [plaats 1] , door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) G.A.W. [slachtoffer 1] , heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, immers heeft hij, verdachte, die [slachtoffer 1] :
- (onverhoeds) van achteren vastgegrepen en/of
- in het gezicht gestompt/geslagen en/of
- tegen een auto geduwd en/of
- in een beklemming gehouden en/of (vervolgens)
- een of meer vinger(s) (over de kleding) in de vagina van die [slachtoffer 1] geduwd, althans de vagina van die [slachtoffer 1] aangeraakt en/of betast;
( art 246 Wetboek van Strafrecht )
(vul de feitaanduidingen in)
Bijlage II (vul geboortedatum in)
Bewijsmiddelen
(
09/178972-21)
Opgave van bewijsmiddelen
1. De verklaring van de verdachte op de zitting van 13 januari 2022;
2. Het proces-verbaal van politie nummer PL1500-2021193677-26 (pagina 74-80 van het zaaksdossier), inhoudende de verklaring van aangeefster [slachtoffer 2] .
Alle hierboven genoemde processen-verbaal zijn, voor zover niet anders vermeld, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
(
09/233144-21)
1. vul geboortedatum in).
Het proces-verbaal van politie nummer PL1500-2020384302-5(vul geboortedatum in) (pagina 12-15(vul geboortedatum in)(vul geboortedatum in)van het zaaksdossier(vul geboortedatum in)), inhoudende als verklaring van aangeefster(vul geboortedatum in) [slachtoffer 1] (vul geboortedatum in):
21 december 2020 was ik in [plaats 1] . Ik voelde dat ik van achter werd benaderd. Er gingen twee handen met kracht over mijn mond heen. Ik werd vrij hard beetgepakt en naar achter geduwd. Ik probeerde mij om te draaien dit deed ik door mijn bovenlichaam hard heen en weer te bewegen. Dit lukt niet dus toen ben ik met mijn elleboog naar achter gaan duwen. Op enig moment kan ik mij zelf omdraaien. Ik zag dat het een jongen man betrof tussen de 20 en 30 jaar. Hij had warrig donkerblond haar, niet kort maar ook niet lang, bleke huid en hij had een onverzorgd uiterlijk hij had een onverzorgde ongeschoren gezicht. Met her en der wat haren. Het was niet een volle baard. Hij was net iets groter dan ik, ik ben zelf 168 cm lang. Hij was wel breder dan ik. Ik heb de indruk dat het een jongen was met een beperking ik zag dit aan zijn gezichtsuitdrukking. Ik heb zelf 3 jaar lang gewerkt met mensen met een beperking dus vandaar mijn inschatting. Wat ik mij kan herinneren is dat hij voor mij stond en mij telkens weer beet pakte bij mijn schouders. Ik heb telkens mijn lichaam heen en weer bewogen om te zorgen dat de man mij los liet. Ik zei tegen hem laat mij los, wat doe je?? Ik hoorde de man daarop zeggen: Nee. Wie denk je dat je bent.
Ik probeerde mij de hele tijd los te krijgen door middel van mij losrukken en heen en weer bewegen. Ik zie dan zijn rechtervuist. Ik zag dat deze vuist recht op mijn gezicht kwam. Ik probeerde deze te ontwijken door mijn hoofd naar rechts te draaien want we stonden tegen over elkaar. Ik voelde dat deze vuist met kracht tegen mijn linker slaap aankwam. Ik voelde een pijnscheut aan de zijkant van mijn hoofd. Ik viel op dat moment op de grond. Ik had een pas of 3 gezet en toen pakte hij mij bij mijn schouders vast. Ik voelde dat ik naar achter getrokken werd. Het eerst volgende wat ik weet is dat hij mijn tegen een auto aan duwde. Ik stond tegen de motorkap van een auto aan met mijn gezicht naar de voorruit van de auto. Ik weet niet meer precies of hij mij nog anders heeft beetgehouden. Maar wat ik nog weet is dat hij zijn vingers bij mij onder ging duwen. Hij stond over mij heen en ik stond tegen de auto gedrukt. Ik voelde dat hij met zijn hand direct naar mijn vagina ging. Ik voelde dat hij met kracht zijn vingers in mijn vagina duwde. Ik voelde dat mijn onderbroek en mijn sportlegging in mijn vagina ging. Ik heb meerdere vingers gevoeld maar ik weet niet precies hoeveel vingers het er waren. Ik denk 2. De vingers die in mijn vagina zaten gingen stoten. Dit ging met kracht. De vingers gingen snel en hard heen en weer. Ik denk dat het een keer of 3 is gebeurd want ik heb ik heb ik mij losgerukt. Hij ging weer met zijn hand naar mijn vagina over mijn sportlegging heen. Hij ging weer met zijn vingers in mijn vagina duwen. Hij ging echt met zijn vingers met kracht in mijn vagina. Hij ging met zijn vingers voorbij mijn schaamlippen. Ik ben ongesteld en ik had een tampon in en ik voelde dat mijn tampon gewoon helemaal naar boven werd geduwd.
2.
Het proces-verbaal van politie nummer PL1500-2020384302-2(vul geboortedatum in) (pagina 25-26(vul geboortedatum in)(vul geboortedatum in)van het zaaksdossier(vul geboortedatum in)), inhoudende als verklaring van [getuige] :
Op 21 december 2020 zag ik in [plaats 1] een worsteling tussen een jonge vrouw en man. Ik heb hen uit elkaar gehaald. Ik heb mij over de jonge vrouw ontfermd.
Ik vroeg aan de man:" Is zij je vriendin? Ik hoorde de man zeggen:" Ja want ik heb
mijn vinger in haar gehad". Ik hoorde dat de man tegen mij aan het schelden was. Ik hoorde dat hij tegen mij riep ‘je moeder is een kankerhoer'.
Ik heb zelf in dit soort instellingen gewerkt en had sterk het vermoede dat de man
geestelijk beperkt was. Dit denk ik omdat de man er een beetje zo uitzag en aan zijn
taalgebruik. Ik kan de man als volgt omschrijven;- Krullend half lang krullend haar- 170 a 175- Blank- Jogging broek donker. Nat van achter- Shirt donker- Fors postuur- Buikje.
3( vul geboortedatum in).
Het proces-verbaal van politie nummer PL1500-2020384302-38(vul geboortedatum in) (pagina 191(vul geboortedatum in) van het zaaksdossier(vul geboortedatum in)), inhoudende als relaas van de [verbalisant] :
[verdachte] woonde toen bij ons op [zorggroep] . Ik heb voor U gezocht op de datum 21
december 2020 in de rapportages in het huis waar [verdachte] . Wil [verdachte] de woning uit om bijvoorbeeld een ommetje te maken dan kan dat met toestemming van een begeleider. Als er dan bijzonderheden zijn dan wordt dat gerapporteerd, maar dat is dus niet gedaan. Zijn er geen bijzonderheden, dan mag hij wel weg.
4( vul geboortedatum in).
Het proces-verbaal van politie nummer PL1500-2020384302-14(vul geboortedatum in) (pagina 32(vul geboortedatum in) van het zaaksdossier(vul geboortedatum in)), inhoudende als relaas van de [verbalisant] :
Slachtoffer [slachtoffer 1] stuurt de volgende e-mail:
Gisteravond schoot me te binnen dat ik, tijdens mijn rondje wandelen, een jongen zag
staan bij een bushalte. Mijn random gedachte was toen: huh, moet hij nog naar
dagbesteding of iets ook nu tijdens corona? Moeten zij ook niet binnen blijven? Waaruit ik kan opmaken dat ik ook bij deze jongen de indruk had van een
(verstandelijke) beperking.
(vul geboortedatum in)
5( vul geboortedatum in).
Een deskundigenrapportage van The Maastricht Forensic Institute(vul geboortedatum in), nummer TMFI2021.4517-4(vul geboortedatum in), opgemaakt door drs. B.J. Blankers (pagina 61-63(vul geboortedatum in) van het zaaksdossier(vul geboortedatum in))(vul geboortedatum in), inhoudende:
Het Y-chromosomaal DNA-profiel matcht met het Y-chromosomaal DNA-profiel van [verdachte] .
(vul geboortedatum in)
Hypothese 1: de bemonstering van het spoor bevat DNA van [verdachte] of een andere man in de mannelijke lijn van verdachte.
Hypothese 2: de bemonstering van het spoor bevat DNA van een willekeurige niet verwante man.
De resultaten van het onderzoek zijn ongeveer 17 duizend keer waarschijnlijker wanneer hypothese 1 juist is dan wanneer hypothese 2 juist is.
Alle hierboven genoemde processen-verbaal zijn, voor zover niet anders vermeld, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren en de voor het bewijs gebezigde inhoud daarvan is telkens zakelijk weergegeven.
Bijlage III
De bewezenverklaring
(
09/178972-21)
hij op 5 juli 2021 te [plaats 2] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 2] te dwingen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2] ,
- achter die [slachtoffer 2] is aangelopen en vervolgens zeer dicht op die [slachtoffer 2] is gaan lopen en,
- die [slachtoffer 2] met twee handen met kracht vanachter bij haar nek heeft gepakt en,
- die [slachtoffer 2] naar de grond heeft gewerkt en
- op die [slachtoffer 2] is gaan zitten en
- die [slachtoffer 2] met kracht onder haar kleding)in haar borst en bil heeft geknepen en
- die [slachtoffer 2] op de grond in bedwang heeft gehouden door zijn, verdachtes hand voor haar mond te doen en
- tegen die [slachtoffer 2] heeft geroepen "ik ga je keihard verkrachten, kankerhoer" en "Kut je gaat doen wat ik zeg" en
- die [slachtoffer 2] tegen haar hoofd en lichaam heeft geslagen en
- die [slachtoffer 2] tegen haar lichaam heeft getrapt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
(
09/233144-21)
hij op of omstreeks 21 december 2020 te [plaats 1] , door geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij, verdachte, die [slachtoffer 1] :
- (onverhoeds) van achteren vastgegrepen en
- in het gezicht gestompt en
- tegen een auto geduwd en
- in een beklemming gehouden en vervolgens
- met kracht een of meer vingers over de kleding in de vagina van die [slachtoffer 1] geduwd en
- met zijn vinger(s) heen en weer gaande bewegingen in de vagina van die [slachtoffer 1] gemaakt.
Het meer of anders tenlastegelegde is niet bewezen. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
De rechtbank heeft taal- en/of schrijffouten in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is hierdoor niet benadeeld.